Waarom we allemaal verontwaardigd zijn over banden met China maar de rest ons niks kan schelen
Meindert Boersma
Scène uit Milocrorze: A Love Story (Ishibashi Yoshimasa, 2011).
Afgelopen donderdag onthulde de NOS dat China onderzoek financiert aan de Vrije Universiteit Amsterdam (VU). En niet zomaar onderzoek, maar specifiek onderzoek naar mensenrechten. Dat terwijl een miljoen mensen in de Chinese regio Xinjiang in “heropvoedingskampen” zitten, de democratiebeweging in Hong Kong aan banden wordt gelegd, en de vrijheid van minderheden steeds verder wordt ingeperkt.
Uit de onthulling van de NOS blijkt dat de directeur van het onderzoekscentrum, hoogleraar mensenrechten Tom Zwart, regelmatig aanschuift bij de Chinese staatstelevisie om te verkondigen dat dit allemaal wel wat meevalt. Het artikel bracht heel wat teweeg: nog op de dag van de onthulling zette de VU de samenwerking stop.
Dit is niet de eerste keer dat Chinese investeringen in het hoger onderwijs voor verontwaardiging zorgen. In februari 2021 kwam aan het licht dat een hoogleraar aan de Rijksuniversiteit Groningen deels op de loonlijst stond van het Confucius Instituut, onderdeel van het Chinese ministerie van onderwijs. Deze hoogleraar werd zelfs contractueel verboden “het imago van China te beschadigen”. Ondanks de commotie ging de samenwerking met het Confucius Instituut door, al werd de financiële bijdrage aan de leerstoel wel stopgezet.
Taiwan
Nu wil het toeval dat ik een paar jaar geleden mijn eerste lessen Mandarijn aan de Rijksuniversiteit Groningen volgde, en jawel, onder Chinese docenten van het Confucius Instituut en de desbetreffende hoogleraar. Ik weet nog goed dat een van mijn grootste misklappers in die twee jaar Mandarijn – en dat waren er nogal wat – niet grammaticaal of fonetisch was, maar politiek: in een oefening waarin we opsommingen aan het oefenen waren, beëindigde ik enthousiast een reeks landen met “Taiwan!” Al m’n klasgenoten waren plots muisstil, je had een speld kunnen horen vallen. Mijn docente verbrak de stilte: “In China, Taiwan is part of China!”
Ik heb me toen stilgehouden, maar wel met de belofte aan mezelf dat ik ooit m’n taalvaardigheden in zou zetten om me wél kritisch uit te spreken over China. Daar ben ik inmiddels druk mee bezig: als masterstudent werk ik momenteel aan een onderzoek naar staatsgeweld in Xinjiang, en de manier waarop wij daar in Nederland iets tegen kunnen doen. Maar ik wil het nu over iets anders hebben: de manier waarop we hier in Nederland maar niet uitgesproken raken over foute praktijken in China, terwijl juist de mensenrechtenschendingen waar wij zelf invloed op hebben, taboe blijven.
Fossiele industrie
Begrijp me niet verkeerd, het is volkomen terecht dat wij als Nederlands publiek verontwaardigd zijn over de legitimering van mensenrechtenschendingen. Maar het zit me dwars dat we ons daarbij zo op China fixeren. Alsof renminbi de enige foute munten zijn die door Nederland rollen!
Een financier die net zoals China wel wat legitimering kan gebruiken is de fossiele industrie, allemaal bedrijven met veel geld maar een steeds slechtere reputatie. Samenwerkingen met universiteiten en instanties zoals musea en gemeentes legitimeren deze bedrijven en kunnen soms zelfs helpen hun winst te vergroten.
Ook investeringen in groene energie vanuit de fossiele industrie komen het klimaat niet per se ten goede: doordat bedrijven zoals Shell een klein gedeelte van hun investeringen in duurzame energie stoppen, schetsen ze het beeld dat ze goed op weg zijn naar vergroening.
Daar komt nog eens bovenop dat de fossiele industrie miljoenen aan misleidende advertenties uitgeeft. Dit publieke imago gebruiken ze vervolgens om door te gaan met investeren in fossiele brandstoffen terwijl het allemaal wel mee lijkt te vallen, greenwashing ten top dus.
