Whataboutisme
Peter Breedveld
Op Twitter is het de laatste tijd in zwang om mensen in discussies te diskwalificeren met het woord “whataboutisme”, zoals menigeen een tijdje geleden elke discussie trachtte te beslechten door “cognitieve dissonantie” te roepen. Het zijn termen die door de meeste mensen niet goed of helemaal niet begrepen worden, maar te pas en te onpas worden ingezet. Het is heel erg dom en ridicuul.
“Whataboutisme” is een drogreden waarbij mensen de aandacht van één onderwerp proberen te verleggen naar een ander onderwerp. Bijvoorbeeld als het over de Israëlische bezetting van Palestina gaat, en een Vriend van Israël zegt: “Waarom maak je je niet druk om de Marokkaanse bezetting van de Westelijke Sahara?” Of als een politieman tijdens een bijeenkomst over racistisch politiegeweld zegt: “Alsof de politie in Iran zo fijn is.” Dat heb ik een politieman echt horen zeggen. Het Whataboutisme wordt trouwens al jaren succesvol ingezet om de racismediscussie in Nederland te saboteren. “Nederland is het minst racistische land ter wereld”; “In de Arabische wereld, daar zijn ze pas racistisch.” Of als het over de Transatlantische slavernij gaat, en de doorwerking daarvan, hier en nu in Nederland: “In de Arabische wereld is nog steeds slavernij.”
Vuurwerkverbod
Maar de whataboutisme-vlieger gaat lang niet altijd op. Ze wordt bijvoorbeeld veel ingezet bij de discussie over vuurwerk. De laatste jaren wordt het gedram om een vuurwerkverbod steeds fanatieker. Vuurwerk is mijn hobby niet, het is tientallen jaren geleden dat ik voor het laatst vuurwerk heb aangestoken, maar ik vind de argumenten voor een verbod hypocriet. In de krant zie je dan artsen die beschrijven wat ze op Oudejaarsnacht allemaal in de polikliniek zien langskomen aan uitgerukte ogen en afgerukte ledematen en ik heb dan zoiets van: Waarom doen jullie dat niet met hondenbeten, of auto-ongelukken?
“Whataboutisme”, klinkt het dan streng.
Maar nee. Het argument is dat vuurwerk verboden moet worden omdat er zoveel mensen ernstig door verwond raken. Als je dus het aantal gewonden wilt verminderen, is het toch raar dat je niet óók 24/7 zit te janken om een hondenverbod? Honden zijn goed voor 150.000 beten per jaar, veertig verminkingen en één of twee dode kinderen. Toch wil niemand behalve ik een verbod op honden. Auto’s: rond de 600 doden per jaar, ik weet niet hoeveel verwondingen, verminkingen en dwarslaesies. Bijna niemand wil een autoverbod.
Als het je om slachtoffers gaat, moet je niet alleen achter het vuurwerk aan. Maar het gaat je niet om de slachtoffers, die zijn maar een gelegenheidsargument. Het gaat je om het vuurwerk. Daarom vind je het een whataboutisme als ik over honden en auto’s begin. Je hebt last van dat vuurwerk, je hond heeft er last van. De slachtoffers interesseren je geen zier. Anders maakte je je ook druk om auto’s en honden. En roken, alcohol, suiker (mega-veel slachtoffers, maar minder dramatisch dan een afgerukte hand, I guess).
Ik ga het verder niet hebben over de zinloosheid van een algemeen vuurwerkverbod, vanwege het gebrek aan handhaving en de botte bijl die zo’n verbod is. Misschien een andere keer. Misschien ga ik pleiten voor een verbod over dat niet aflatende gezanik over een vuurwerkverbod. Nee, ik ga niet alleen nog maar doen wat jouw hond wil.
Griep en corona
Tijdens de coronacrisis werd het argument “whataboutisme” (meestal bestaat de reactie uit niet meer dan dat woord, alsof iedereen dan wel begrijpt dat je af bent, net als met “buitenspel”). Tijdens de corona waren er allerlei maatregelen, sommige erg ingrijpend, sommige niet, sommige effectief, sommige absurd. Mensen gingen zich afvragen waarom dergelijke maatregelen niet werden genomen tijdens de griepgolven die de wereld elk jaar teisteren. “Whataboutisme.”
Nee. De argumenten voor de coronamaatregelen waren de overbezetting van ziekenhuisbedden, de hoge sterfte, de extreme besmettelijkheid van het virus, uitgestelde behandelingen van andere ziekten dan corona. Ik las net een krantenartikel waarin medici klaagden over overvolle ziekenhuizen door de griep, een dodelijke ziekte, maar zelfs een mondkapjesplicht in de trein wordt nog niet overwogen. Daar zit ik steeds duizend doden te sterven vanwege het onbekommerde gehoest en geproest om me heen.
Surrealistisch. Ik had jarenlang elk jaar twee weken griep. Je bent dan niet twee weken vrij van je werk om lekker te lezen en films te kijken. Althans, ik niet. Ik lig halfdood in bed te wachten tot de ellende voorbij is. Sinds ik elk jaar een griepprik krijg (ik heb mijn huisarts ervoor moeten stalken, zo godsonmogelijk was het er één te krijgen) heb ik nooit meer griep.
Waarom de fuck is een griepprik niet verplicht? De griep ontregelt elk jaar de hele maatschappij.
Is het Vrije Woord u écht lief? Help me dan met een financiële bijdrage. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke (maar echt) site van Nederland. Rekeningnummer NL24 ASNB 8832 6749 39 (N.P. Breedveld, ASBN Rijswijk), BIC ASNB NL21. Lees hier waarom dat niet met PayPal kan, maar steunen via Patreon kan weer wel en sinds kort ook met een Tikkie. Wordt dat symbool van de Hollandse krenterigheid tenminste voor iets nuttigs ingezet. Adverteren? Mail mij.
Peter Breedveld, 07.01.2023 @ 13:06