Verwend in Narisawa
Peter Breedveld
Illustratie: Katsukawa Shunshō
Vorig jaar hadden we een hemelse culinaire ervaring in het Tokiose sterrenrestaurant Narisawa. Een mix van theater, poëzie en gastronomie noemde ik het, geloof ik. Eetbare performances kregen we voorgezet, begeleid door fantastische Japanse wijnen.
Het restaurant werd daarna door Pellegrino uitgeroepen tot beste restaurant van Azië. Wereldwijd is Narisawa volgens Pellegrino het op 19 na beste restaurant.
Strafbankje
Het hele jaar heb ik op die sublieme maaltijd van de vorige zomer geteerd (niet letterlijk, natuurlijk) en we namen ons voor: volgend jaar gaan we wéér!
Dat hadden we niet moeten doen. Toen we het restaurant binnenkwamen, bleek er iets niet goed te zijn gegaan met onze reservering, al hadden we wel een bevestiging ontvangen. Daar werd niet lekker mee omgegaan. We werden in de gang op een bankje gezet, terwijl de gerant ging uitzoeken waar het toch mis was gegaan. Na lang wachten kwam hij vertellen dat ze er een tafeltje in het restaurant hadden bijgezet, maar we kregen gewoon de tafel die we vanaf ons strafbankje al de hele tijd keurig gedekt – en onbezet – hadden gezien.
Reeks teleurstellingen
Dit bleek de voorbode voor een reeks teleurstellingen. Het begon heel aardig met de door een zomers bos geïnspireerde amuses, inclusief een shotje van met cederhout geïmpregneerd water. Daarop volgde een frisse, smaakvolle salade met wagyu-vlees. Ook met de gegrilde paling (Japanners zijn gek van gegrilde paling) met mango was niks mis. Maar het was ook geen klapper.
Toen begon de ellende. We kregen een plastic zak waar een waterig soepje inzat met stukken vis en groenten. Zeker niet vies – maar sáái. Daarop volgde een reusachtige Japanse, vlezige oester. Ook die was niet vies, en vorig jaar kregen we ‘m ook, maar Japanse oesters zijn net biefstukken. Ik vind ze veel te grof en vet – je moet er echt hard op kauwen. Geef mij maar onze eigenste Zeeuwse oesters, zacht en subtiel.
Zeeslang
Om ons heen zag ik de gasten allemaal andere gerechten krijgen, al had iedereen hetzelfde lunchmenu. Sommige gerechten had ik ook best willen eten, zoals de inktvis met ‘rokende as’, die we vorig jaar al hadden. Naar sommige gerechten zag ik reikhalzend uit, bijvoorbeeld de zeeslang, die ik nog nooit heb gegeten.
Maar we kregen geen zeeslang. We kregen schildpad.
Je kunt me níet in een ruimte zetten met allemaal mensen die zeeslang krijgen, en mij dan géén zeeslang geven! Ik heb nog nooit zeeslang gehad, het is gek, het is een beetje griezelig, geef me mijn zeeslang! Hier worden gewoon mensenrechten geschonden, ik weet het zeker!
Schildpad hebben we vier jaar geleden voor het eerst gegeten in Kyoto. Het waren onaantrekkelijke stukken blauwig vlees die ze in een grote pot bouillon flikkerden en daarna op ons bord. Ik eet bijna alles, en ik vind nauwelijks dingen vies, maar schildpad is vies. Het is taai en heeft een ranzige smaak, die aan kikker doet denken. Kikker blief ik ook niet.
Blauwige kleur
Ook Narisawa doet niet veel met zijn schildpad. Deze had hij gewoon gefrituurd en werd in een stuk papier opgediend. Alsof we fish and chips aten bij een stalletje. En ik blijf erbij: schildpad is vies. Deze had ook weer die blauwige kleur en een grote gele karbonkel van vet. We mochten het met onze handen eten. Joepie!
Het hoofdgerecht was goed: en een lekker stukje wilde eend. Ik vergat een foto te maken. Luister, niks mis met die eend, maar die kun je overal eten. Daar kwamen we niet voor naar Narisawa.
Daarna kregen we al het toetje, een sorbet en daarna een Japanse perzik, die wel verrukkelijk was. Japanse perziken, lieve mensen, behoren tot het lekkerste dat God ooit heeft gemaakt. Maar zoals u op de foto ziet, was het niet veel meer dan dat. Gewoon een lekkere perzik, gevuld met vanillemousse of zoiets.
Albert Heijn
Niet alleen kregen we andere gerechten dan de andere gasten, we kregen er ook minder. We vroegen waarom. Omdat we vorig jaar al geweest waren, antwoordde de Australische ober. De chef wilde niet dat we hetzelfde kregen. Maar vorig jaar was er helemaal geen zeeslang! En ik had liever nog een keer hetzelfde als vorig jaar dan die schildpad. En vissoep in een plastic zak. Als ik vissoep in een plastic zak wil, ga ik wel naar de Albert Heijn.
Na het toetje kregen we nog zoetigheden bij de koffie, maar die konden de teleurstelling eigenlijk niet meer verzachten.
Japanse wijn
Ook kreeg ik geen Japanse wijnen bij de gerechten, zoals de vorige keer. Niks mis met de Franse en Duitse wijnen die ik wel kreeg, maar Japanse wijn krijg je bijna nergens, en was me vorig jaar enorm bevallen.
En zo werd één van de bijzonderste herinneringen van de vorige zomervakantie bezoedeld.
Kindjes in Afrika
Zijn we verwend? Zeker. We hebben inmiddels in zoveel goede restaurants gegeten dat de kans op een teleurstelling steeds groter wordt. Wat we vroeger exquise gerechten vonden, lijkt nu gewoontjes. Bah, Peter, bah, denk eens aan de kindjes in Afrika, die alleen vliegen te eten krijgen.
Weet ik, weet ik. Maar dit was geen lunch van 35 euro per persoon, als u begrijpt wat ik bedoel. Ik kan Narisawa zelf niet betalen van mijn salarisje. Dit is een dure tent, dus daar daar mag ik best wat meer van verwachten dan een stuk schildpad in een papiertje.
Lees ook mijn stuk over Tokio op Aicha Qandisha: Tokio voor gierigaards.
culinair, Japan, Peter Breedveld, Reizen, 29.08.2013 @ 08:37