Yvonne Coldewijer is een zegen voor de NVJ
Fréderike Geerdink
Scène uit G-Men of the Pacific (Teruo Ishii, 1962).
Onlangs presenteerde de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ) een set van 10 kort en bondig geformuleerde regels waar journalisten zich in hun werk aan moeten houden. Handig en relevant, zeg ik zonder ironie. Jammer alleen, dat de vereniging te laf is zich uit te spreken over kwaadaardige broddeljournalistiek, zélfs als het de eigen leden in gevaar brengt.
Als lid van het Beleidsteam Persvrijheid van de NVJ, dat het bestuur gevraagd en ongevraagd adviseert over persvrijheidskwesties, heb ik meegedacht over de formuleringen van die tien regels en het doel ervan. Dit stukje schrijf ik niet als actief NVJ’er maar als kritisch lid – dat dat even duidelijk is.
Het is goed dat media-gebruikers zien dat journalistiek een vak is, en het kan ook helemaal geen kwaad om ze ook bij de beroepsgroep levend te houden in tijden dat de journalistiek op allerlei manieren onder druk staat. Vorige week zijn de kort en bondig geformuleerde regels wereldkundig gemaakt.
Alle regels
Zover geen vuiltje aan de lucht. Maar dan brengt Thomas Bruning, algemeen secretaris van de NVJ, in het interview over de regels ineens roddelkoningin Yvonne Coldewijer ter sprake. Zij is een voorbeeld van iemand die je misschien journalist zou kunnen noemen, hadden studenten journalistiek geconcludeerd, maar dan wel ‘een hele slechte journalist die alle regels aan haar laars lapt’. Niet alle, zou ik zeggen, want ze is onafhankelijk en beschermt haar bronnen, maar inderdaad, journalist zou ik haar ook niet noemen.
Maar waarom dit voorbeeld aangehaald? Omdat Coldeweijer een absolute outsider is. Bestempel je Coldeweijer als roddeltante die het stempel journalist niet waard is – zou ze het zelf willen, dat stempel? – dan jaag je niemand tegen je in het harnas. Kies je iemand die geen outsider is maar lid van de NVJ of werkt voor een krant waarmee de NVJ nog COA-onderhandelingen moet voeren, of die om andere redenen niet openlijk ter verantwoording kan worden geroepen, dan moet je écht kleur bekennen. En dat wil de NVJ niet want, zoals het in het stuk op de NVJ-site wordt geformuleerd: “… de NVJ is géén zedenmeester of scheidsrechter van de journalistiek.”
Zilveren Camera
Die positie begint zich te wreken. Dat werd pijnlijk duidelijk in een andere zeer recente kwestie, namelijk die waarin de Palestijns-Nederlandse fotograaf en Zilveren Camera-winnaar (bekijk dat werk!) Sakir Khader door The Times of Israel in een leugenachtig stuk werd weggezet als een terroristenvriend. Het stuk wekt de schijn van ‘evenwichtigheid’ doordat ook de Stichting Zilveren Camera om een reactie is gevraagd en de auteur ook Khader zelf benaderde, die natuurlijk niet wilde reageren op deze troep. ‘Evenwichtig’ is dus niet dat je leugens verzint en daar dan propagandisten bij zoekt en vervolgens de beschuldigde stichting1, die wel oprecht is, aan het woord laat. En dan villein dat zinnetje erbij dat Khader niet reageerde op een verzoek om commentaar, om hem nog een trap na te geven.
Nog absurder wordt het als je weet dat de auteur van dat stuk, Canaan Lidor, een Israelische Nederlander is die eerder voor de Israel-propagandamachine van het CIDI werkte, en betrokken was bij de hetze tegen Sigrid Kaag vanwege haar Palestijnse echtgenoot. Canaan werkt ook onder de naam Cnaan Liphshiz. Dit stuk tikt dus acht van de tien journalistieke basisregels niet af: zoekt niet naar waarheid op basis van feiten, doet niet evenwichtig verslag, is niet onafhankelijk en niet transparant, corrigeert fouten niet (en maakt ze zelfs opzettelijk), maakt geen onderscheid tussen feit en mening, maakt zich schuldig aan laster en zet aan tot racisme.
