Verhaal Halen
Peter Breedveld
Hassnae las gisteren voor uit eigen werk in het kader van het Haagse literaire festival Verhaal Halen, waarbij schrijvers optraden in de huiskamers van aardige Hagenaars. Hassnae’s podium was het huis van de Haagse oud-burgemeester Ad Havermans en zijn vrouw. Verderop in de straat trad Christine Otten op, weer verderop was Joost Zwagerman, enzovoort.
Hassnae moest vier keer optreden. Maar in het festivalprogramma stond het adres van Havermans verkeerd (een ‘weg’ in plaats van een ‘plein’) en dat leek zich te wreken toen er de eerste keer maar drie dames kwamen opdraven. Die werden getrakteerd op het nogal seksuele ‘Voor mijn Verlater‘. Met verwondering zag ik Hassnae, echt een heel keurig islamitisch meisje met een beetje een bekakt accent, zonder blikken of blozen zinnen voorlezen als ‘je tong wil ik opdrinken. Ik wil je tong niet meer uit mijn mond, ik voel hoe je mijn benen spreidt’ en ‘ik sluit mijn benen nog harder om je en voel je in mij’. De dames luisterden aandachtig.
Bij de tweede sessie stroomde de huiskamer vol. De Havermansen haalden stoelen waar ze ze maar konden vinden. Allemaal mensen die speciaal voor Hassnae kwamen! Nu las ze het verhaal ‘Hamam Baraka‘ voor, een bewerking van het ook nogal zinnelijke ‘Siham‘, eerder op deze fijne website gepubliceerd. Hassnae heeft er het verhaal van een liefdesverdriet in verwerkt, gevolg van een ruzie om een bruidsschat. De gasten hingen aan haar lippen. Ze vroegen haar honderduit over de Marokkaanse cultuur.
De onbevangenheid van deze gegoede, roomblanke burgers van middelbare leeftijd viel op. “Is dat niet erg eh, ouderwets, zo’n bruidschat?”, vroeg een mevrouw. Hassnae vindt de traditie eigenlijk wel wat hebben, iets romantisch. Een andere dame begon omstandig te verklaren dat ze natuurlijk wist dat je niet mag generaliseren. “Maar zijn alle Marokkaanse mannen dan zo macho?” Hassnae, na wat geaarzel: “Ja!” Wat haar ouders ervan vonden dat ze een Nederlandse vriend heeft, wilden ze ook weten.
“Wat vindt u eigenlijk van de denkbeelden van Wilders?” vroeg een jonge vrouw. Er ontstond een geweldig rumoer en binnen een minuut was de huiskamer helemaal leeg.
De derde sessie was al net zo drukbezocht. Deze mensen mochten kiezen: het Marokkaanse badhuisverhaal of een verhaal over een jongedame, Sofie, met gewichtsproblemen? Het werd het badhuisverhaal. Daarna las Hassnae alsnog ‘Sofie‘ voor, en dat was autobiografisch getint, bekende ze. Ik hield mijn hart vast. Het verhaal begint met een uitgebreide opsomming van wat er allemaal aan snoep en snacks in Sofie’s huis bevindt. Daar werd onbedaarlijk om gelachen. Hassnae hield zichzelf ook niet in de plooi. “Dit is erg confronterend”, zei ze. “Een soort therapie.” Sofie verklaarde, met een mond vol vloeibare chocolade, dat ze niet begreep hoe haar gewicht zo kon toenemen. Ze was immers gestopt met snoepen! De gasten lachten zich slap.
Toen volgde een pittige seksscène, met hardwordende tepels, een opzwellend ‘lid’ en cunnilingus. “Dit stuk is niet autobiografisch”, zei Hassnae schijnheilig. Volgens mij werd dit niet geloofd. Ik besloot mijn blik op zo neutraal mogelijk te zetten. “Ik heb steeds op je gezicht gelet”, zei mevrouw Havermans met een brede grijns tegen me, “om te zien hoe je zou reageren!”
Bij de laatste sessie zat een hele rare mevrouw. “Wie bent u eigenlijk? Ik ken u helemaal niet”, zei ze op commanderende toon. En later: “Bent u eerste generatie?”
