Wat doet Gerdi Verbeet eigenlijk om een goed mens te zijn?
Hassnae Bouazza
Foto: William Mortensen
“Op den duur moet je mensen die geen herdenkingstraditie van huis uit hebben meegekregen, erbij betrekken. Dat hebben we geprobeerd te doen met Abdelkader.” Aldus Geri Verbeet, PvdA’er en voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei. Ze bedoelen het allemaal zo goed, die linkse weldoeners, en je mag gerust meedoen, maar alleen wanneer je precies in hun mal past en doet en spreekt zoals zij. Wanneer je al je eigenheid weggegomd hebt en geen eigen persoonlijkheid meer hebt.
“We hebben het geprobeerd met Abdelkader.” Jammer maar helaas, voortaan houden we het toch maar bij witte mensen, liefst witte mannen. Want Abdelkader staat voor alle bi-culturele schrijvers in dit land. De tegenzin die spreekt uit dat “mensen”, die je er “op den duur bij moet betrekken”. Liever niet, maar op een gegeven moment kom je er niet meer onderuit. Abdelkader is dus niet gevraagd omdat hij een bekend schrijver is, maar omdat hij tot “die mensen” behoort. Niet geheel toevallig precies nadat vorig jaar een van de meest voorname schrijvers van het land, Arnon Grunberg, in zijn 4 mei-lezing opkwam voor de meest verguisde gemeenschap in Nederland, de Nederlandse Marokkanen.
“Die mensen” hebben volgens Verbeet “geen herdenkingstraditie van huis uit meegekregen”. Verbeet denkt dat een herdenkingstraditie uitsluitend de vorm kan hebben van een keer per jaar twee minuten stilte op 4 mei. Als je definitie zo beperkt is, valt inderdaad een heel grote groep af.
Miezerige twee minuten
De herdenkingstraditie waar ik mee ben opgevoed (en ik vermoed ook Abdelkader), vindt niet eens per jaar plaats, maar elke dag. Vijf keer per dag tijdens ieder gebed worden de mensen herdacht die ons ontvallen zijn. En dat zeven dagen per week, 365 dagen per jaar, 366 tijdens het schrikkeljaar. Tijdens ieder gebed wordt er stilgestaan bij de betreurden. Niet alleen de eigen dierbaren. Op vrijdag wordt er nog eens extra bij hen stilgestaan. Na het gebed worden hun graven bezocht. De volle maand Ramadan worden ze herdacht, tijdens de extra gebeden na de iftar en voor het ochtendgebed. Op feestdagen en ijkpunten in het jaar. Niet met een miezerige twee minuten stilte, maar met gebeden en rituelen. Met handelingen die je ervan moeten doordringen een goed mens te zijn. Een beter mens.
Wat doet Verbeet eigenlijk om een goed mens te zijn? Ze zegt in hetzelfde gesprek op Radio 1 over Abdelkader: “Hij heeft voor mij nog alle recht van spreken, maar niet op 4 mei in de Nieuwe Kerk”.
Hoezo niet dan? Moeten we perfect zijn om te mogen herdenken? Om te mogen praten over de gruwelen van de geschiedenis? En als zij daar zo principieel over is, waarom is ze voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei, terwijl ze als PvdA-lid in de Kamer zat toen haar partij instemde met de Nederlandse steun voor de illegale oorlog tegen Irak die het land, de regio en miljoenen levens ontwrichtte.
Gruwelijkste misdaad
Als je alleen recht van spreken hebt op 4 mei als je vrij van blaam bent, wat doet Mark Rutte daar dan? Hij is in 2007 door de rechtbank veroordeeld voor discriminatie. Onder zijn verantwoordelijkheid zijn tienduizenden levens kapotgemaakt in Nederland, omdat ze een dubbele nationaliteit hebben. Hij weigert ook maar één vluchteling uit kamp Moria naar Nederland te laten komen.