Gas- en oliewinning brengt nu al in rap tempo meer en meer klimaatrampen teweeg, allemaal inbreuken op mensenrechten zoals voedsel en onderdak. Zeggen dat we oliegeld nodig hebben voor de energietransitie is dus hetzelfde als zeggen dat we de Chinese overheid te vriend moeten houden om de Oeigoeren te helpen. Dus waarom roepen de mensen die hier iets tegen deze banden proberen te doen meer verontwaardiging op dan de fossiele bedrijven zelf?
Israël
Maar misschien nog wel een beter voorbeeld is Israël, dat net zoals China mensenrechten aan haar laars lapt. En de samenwerkingen met Nederlandse instanties zijn hecht.
Zo blijkt uit een rapport van Stop Wapenhandel uit juli 2020 dat verscheidene private én publieke instanties van Nederlandse bodem met Israëlische partners werken aan programma’s die een militaire of repressieve toepassing kunnen hebben, waaronder drie universiteiten. Met niet duizenden, maar miljoenen euro’s in omloop.
En waar China een kwartiertje een academicus inhuurt voor op de staatstelevisie, koopt Israël dodelijk wapentuig uit Nederland. Alleen al in mei 2021 zijn meer dan tweehonderd Palestijnen omgekomen door Israëlische bommen.
Israël is een vergelijkbaar geval met China, zou je zeggen. Zo’n beetje één miljoen Oeigoeren zitten daar momenteel in een heropvoedingskamp, daarnaast zijn er miljoenen Oeigoeren en andere moslimminderheden die onder constante surveillance staan in politiestaat Xinjiang. Ondertussen proberen in de Gazastrook meer dan twee miljoen Palestijnen te overleven in wat in feite een openluchtgevangenis is, met geregeld water- en elektriciteitstekorten.
Westerse legitimering
Hoewel dit beide tragedies zijn van onvoorstelbare proporties, verschillen ze in één belangrijk opzicht: het verschil dat onze verontwaardiging kan maken.
Het enige dat wij als Westerse landen tegen mensenrechtenschendingen in China kunnen doen is een sanctie hier, een kritische uitspraak daar. En natuurlijk geen geld aannemen om als paradepaardje een dansje te doen op de Chinese staatstelevisie, dat spreekt voor zich. Maar we kunnen er wél voor zorgen dat Israël – sterk afhankelijk van Westerse legitimering – per direct stopt met de bezetting van de Palestijnse gebieden. Zonder Westerse steun zou Israël vandaag nog met de Palestijnen om de tafel gaan zitten.
Dus waarom fixeren we ons zo op mensenrechten in China, terwijl onze eigen overheden veel gemakkelijker mensenrechtenschendingen elders kunnen voorkomen? Waarom is het voorpaginanieuws als China één onderzoekscentrum omkoopt om minderheden te onderdrukken, terwijl we jaarlijks wapentuig verkopen aan een overheid die als uitgesproken doel heeft een heel volk terug naar de middeleeuwen te knallen? Dat zou toch elke dag voorpaginanieuws moeten zijn! Er is dus sprake van een dubbele standaard. Terwijl we over sommige mensenrechtenschendingen verontwaardigd horen te zijn, zijn andere vormen van mensenrechtenschending blijkbaar ‘normaal’.
Moslimvrouwen bevrijden
Waar wij China van beschuldigen – een dubbele standaard erop nahouden – doen we hier in Nederland dus net zo goed. Ik zie in ons medialandschap vaak de volgende impliciete redenering voorbij komen: het Westen vertegenwoordigt mensenrechten, dus alles wat het Westen doet komt deze mensenrechten per definitie ten goede. Een dikke cirkelredenering dus. Onze overheden doen met ’s werelds grootste boeven zaken (ook met China), er zitten nog steeds onschuldigen vast op Guantánamo Bay en Nederlandse bedrijven zijn de hele planeet aan het kapotmaken, maar het maakt allemaal niets uit. Het Westen staat immers zonder twijfel voor al het goede in de wereld, dus al onze bondgenoten zijn vast goeie lui, de onschuldige gedetineerden op Guantánamo Bay zullen wel terroristen zijn en Nederlandse bedrijven zijn lekker groen bezig.
Dit betekent ook dat iedereen die zich uitspreekt tegen bijvoorbeeld het buitenlandbeleid van de Verenigde Staten en andere Westerse landen niet alleen tegen dat beleid is, maar ook meteen tegen democratie, mensenrechten, noem maar op.