Het was een groot succes. Na afloop dronken we een glaasje met de familie Havermans en een bevriend paar. Mevrouw en meneer Havermans zijn bijzonder hartelijke en gastvrije mensen. “We zien elkaar toch weer?” vroeg hij toen we huiswaarts gingen.
Nog iets opmerkelijks: een festival als Verhaal Halen is helemaal afhankelijk van gastvrije Hagenaars, die uit liefde voor de literatuur hun huiskamer openstellen voor schrijvers en hun publiek. Iemand die haar huiskamer afgelopen zaterdag ter beschikking had gesteld van de schrijvende wetenschapsfilosoof Bas Haring, vertelde dat Haring gewoon niet was komen opdagen. Ook de hoofdredacteur van nrc.next, Rob Wijnberg, liet verstek gaan zonder enig bericht. Die hebben dus gewoon mensen, die speciaal voor hen waren gekomen, voor schut laten zitten, om maar niet te spreken van de gastheren en -vrouwen, die hun hele huis hadden ingericht als literair theater, met drankjes en hapjes en alles.
Ik zeg wauw tegen zo’n gebrek aan scrupules.
Update: Rob Wijnberg laat weten dat-ie inderdaad, door zijn ‘eigen domme fout’, een uur te laat was, ‘maar tot mijn vreugde kwam alle bezoekers van de eerste ronde gewoon gezellig weer aangeschoven in het extra ingelaste uurtje na de laatste sessie.’
Peter Breedveld, 27.09.2010 @ 13:36
18 Reacties
op 27 09 2010 at 14:00 schreef Rob:
‘Bent u eerste generatie?’ Die vraag had ze in gedachten vast al beantwoord met ‘nee’. Want dat ‘kan helemaal niet’. Dat ‘weet’ zo’n mens gewoon.
op 27 09 2010 at 15:45 schreef Tjerk:
Dus Hassnae zit allerlei geile verhaaltjes te vertellen aan deftige Haagse dames en heren, en dan beginnen ze over haar afkomst?
’t Is maar net waar je prioriteiten liggen. Of zou dat gewoon het veiliger onderwerp zijn?
op 27 09 2010 at 16:08 schreef hassnae:
Hé Tjerk, was ook gekomen! Was gezellig geweest.
op 27 09 2010 at 16:31 schreef rena:
Ooh wat leuk, jammer dat ik er niet bij kon zijn. Had graag Hassnae’s verhalen willen horen.
op 27 09 2010 at 16:47 schreef Tjerk:
Het is compleet langs me heen gegaan dat het in ’s Gravenhage plaatshad. Maar een volgende keer zie ik de vrijkaartjes met opwinding tegemoet.
Niet dat het voor gisteren iets had uitgemaakt, want toen zat ik elders in het land. Next time…
op 27 09 2010 at 20:25 schreef Nathalie:
Gisteren liet ik Hassnae al weten hoe zeer ik haar bewonder om het feit dat zij zowel tijdens het presenteren als het voorlezen nooit of te nimmer last heeft van zenuwen. Nu ik lees dat zij min of meer gewoon de inhoud van haar persoonlijke ‘dagboek’ heeft gedeeld met het publiek is deze bewondering alleen maar toegenomen. Respect Hassnae. Voor wie je bent en wat je doet.
Chocolaatje Has? Herkenbaar! (Net als de rest ;-)) En daarom juist zo leuk!
op 28 09 2010 at 00:18 schreef vetklep:
Dat lijkt me eng, om in de plotselinge intimiteit van iemands huiskamer met een publiek geconfronteerd te worden. Vooral als ze idiote vragen gaan stellen.
op 28 09 2010 at 11:45 schreef Jona Lendering:
“de schrijvende wetenschapsfilosoof Bas Haring”
Hij schrijft wel, maar een filosoof is het niet. In zijn boekje over Kaas en de evolutietheorie stoft hij “de god van de gaten” weer eens af. Als ‘ie had nagedacht, had hij even aan een historicus gevraagd “Dat argument is een eeuw oud. Klopt het eigenlijk nog?”, en de historicus zou hem hebben uitgelegd dat het niet klopt. Dat had Haring een lelijke uitglijder bespaard.