Als Abdelkader niet mag spreken op 4 mei, dan Rutte zeker ook niet. Het gros van de Nederlandse politici niet. “Dit nooit weer” is erg makkelijk als je het inkadert en beperkt tot één specifieke groep die je omarmd hebt nadat je zelf de gruwelijkste misdaad tegen hen hebt gepleegd.
Maar “dit nooit weer” gaat niet over hen die op jou lijken of hen die je inmiddels geaccepteerd hebt en tot vermoeiens toe als pion gebruikt. Het gaat over “de ander”, “de vreemdeling” die er nog steeds als vreemdeling uitziet. De onwelkome gast die jou iedere dag weer confronteert met dat ene voornemen dat je steeds op 4 mei met je hypocriete porem herhaalt.
Braaf meepraten
“Dit nooit weer” betekent geen Moria, geen doden op de Middellandse zee, geen kampen in Libië, geen financiering van illegale oorlogen, geen schending van mensenrechten, geen mensen die op straat moeten slapen. “Dit nooit weer” is een eindeloze lijst van voorwaarden en doelen waar iedere dag aan gewerkt moet worden.
Verbeet kreeg de vraag of ze op moet stappen naar aanleiding van deze affaire met Benali. Haar antwoord is natuurlijk nee. Natuurlijk niet. De politieke elite in Nederland hoeft nooit ergens voor op te stappen. Heeft nooit ergens verantwoordelijkheid voor, al is het de premier zelf. Dan zeg je gewoon dat je ergens geen “actieve herinnering” aan hebt en mag je van volk en media aanblijven.
De “ander”, die “tot die mensen” behoort, die mag geen fouten maken, die moet wel verantwoording afleggen en een prijs betalen. Die wordt tot in zijn graf nog opgejaagd met oude uitspraken en als die er niet zijn, verzinnen ze wel wat. Want zolang je niet de braaf meepratende Eus, Kamervoorzitter of Burgemeester van Rotterdam bent, zolang je de meerderheid niet keurig bevestigt in hun superioriteitsgevoel en vooroordelen, moet je oppassen.
Het monster dat integratie heet
Dat is wat ze integratie noemen: een soort geestelijk bodysnatchersritueel waarbij al je eigenheid opgeslokt wordt door het fictieve monster dat integratie heet. Het volstaat niet dat je werkt, belasting betaalt, je netjes aan de wet houdt. Nee, meepraten moet je, op dezelfde toon, met dezelfde ideeën. Gewoon gezellig meedoen.
Maar dat is geen integratie. Integratie is het wanneer “wij”, “de anderen”, ook fouten mogen maken, onze eigen etiketjes mogen uitkiezen en domweg “nee, daar heb ik geen actieve herinnering aan” mogen aanvoeren als we aangesproken worden op misstappen. Misstappen die oneindig kleiner en van minder invloed zijn dan die mensen als Verbeet en Rutte maken. Integratie is het als we niet iedere keer gekleineerd en vernederd worden wanneer we afwijken, als ook wij mogen falen en ergens anders promotie maken. Als wij niet “tot die mensen behoren” maar deel uitmaken van de “wij”, zonder voorbehoud of onderscheid.
Integratie is het als wij zonder ophef en valse beschuldigingen de 4 mei-lezing kunnen geven, want laten we eerlijk zijn: onze erfenis uit Marokko is er eentje waar de joodse gemeenschap beschermd werd en onvoorwaardelijk deel uitmaakte van de samenleving. Ik kan me geen betere les voor Nederland verzinnen op 4 mei.
Hassnae Bouazza is schrijver, journalist en televisiemaker. Bekijk hier de documentaire ‘De Klas van 94′, die ze samen met historicus Nadia Bouras maakte. Ze was ook eindredacteur van en regisseerde Femke Halsema’s serie Seks en de Zonde, schreef een boek over Arabieren, Arabieren Kijken. Eind dit jaar verschijnt haar nieuwe boek Een Koffer vol Citroenen. Ze heeft haar eigen hedonistische site, Aicha Qandisha.
Hassnae Bouazza, 23.01.2021 @ 11:02