Neem bijvoorbeeld de invasie van Afghanistan, waar Nederland braaf de Verenigde Staten volgde in wat een rampzalige oorlog zou worden. Deze invasie om Westerse belangen te behartigen werd neergezet als onbaatzuchtige missie om hulpeloze moslimvrouwen te bevrijden van hun “terroristische” echtgenoten. Op het moment dat je kanttekeningen zet bij deze oorlog – want in hoeverre help je vrouwen (en de rest) erop vooruit als je een land helemaal naar de sodemieter bombardeert? – ben je dus per definitie een vijand van vrouwenrechten, een doorgeslagen culturele relativist.
Selectieve sympathie
Omdat het Westen per definitie voor mensenrechten is, hebben we ook de luxe om ons niet over alle mensenrechtenschendingen even druk te hoeven maken. Er is er bijvoorbeeld nauwelijks verontwaardiging over de honderdduizenden burgerslachtoffers in Jemen door toedoen van bondgenoot Saoedi-Arabië, de keiharde onderdrukking van de Koerden door NAVO-lid Turkije of de kolonisatie van Palestina door Israël. Om nog maar niet te beginnen over alledaagse islamofobie in Europa. Allemaal onderdrukte moslims, allemaal te voorkomen leed, maar China is nou eenmaal een geopolitieke rivaal, dus alleen de Oeigoeren verdienen onze sympathie.
En die selectieve sympathie kan voor de Oeigoeren en andere onderdrukte groepen in China zelfs averechts werken. Want de Chinese overheid kan nu makkelijk zeggen: als jullie er een dubbele standaard op nahouden, kunnen wij dat ook! De Oeigoeren worden dus voor het karretje van geopolitieke belangen gespannen: Westerse overheden gebruiken onze verontwaardiging over mensenrechtenschendingen in China voor hun eigen machtsspelletjes, een poging om de Westerse dominantie in de wereld zo lang mogelijk vol te houden. Ondertussen schieten de Oeigoeren er weinig mee op.
Voor de duidelijkheid: ik bepleit hier geenszins dat we niet verontwaardigd mogen zijn over Chinese mensenrechtenschendingen omdat Westerse landen zelf ook niet pluis zijn. Dat zou whataboutism zijn, waar ik als klimaatactivist zelf al mee word doodgegooid (“Nederland emissieneutraal? Kijk eerst naar China dan!”). Wat ik zeg is dat onze verontwaardiging averechts kan werken voor de daadwerkelijke situatie van de Oeigoeren als we zelf niet eerst goed in de spiegel kijken.
Guantánamo Bay
Neem bijvoorbeeld Guantánamo Bay. De gevangenis bestond vorige week twintig jaar, en nog altijd zitten er mensen vast zonder dat ze ooit ergens van beschuldigd zijn. Een woordvoerder van het Chinese ministerie van buitenlandse zaken nam van de gelegenheid gebruik om de draak te steken met Amerikaanse kritiek op China’s gevangeniskampen: “Als er ooit een ‘detentiekamp’ zou zijn geweest waar moslims werden vastgehouden, dan zou dat Guantánamo Bay zijn.” Met andere woorden: jullie zijn hypocriet, jullie beschuldigen ons van iets wat jullie zelf net zo goed aan het doen zijn. En hij slaat de spijker helaas helemaal op z’n kop. (Guantánamo Bay wordt overigens nog steeds als inspiratie en legitimering gebruikt voor China’s internering van Oeigoerse ‘terroristen’.)
Mensenrechtenschendingen zouden verontwaardiging teweeg moeten brengen, zeker als Nederlandse instanties hieraan bijdragen. De verhalen die ik in mijn onderzoek tegenkom over de genocide in Xinjiang raken mij elke keer weer. Maar we moeten onze verontwaardiging, sympathie en vooral actie niet af laten hangen van wie toevallig de rivalen van onze overheden zijn. Er zijn mensenrechtenschendingen waar wij als Westerse landen een veel grotere rol in spelen. Pas als we daar ook verontwaardigd over durven te zijn kunnen we een verhaal over universele mensenrechten naar buiten brengen dat ook echt geloofwaardig is. Daar hebben de Oeigoeren – maar ook de Palestijnen en andere onderdrukte groepen – veel meer aan.
Meindert Boersma is student en activist. Hij schrijft zo nu en dan over hoe we met z’n allen in zo’n dikke puinhoop zijn beland in de wereld, en hoe we die radicaal aan kunnen vegen. En daar komt stof natuurlijk stof bij opwaaien!
Gastschrijver, 25.01.2022 @ 13:57