Het is geen grote zaak, maar van iemand die slordig denkt, verbaast mij niet dat hij ook slordig is in zijn afspraken.
op 28 09 2010 at 11:46 schreef Jona Lendering:
@vetklep
Ik spreek ook wel eens in het openbaar. Geloof me, lezers stellen nooit rare of gekke vragen. Ze proberen je nooit onderuit te halen. Soms heb ik geen antwoord, maar dat ligt aan mij, niet aan het publiek. Dit soort initiatieven zijn heerlijk.
op 28 09 2010 at 13:22 schreef Tjerk:
“Dat argument is een eeuw oud. Klopt het eigenlijk nog?”
Hoezo klopt dat argument vandaag de dag niet meer? (En zou hij dat niet eerder aan een theoretisch natuurkundige moeten vragen?)
op 28 09 2010 at 14:36 schreef Jona Lendering:
@Tjerk
Het argument is gebaseerd op de aanname dat de eerste stadia van religiositeit natuurgodsdienstigheid was. Dat gaat terug op het werk van o.a. de antropoloog Frazer (The Golden Bough). Toen hij daar rond 1900 over begon, wisten we al dat het niet waar was. Voldoende papyri, piramideteksten, kleitabletten en inscripties. De voornaamste en meest frequent aangeroepen goden zijn de beschermgoden van het koningschap (in Egypte: Ra) en de oorlogsgoden. Dat beeld is in de twintigste eeuw alleen maar versterkt, bijvoorbeeld doordat het ook waar blijkt te zijn voor de Hethieten, Syrië en Myceens Griekenland. (Ik geloof dat indologen dezelfde conclusie hebben getrokken, maar kan dat nu niet controleren.)
Omdat de aanname niet klopt, is het argument van de god van de gaten in de twintigste eeuw in onbruik geraakt. Geen theoloog die het nog citeert, want het historisch bewijsmateriaal is overstelpend. Elke historicus of theoloog had dit Bas Haring (en andere evolutiebiologen) kunnen vertellen.
Het is buitengewoon sneu dat het pseudoargument, dat in welverdiende vergetelheid was geraakt, in de jaren negentig door Dawkins e.a. is wakkergekust. Welke verdienste hun oeuvre ook heeft, ze gebruiken, historisch bezien, argumenten die even achterhaald zijn als de wetten van Maxwell. Dat doet afbreuk aan hun theorieën, zoals ik me kan voorstellen dat mensen ook het boek van een collega van mij niet serieus kunnen nemen waarin deze in de ene zin een bepaalde oppervlaktemaat omrekent op een andere wijze dan in de daarop volgende zin. “Als dit een geleerde moet zijn,” denken de mensen, “geloof ik de rest ook niet meer.”
Wat voor mijn collega geldt, geldt voor de evolutiebiologen. Het is prima dat ze nadenken over theologie. Graag zelfs. Maar gebruik correcte argumenten, anders neemt niemand je serieus.
Niets weerhoudt evolutiebiologen ervan even een theoloog of historicus te bellen. Dat ze het niet doen, bevreemdt mij. Als historicus heb ik namelijk de gewoonte om, als ik me buiten mijn vakterrein begeef, wél even met de deskundigen te bellen. Bij de afdeling Communicatie van het Amsterdamse Science Park kennen ze me inmiddels, en de behulpzaamheid die de bèta’s daar hebben, zie ik ook bij mijn alfa-collega’s. Haring had maar één mailtje hoeven versturen om een uitglijder te vermijden.
op 28 09 2010 at 16:07 schreef Tjerk:
Ah, zo bedoeld. Maar dan hebben we niet helemaal hetzelfde voor ogen met het de term ‘god-van-de-gaten’.
Want in de theologie is de term ‘de God van de gaten’ een kritiek op het idee dat je geloof in God rationeel zou kunnen rechtvaardigen door te wijzen op wat er wetenschappelijk nog niet uitgedokterd is: de gaten in onze kennis.
Naarmate onze kennis van het heelal toeneemt, wordt het gebied waar de activiteit van God nog aanwijsbaar is dan namelijk steeds verder teruggekapt.
Astrofysicus Neil DeGrasse Tyson geeft een enerverend overzicht van hoe wetenschappers vanaf de oudheid over de mysterieën van God begonnen te orakelen op het moment dat ze zelf de natuurlijke verklaring niet zagen, en hoe die ‘onverklaarbare ruimte’ door de tijd heen steeds verder teruggedrongen wordt.
