Van Sint naar Santa
Jona Lendering
Dat Santa Claus en Sinterklaas in feite dezelfde figuur zijn, is genoegzaam bekend, maar hoe ze precies met elkaar verwant zijn, is minder duidelijk. De ontwikkeling is echter leuker dan je zou denken.
De middeleeuwse Sint-Nicolaas was de patroon van Amsterdam, die de herinnering levendig houdt in de vorm van een middeleeuwse kerk, een schuilkerk, een rooms-katholieke kerk en een Russisch-orthodoxe kerk. De schuilkerk suggereert dat verering van de heilige na de Reformatie ondergronds is gegaan, maar dat is niet het geval. Het feest bleef populair. Toen Nicolaes Tulp (die van Rembrandts Anatomische Les) als burgemeester van Amsterdam in 1663 probeerde een einde te maken aan de “vervloekte afgoderij”, kon hij zijn biezen pakken. Twee jaar later schilderde Jan Steen zijn beroemde Sinterklaasavond. Reformatie of niet, Sinterklaas was springlevend.
Toen Hollandse kooplieden zich in 1626 vestigden aan de monding van de Hudson en daar Nieuw Amsterdam stichtten (het huidige New York), namen de katholieken onder hen het feest mee, en werd Sint-Nicolaas de patroonheilige van de nieuwe stad. Ook de protestanten lijken elkaar cadeautjes te hebben gegeven; in elk geval had het overwegend protestantse stadsbestuur geen bezwaar tegen Sinterklaas-intochten.
Toen de Engelsen de stad in 1664 veroverden, werd de godsdienstvrijheid vastgelegd in de Articles of Capitulation, zodat de katholieke cultus kon blijven bestaan. De datum van het Sinterklaasfeest begon wel wat te schuiven: we lezen ergens over een intocht die werd gevierd op 31 december. Misschien heeft dit te maken met het feit dat de Britten de Gregoriaanse kalender tientallen jaren na de rest van de wereld accepteerden.
De viering had een lokale traditie kunnen blijven als in 1773 de spanningen tussen de Engelse kolonies en de regering in Londen niet onbeheersbaar waren geworden. Op 16 december vond de beroemde Boston Tea Party plaats, waarna kwade kolonisten en Engelsgezinden zich begonnen te organiseren. In New York werd daardoor het voor-Engelse verleden ineens actueel en verzamelden de opstandelingen zich onder de naam “Sons of Saint Nicholas”, een knipoog naar de “Sons of Saint George” die de Engelse regering bleven steunen.
Na deze politieke comeback ging het snel. Toen in 1804 de New-York Historical Society werd opgericht, plaatste die zich onder de bescherming van de heilige: een grap, maar de herinnering aan Sinterklaas als een New Yorks feest werd er levend door gehouden. Vijf jaar later publiceerde Washington Irving zijn History of New-York, waarin hij een beschrijving opnam van wat hij beschouwde als het oude Sinterklaasfeest. Niet veel later richtte hij de Saint Nicholas Society of New York op.
Irvings Sinterklaas was ondertussen een dikke, pijprokende Hollander die wandelde door de straten van Nieuw Amsterdam. In 1823 was de ooit eerbiedwaardige bisschop in het anonieme gedicht A Visit From Saint Nicholas (1823) al gedegradeerd tot “a chubby and plump, right jolly old elf”. In 1838 zien we voor het eerst de associatie met Kerstmis, en krijgt de oude elf zijn rode pelsmantel, rendieren, slee en rooie neus.
De Duitse illustrator Thomas Nast, die van 1863 tot 1886 de omslagen ontwierp van Harper’s Weekly Magazine, introduceerde tot slot de naam “Santa Claus”, die een samentrekking is van “Sinterklaas” en “Sankt Niklaus”. Zijn ontwerpen werden beroemd tussen 1931 en 1964, toen Coca Cola er advertenties op baseerde. Hiermee groeide het personage uit tot een Amerikaans cultureel ikoon, vergelijkbaar met Mickey Mouse en Donald Duck.
Dankzij Coca Cola kon Santa Claus zich verspreiden, maar hij kreeg zijn klassieke vorm dus in het midden van de negentiende eeuw. Dat is ook de tijd waarin de Nederlandse Sinterklaas werd “ontworpen” door Jan Schenkman: een bisschop die niet arriveert uit Myra of Bari maar uit Spanje, vergezeld van een als Moorse (=Berber) page geklede knecht die in schoorstenen zo zwart werd als roet. Zoals zoveel verondersteld oeroude tradities, zijn Santa Claus en Sinterklaas eigenlijk betrekkelijk jong.
Een laatste opmerking nog. New York had tot voor kort een Grieks-Orthodox kerkje, gewijd aan de heilige Nicolaas van Myra. Het stond vlak bij de Twin Towers en werd verwoest op 11 september 2001.
Historicus Jona Lendering won in 2010 de Oikos Publieksprijs. Lees zijn boeken. Meld u aan voor een cursus op Lenderings onderwijsinstituut Livius. Uw leven wordt erdoor verrijkt.
Jona Lendering, 22.12.2011 @ 09:52
2 Reacties
op 22 12 2011 at 13:20 schreef Otto:
Ook Russel Shorto wijdt er in zijn Island at the Center of the World enige aandacht aan. Het was, aldus Shorto, logisch dat niet-Nederlandse kindertjes in wat toen nog maar tot voor kort Nieuw Amsterdam was heel goed in de gaten hadden dat er iets lekkers te vergeven was in December. Het ligt voor de hand dat die kindertjes vervolgens tegen hun Engels-Amerikaanse ouders gaan lopen vertellen dat ze het zo leuk vinden, die Sinterklaas, en of de Sint volgend jaar niet ook bij hen langs kan komen. Zo gezegd, zo gedaan. Ik vind dat niet onaannemelijk klinken. Ongeveer net zoals de kerstboom van mevrouw El Bezaz.
op 22 12 2011 at 21:09 schreef Marco Meijer:
Erg interessant en leuk om te lezen !