Volksvertegenwoordiger
Jasper Mekkes
Illustratie: Georges d’Espagnat.
´We cannot solve our problems with the same thinking we used when we created them.’ — Albert Einstein
Voor vrijwel iedere baan worden kwaliteitseisen aan een persoon gesteld. Toch is de enige eis die we stellen aan de belangrijkste baan in onze democratie, die van volksvertegenwoordiger, dat er zoveel mogelijk mensen op je partij moeten hebben gestemd. Een louche type als Thierry Baudet, die samen met zijn leermeester Paul Cliteur nog steeds onvermoeibaar op zoek is naar een oplossing voor het niet bestaande probleem van de homeopathische verdunning van het Avondland, zit zelfs in de Tweede Kamer.
En dat verbaast toch wel een beetje. Want de Tweede Kamer, was dat dan niet de tempel van onze democratie? Met hogepriesteres Arib als profeet van het open en onafhankelijke debat? Een oase van wijsheid, kwaliteit en de zoektocht naar het Goede; een plek waar de bij tijd en wijle xenofobe behoudzucht hoogstens op de publieke tribune mag plaatsnemen?
Objectieve waarheid
Een plek waar de op verbetering gerichte bereidheid tot debat om je mening aan te scherpen door vrijmoedig de waarheid te spreken het gewonnen heeft van het op verslechtering gerichte misbruiken van retoriek en demagogie om je mening te verkopen aan zoveel mogelijk mensen? Waar debat nog betekent samen op het scherpst van de snede de objectieve waarheid over wat is en wat zou moeten worden boven tafel te krijgen?
Wat machtswellust kan doen met de kwaliteit van het debat maakte Rutger Bregman recent nog weer eens haarfijn duidelijk door te beweren dat iedereen toch eigenlijk hetzelfde wil en dat het Kwaad niet bestaat. Dan normaliseer je niet alleen het fascisme van types als Baudet, je draagt er ook actief aan bij, omdat je bewust een rookgordijn optrekt rond het onderscheid tussen goed en fout — en daarmee verbetering van de democratie tegenwerkt.
Verbale borstklopperij
Misschien is dezelfde onduidelijkheid over het onderscheid tussen goed en fout ook wel de reden waarom politieke debatten in Nederland vaak een beetje hol klinken. Na de verbale borstklopperij volgt meestal een slap compromis gebaseerd op subjectieve waarheden, waarna de debater van dienst het muizenstapje vooruit viert als zijnde de ideale democratische oplossing. En af en toe zetten we zo met ons volle verstand eensgezind een grote stap achteruit, terwijl mensen als Bregman met veel lawaai staan te klappen langs de zijlijn.
Maar zouden er ook ergens politici te vinden zijn die er op gericht zijn om na een open, onafhankelijk debat belangeloos de beste besluiten te nemen? Besluiten die gebaseerd zijn op inzicht in goed en fout, en dus in de te behouden en de te verbeteren waarden? Bestaan er eigenlijk onafhankelijke politici die in staat zijn om over partijgrenzen heen te denken en die bijvoorbeeld ook durven in te stemmen met goede voorstellen van een politicus van een andere partij?
Kwaliteitscriteria
Is iemand die in ons huidige systeem binnen een politieke partij omhoog is gevallen, zonder onderworpen te zijn aan objectieve kwaliteitscriteria op een kieslijst is beland en vervolgens voldoende stemmen heeft gekregen eigenlijk wel de juiste persoon om ons democratisch te vertegenwoordigen? Of moeten we misschien toch nog een kwaliteitseis stellen aan de bestuurder van de toekomst? Al is het maar een heel kleintje?
Dat je in het verleden geen haat tegen groepen individuen gepredikt mag hebben bijvoorbeeld? Of dergelijke haat niet genormaliseerd mag hebben door je uitspraken? Om er maar even twee willekeurige onderwerpen uit te pikken. Welke oplossing gaat onze democratie eigenlijk verbeteren? En gaan bestaande volksvertegenwoordigers tot die verbeteringen besluiten? Hoe dan?
Jasper Mekkes is ingenieur en vooruitgangsfilosoof.
Jasper Mekkes, 13.04.2018 @ 13:56