Vervolg discriminerende rijksambtenaren
Gerard van Reekum en Rogier van Reekum
Foto: William Mortensen
Onder verwijzing naar de ‘toeslagaffaire’ heeft de koning onlangs ingestemd met betaald verlof voor zijn gehele regering. Wij noemen dat het regeringsbonusschandaal: vanaf nu kunnen afgetreden bestuurders zich collectief gefinancierd aan de campagne voor hun herverkiezing gaan wijden. Aan de beloofde financiële genoegdoening voor gedupeerde ouders gaan wij hier geen woorden vuilmaken. Nou vooruit, eentje dan: afleidingsmanoeuvre. Dus liever dan ons daarin te verliezen, ventileren wij onze woede over een aspect dat almaar als een bijkomende kwestie terzijde wordt geschoven: de boosaardige discriminatie door rijksambtenaren.
Volgens Rutte zijn mensen “tussen de wielen van de rechtsstaat terechtgekomen” en “als het hele systeem heeft gefaald, kan alleen gezamenlijk verantwoordelijkheid worden gedragen.” In zijn visie werden ouders slachtoffer van “een discriminerend systeem” dat gebruikmaakt van “slimme algoritmen”. Echt Mark, denk je daarmee weg te komen?
Door concrete daders te verstoppen achter het gordijn en het veroorzaken van de schade te leggen bij “wielen”, “de overheid” en “het hele systeem van toeslagen”, is het Rutte zèlf die een fundament van de rechtsstaat ondermijnt. Alsof in Neurenberg en Jeruzalem niet de daders terechtstonden maar de nazi-ideologie, alsof niet juist daar de fundamentele vergissing is gecorrigeerd dat het bestaan van een breed gedragen regime, een systeem drijvend op geloof in abstracties als ‘Fremdvölker’ en ‘Untermensch’, individuele uitvoerders zou vrijpleiten van schuld aan wandaden.
Institutioneel racisme
Ouders werden het slachtoffer van rijksambtenaren die zich bij hun discriminatoire behandeling van klagende burgers gedekt waanden door een institutioneel racisme dat nog altijd opzwelt uit onze koloniale geschiedenis en waarop door opeenvolgende regeringen schaamteloos wordt meegesurfd. Het is dezelfde kijk op de wereld die PvdA, CDA en VVD hebben doen besluiten dat verdrinking in de Middellandse Zee en ontmenselijking in Griekse concentratiekampen acceptabele elementen zijn van een oplossing voor de “vluchtelingenproblematiek”. Met als gevolg dat het rechtse burgerdom binnen de ranks and files van de IND ook in eigen land ongehinderd zand in de naleving van internationale verdragsverplichtingen kan blijven strooien.
Politici en bewindslieden van de PvdA (van Wim en Wouter via Diederik tot Lodewijk) zijn hierbij voortdurend instrumenteel geweest. En altijd kwam de inspiratie van godvruchtige democraten (van Jan Peter en Maxime via Sybrand tot Wopke). En deden liberale taalkunstenaars (van Frits tot Mark) de uitkomst voorkomen als ‘een pragmatisch compromis’. Ja, pragmatisch dan, volgens de newspeak waarin het betekent dat de barbaarse uitwerking van wetten en regels pas tijdens de bureaucratische toepassing mag blijken.
Gespeelde verontwaardiging
Bij een tekort aan middelen fungeert het ontbreken van daadwerkelijk toezicht als carte blanche voor het sadisme onder de ambtenaren, zowel bij Justitie als bij Financiën. Pas nadat het structurele karakter van de misstanden niet langer uit de publiciteit is weg te houden, wordt het schijnheilige A4’tje van ‘verantwoordelijkheid nemen’ weer uit de onderste bureaulade opgediept, zorgvuldig vermijdend om die verantwoordelijkheid te delen met de beulen die de domestic terror ten uitvoer moesten leggen. Teneinde de politieke broeders ter rechterzijde niet nodeloos te irriteren, want je weet immers nooit wanneer je weer zaken met ze moet doen. De gespeelde verontwaardiging van Wilders en Baudet is niet één keer geconfronteerd met verbaasde verwijzing naar de anders door hen zo openlijk gepropageerde ontmoediging van “gelukzoekers, profiteurs, en niet-westerse allochtonen.”
Nu het rapport van de Parlementaire Ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag ernstig genoeg bevonden is om een Nationaal Coördinator Discriminatie en Racisme te benoemen, om daarover een Staatscommissie in te stellen, en om het College voor de Rechten van de Mens te vragen medewerkers van onder meer de Belastingdienst en UWV te trainen in “het herkennen van ‘vaak onbewuste’ vooroordelen”, wordt het dan ook niet hoog tijd om het Openbaar Ministerie te verzoeken onderzoek te doen naar strafrechtelijk verwijtbaar optreden door ambtenaren van de Belastingtelefoon en andere afdelingen van die dienst? Hoe goed zou het niet zijn om eindelijk te kunnen beschikken over jurisprudentie ter ondersteuning het aansprakelijk stellen van ambtenaren wanneer die niet weigeren mee te werken aan de uitvoering van maatregelen die van hen onoorbaar handelen vraagt?
Juridische vervolging
Zoiets zou, ter vervanging van de locker room culture-bevorderende Rutte-doctrine, gerust het zelfdenkende-ambtenarenarrest mogen gaan heten. Beter leren ambtenaren bepaalde gedachten weg te lakken vóórdat ze uit hun mond of handen komen, dan pas uit de notities die na een WOB-verzoek naar parlementariërs of journalisten moeten. En beter voelen zij zich empowered door het bestaan van een reëel risico op juridische vervolging, dan daarvan gevrijwaard te zijn dankzij politieke bestuurders die elk nader onderzoek bij voorbaat afkappen door formeel en consequentieloos alle verantwoordelijkheid op zich te nemen.
Overigens klinkt de term ‘toeslagaffaire’ ons al te apologetisch in de oren. Liever noemen wij het een kinderopvangschandaal. Het gaat immers niet over toeslag maar over de achterlijke situatie in Nederland waar het complete sociaal-juridische en economische stelsel berust op de gedachte dat beide ouders een taak hebben in de verwerving van het gezinsinkomen terwijl de verzorging en begeleiding van jonge kinderen wordt overgelaten aan de organisatiekracht van ouders versus geldbeluste opportunisten in de markt (waarbij vooralsnog onduidelijk blijft of de laatsten evenzeer aan nietsontziende handhaving en vervolging zijn onderworpen als de eersten). Dit schandaal maakt één ding heel duidelijk: de staatsgereguleerde ‘markt’ (voor arbeid en kinderopvang bijvoorbeeld) betekent niet anders dan mensen te onderwerpen aan het racisme van boekhouders en pennenlikkers teneinde het bedrijfsleven zo min mogelijk in de weg te leggen.
Gerard van Reekum (1953) is organisatiekundige en actief geweest in diverse bedrijfstakken alsmede bij de overheid. Zijn onderzoek en publicaties gaan over de vraag hoe mensen in bepaalde rollen terechtkomen (of daaruit weten weg te blijven, wat op hetzelfde neerkomt).
Rogier van Reekum (1980) is socioloog en werkzaam aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Hij doet onder andere onderzoek naar migratiepolitiek in Europa.
Gastschrijver, 19.01.2021 @ 09:18