Wie voor gelijke rechten is, moet ook migrantengemeenschappen durven aan te spreken
Bart Toorenaar
Scène uit Akira
Ik verbaasde mij afgelopen week over een tweetje van het links-activistische account Broodbuis. Dat trok fel van leer tegen de vermeende ‘pinkwashing’, van Wopke Hoekstra en het CDA. Dat de partij homo- en transrechten nu omarmt zou onoprecht zijn, gezien het recente stemgedrag van de partij. Nu kun je zeker cynisch doen over CDA’s track-record op het gebied van homorechten. Toch, al het cynisme daargelaten, een openlijke omarming van homorechten door een christelijke partij lijkt me een positieve ontwikkeling. Echter, dat Broodbuis wel fel van leert trekt bij een christelijke partij en niet bij andere groeperingen is wonderlijk.
De selectiviteit van kritiek in bepaalde kringen die zich als links en progressief afficheert stoort mij. Christelijk rechts is van oudsher een makkelijk slachtoffer voor progressief Nederland, er bevindt zich geen potentieel electoraat. Het is daarnaast veilig: een venijnige rant over de Bible Belt is even blasé als voorspelbaar. Geen geradicaliseerde Staphorster die bedreigingen uit aan de durfal die de bekrompenheid van christelijk Nederland aan de kaak stelt.
Er is daarnaast ruimte voor nuance. Hoezeer is onversneden homohaat nog leading in kerkelijke gemeenschappen in Nederland? Het CDA leverde als eerste een homoseksuele minister, er was binnen christelijke kringen veel kritiek op de Nashvilleverklaring, en in de Remonstrantse kerk, waar Hoekstra kerkganger is, kon je al eerder trouwen dan dit voor de wet kon. Een gewaardeerd Twitteraar als Rik de Jong laat een beeld zien waarin juist in de kerk zijn geaardheid geen punt is. Het is mijn partij allerminst, maar er zijn in deze gemeenschap de laatste decennia stappen gemaakt.
Migrantengemeenschappen
Hoe anders wordt er vanuit bepaalde linkse kringen gereageerd in het debat over homo-acceptatie in migrantengemeenschappen? Wie alleen maar de vraag stelt of de strijd voor gelijke rechten niet in moslimgemeenschappen gevoerd moet worden, riskeert het predikaat racist. Linkse communities als Broodbuis en Dwars, die een goede neus hebben voor maatschappelijke ongelijkheid, besteden zelden aandacht aan de homohaat binnen deze groepen. Scroll door hun Twitter-feed, lees hun publicaties, een kritische beschouwing over dit onderwerp vind je er niet. Dat is opvallend, juist als je zegt te staan voor ‘het bereiken van radicale gelijkwaardigheid door onderdrukking te verwerpen’ zou je denken dat geweld van moslimjongeren tegen homo’s hoog op de agenda staat.
Men lijkt in deze kring zo bang te zijn om betrapt te worden op ook maar een verdenking van racisme, dat men in deze discussie op de tong bijt. Wie is daarbij gebaat? Als een open discussie over homo- en transemancipatie in moslimkringen taboe blijft, worden de perspectieven van mensen die worstelen met hun geaardheid er niet beter op. Voor iemand met dezelfde gevoelens in de protestante kerk of in het voetbalstadion is de coming out ook niet leuk, maar er lijkt daar meer ruimte om aan de kleingeestigheid te ontsnappen.
Ik begrijp waar de weigering van linkse groeperingen vandaan komt om ‘de migrant’ in deze discussie te betrekken. Na de Fortuynrevolte in Nederland was er een dwangmatige neiging om iedere discussie naar buitenlanders te leiden. In de roerige jaren na de moorden op Fortuyn en Van Gogh was het bon ton om migranten (en moslims in het bijzonder) rücksichtslos in de vuurlinie te betrekken. Eenieder die vraagtekens plaatste bij de moslim als zondebok durfde niet te zeggen ‘waar het op stond’. Er heerste een verstikkende politieke correctheid waarin wie niet meevoer op de golf van migrantenhaat werd beticht van oogkleppen. Eerdmans, Wilders en Baudet zijn producten van die golf, maar ook het politieke midden is ermee verweven, zoals ik al in 2016 schreef.
Zuiver links geluid
Maar van móéten praten over migranten bij homogerelatereerd geweld, naar niet mógen praten is geen verbetering. De hierboven beschreven selectiviteit laat zien dat het taboe op deze discussie bij links nooit weg is geweest. Ik waardeer groeperingen als Broodbuis en Dwars omdat ze een zuiver links geluid laten horen. Daardoor weten ze het Overton-venster, het spectrum van gedachtegoed dat het publiek accepteert, iets naar links te kantelen in een klimaat waar Eerdmans en Baudet wekelijks aanschuiven bij een talkshow. Maar in hun standpunten over homo- en transemancipatie hanteren ze een andere definitie van tolerantie dan ik.
De moslimjongere die met ontluikende ‘verboden verlangens’ te dealen heeft, is die geholpen met de selectieve ophef die het CDA aanpakt maar zijn gemeenschap met de mantel der liefde bedekt? Wordt het pad zo niet geëfend voor de homo op Urk, maar wordt de jongen op Rotterdam-Zuid vergeten? De LHBTI’er in moslimgemeenschappen die nog struggelt met zijn of haar identiteit verdient beter.
Als je gemeenschappen waar homohaat nog welig tiert met een fluwelen handschoen behandelt, hanteer je een vals frame van ‘bigotry of low expectations’: groepen die het al zwaar hebben, ontzie je van kritiek die je wel bewaart voor andere groepen. Impliciet zit daar een heel laatdunkend oordeel achter, een passief agressieve verachting die niet veel onderdoet voor expliciet racisme. Het verlagen van de lat voor een groep, een grotere vorm van minachting is er niet. Dat past niet in mijn frame van tolerantie en gelijkheid.
Bart Toorenaar (1989) woont sinds september 2020 in Londen, maar houdt er nog steeds van om zich druk te maken om z’n vaderland. In Nederland woonde hij in Rotterdam, waar hij in 2017 de stadsblog Rotterdamse Dromers mede oprichtte, en Amsterdam. In z’n vrije tijd houdt hij er sporadisch van om in de pennen te klimmen en te schrijven over allerhande zaken.
Gastschrijver, 10.02.2021 @ 10:19