Je snapt wel dat God daardoor steeds verder van ons af komt te staan. Viel de goddelijke hand tweeduizend jaar geleden nog aan te wijzen in de constructie van de hemelboog, de ligging van de rotsformaties en de tekening van een bladnerf; inmiddels hebben we hem zelfs niet meer nodig als verklaring voor de Big Bang.
Het eiland waar God op staat, slinkt zogezegd sneller dan de Noordpool (het beeld van een ijsbeer op de laatste, snel afkruimelende ijsberg dringt zich op). Vrijwel elke godsdienstfilosoof drukt theologen dan ook op het hart de rechtvaardiging voor het geloof in God beslist elders te zoeken dan in de gaten van onze wetenschappelijke kennis.
Maar dat is natuurlijk iets anders dan dat je, zoals Bas Haring blijkbaar, meent dat godsdienst is ontstaan vanuit (en samenvalt met) een behoefte aan een verklaring voor allerlei natuurverschijnselen.
op 29 09 2010 at 00:06 schreef Jona Lendering:
@Tjerk
Wat je aangeeft is, als ik het goed zie, de uitwerking van het argument. Het probleem is dat de ouden de goden niet zo vaak aanriepen als noodzakelijk is om het bedoelde argument – en de implicatie dat de gaten waar het opperwezen zich ophield steeds kleiner werden – staande te houden. Als Haring zich bij zijn vakgebied had gehouden, zou hij een schitterend boekje hebben geschreven.
op 29 09 2010 at 13:48 schreef rena:
@Tjerk en @Jona dank voor deze uitleg..leerzaam!
op 29 09 2010 at 14:08 schreef Tjerk:
@Jona; Het hangt er maar helemaal vanaf wat je met de argumentatie probeert aan te tonen, denk ik.
Als het argument luidt: godsdienst is in het leven geroepen om een verklaring voor natuurverschijnselen te geven, maar we hebben nu een betere verklaring, dus is godsdienst net zo achterhaald en uit de tijd als een stoommachine, dan heb je gelijk. Die vooronderstelling, dat godsdienst is uitgevonden ter verklaring van de natuur, is problematisch.
Maar als het argument luidt: de activiteit van God is steeds minder aanwijsbaar in de wereld om ons heen, en dat holt de plausibliteit van het geloof in God steeds verder uit; dan zit daar best wat in:
Bijna niemand gelooft bijvoorbeeld nog dat God via actief ingrijpen het graan doet groeien. En als we lezen dat prinses Irene met bomen knuffelt, vinden we dat vooral raar. De wereld is onttoverd en ontgoddelijkt. Als de werkzame aanwezigheid van God nog ergens geloofwaardig in te zien valt, dan zou het in het ontstaan en de ontplooiing van de natuurwetten zelf moeten zijn; maar zelfs daar zijn theoretisch natuurkundigen al van aan het knabbelen.
En voor dit tweede type argument maakt het niet zoveel uit dat de oude Babyloniërs de goden niet zozeer inriepen als verklaring voor de natuur. Er zijn namelijk niet zoveel mensen die het wereldbeeld van de oude Babyloniërs of Egyptenaren wel plausibel vinden.
op 29 09 2010 at 21:24 schreef Martin:
Tjerk, je slaat de spijker op de kop. Jona, als iets historisch achterhaald is, is het juist interessant te weten waarom en niet enkel dat het zo is. Dat maakt het voor de onschuldig passerende lezer gemakkelijker de argumentatie te volgen.
Ik las dit gisteravond en vroeg me heel sterk af, wat die mijnheer Haring nou exact beweerd heeft en waarom het dan achterhaald zou zijn. Zover ik van wikipedia begrijp is evolutie zijn voornaamste onderwerp en ook in dat geval maakt het weinig uit, dat hij van een foute veronderstelling uitgaat, lijkt mij. Zou hij het voornamelijk over natuurreligie hebben, dan natuurlijk wel.
op 01 10 2010 at 11:42 schreef Ellen ten Bruggencate:
“Een glaasje, een hapje,drankje.” Klinkt echt Haags. Leuk, beeldend beschreven, Peter. Ik zie het voor me.
op 03 10 2010 at 18:15 schreef Ang:
Ik baal dat ik er niet was! GRRRRRRRRRRRRR