Keelgat
En guess what? Canaan/Cnaan is lid van de NVJ. Sakir Khader ook. Misschien dat dat de formulering van het tweetje dat Bruning namens de NVJ uitstuurde, verklaart:
“Triest dat @sakirkhader wordt beschuldigd van zaken, waar hij niets mee van doen heeft. Ja, hij bekent kleur, zoals andere journalisten dat aan de andere kant ook doen, maar is een geweldige en moedige professional, die waardering verdient en geen valse aantijgingen.”
Vooral dat “Ja, hij bekent kleur, zoals andere journalisten dat aan de andere kant ook doen”, schiet me elke keer dat ik het lees in het verkeerde keelgat. Welke journalisten aan welke andere kant? Sakir Khader legt met zijn camera de werkelijkheid vast in Palestina. De andere kant van de werkelijkheid, dat zijn leugens, en die kun je dus niet gelijkstellen aan het werk van Khader. Of wordt bedoeld dat Khader ‘niet objectief’ is omdat hij ‘kleur bekent’? Wie niet? Objectieve journalistiek bestaat niet. Waarom kon de tweet niet zonder dat zinnetje?
Leugenmachine
De NVJ wil geen ‘kleur bekennen’, geen ‘zedenmeester of scheidsrechter’ zijn, maar is dat op deze manier natuurlijk wel. Dat is het lastige he, met kleur: die is er altijd, zelfs in kleurloosheid. Het gevolg is dat degene die toch al enorm last heeft van racisme en vooroordelen, namelijk Sakir Khader, niet onvoorwaardelijk wordt gesteund als hij voor de leeuwen wordt gegooid. De macht – in dit geval de leugenmachine die door Israel als een dolle draaiende wordt gehouden, zeker sinds de genocide in Gaza begon – lacht zich helemaal kapot.
Ik luisterde naar een interview met Khader door Bram Vermeulen, waarin Khader verklaart zich eigenlijk niet meer te identificeren als journalist, maar eerder als fotograaf, filmmaker en kunstenaar. Ik snap dat wel, ik heb er zelf ook steeds meer moeite hoe de journalistiek in dit land kapot gaat aan de mythe van de objectiviteit en het valse evenwicht van enerzijds-anderzijds, hij zegt zij zegt. Persvrijheid hebben maar er nauwelijks iets mee doen, wat een slechte dienst bewijs je de democratie dan zeg.
Propaganda
Zo verliezen we één van de beste journalisten-fotografen die de jongere generatie ons te bieden heeft voor het vak. Het schuim dat propaganda voert voor een genocidale macht, wordt welbeschouwd warm onthaald. Sta je dan, met je kleurloosheid, en met Yvonne Coldeweijer – wat een zegen is die vrouw voor de NVJ. En dat in tijden dat er in Den Haag wordt onderhandeld over Bruin1.
Nee, ik heb Canaan/Cnaan niet om wederhoor gevraagd. Toch is het een onafhankelijk en evenwichtig stukje met een duidelijke mening die is gebaseerd op feiten, dat niet aanzet tot racisme of discriminatie en geen smaad of laster bevat. Over mijn vrijwilligerswerk voor de NVJ en de Stichting Zilveren Camera ben ik transparant, ik bescherm mijn bronnen en ieders privacy, en als er een fout in deze column staat, zal ik die corrigeren. Thomas Bruning was wegens vakantie niet beschikbaar voor commentaar. Ten out of ten.
Fréderike Geerdink is journalist.
1. [Full transparancy: ik zit sinds dit jaar toevallig in de jury van de Zilveren Camera.]↩
Fréderike Geerdink, 03.05.2024 @ 11:35