Turks Fruit
Obscuro
Illustratie: Miguelanxo Prado
Na het onverwachte overlijden van mijn vader, en een kort jaar later dat van mijn moeder, besloot ik, enigzins in verwarring en met het instinct van een gewond dier die zijn kudde zoekt, terug te keren naar mijn jeugdheimat aan de Middellandse zee.
Maar ik beken dat het leven in Nederland, waar ik jaren eerder naartoe was gekomen in een impulsieve exil van familie, taal, landschap en klimaat, mij ondertussen ook de strot uitkwam. De jaren van zelfgekozen inburgering waren gestrand in een moeras van verveling. Ik voelde mij misbruikt en onbegrepen, als een graag geziene exotische mascotte op een feestje, waar ik voor mijn gevoel met mijn leven betaalde, maar waar, gezien de late uurtjes, opnieuw verwacht werd dat ik naar mijn hok opkraste.
Natuurlijk bracht de dood van mijn ouders nu dit allemaal naar boven met de genadeloze precisie van de tijd.
Die paar jaren van remigratie zijn heilzaam en rampzalig geweest, zoals ieder leerproces. Een aaneenschakeling van hoogte- en dieptepunten. Ik heb gewandeld op lege stranden in januari, gehuild om het warme gezelschap van de natuur om mij heen, mij soms gestort in een uitgangsleven van schoonheid, drank en verleden.
Tijdmachines bestáán. Ik besefte dat mijn Hollandse kennissen en liefdes nooit hadden begrepen wie ik echt was, vroeg of laat het lot van ieder mens. Maar mijn jeugdkudde verstond mij nu ook slecht, ik eiste vrijheden en afzonderingen die ik als kind al had. Ik besloot terug te keren naar de Hollandse wandelgangen, op zoek naar een andere deur.
Holland voelde toeristisch gezellig, met een boerse saaiheid. Alles was godverdomme om zes uur dicht en in de inmiddels gegroeide house-parties in het weekeinde deed men niet meer dan voor elkaar, van een afstand, zijn kleding paraderen. Ik had vanuit het zuiden nog van die handige kalmeringspillen voor huisvrouwen meegenomen, voor momenten dat het gat in de ziel me te angstig aankeek. Ik verhoogde de dosis. Dat liep fout. Kort daarna kapte ik er cold turkey mee. De vriend waar ik logeerde, heeft me geholpen, gevoed en uitgescholden, in drie dagen van wanhoop.
Via een van die mooie linkse-kerk-projecten ging ik vrijwilligerswerk doen in de natuur. Het contact met de planten en de aarde, en de inmiddels aanbrekende lente brachten mij weer tot mezelf. Sindsdien heb ik een totaal andere opstelling ten aanzien van het ‘ik’ in de Hollandse maatschappij. Fuck alles, ik zal nooit meer proberen te worden wat ik niet ben, Noord of Zuid, en als het je niet bevalt, rot je lekker op. Expat forever, anytime, anywhere, dank u wel.
Enter Turks Fruit.
In een homokroeg, u weet wel, die hokken waar het van ons mensen van de verkeerde kant wordt verwacht dat we lekker uit het zicht blijven, ontmoette ik een leuke Turkse jongen. Grappig, niet onknap, met een innemende openheid, charmant. Er waren al een paar jaar overgegaan sinds mijn vorige relatie en ik ging erop in. Onze gedeelde buitenlandse afkomst leek mij toen een pluspunt. Onzin natuurlijk, het is omgekeerd racisme.
Afijn. Binnen korte tijd kwam het voorstel of ik bij hem kwam wonen, waarop ik ja zei. Een kennis van mij was kort daarvoor op vakantie naar Turkije geweest en had een cd van Tarkan meegenomen, ik luisterde ernaar en bekeek Tarkan’s mooie wimpers. Je laat je nooit inpakken door een mens alleen, maar ook door zijn omgeving en achtergrond. Tarkan was sexy.
Dat je aan Turks Fruit al van twee kilometer afstand kon zien dat-ie een gillende nicht was, had een belletje bij mij moeten doen rinkelen. Maar ik had daar wel respect voor, ik vind mensen die zichzelf durven zijn, ondanks de druk van hun omgeving, een verademing. De openbaringen kwamen beetje bij beetje: het kostgeld, dat ik betaalde voor de huur, werd niet gebruikt voor huur; mijn uitgeleende portemonnaie, op straat verloren, verscheen drie dagen later op mysterieuze wijze leeg in de brievenbus.
Fantastische verhalen kwamen voorbij, vaak aangevuld met echte tranen. Ik besefte uiteindelijk dat het een gokverslaving betrof en ging op mijzelf wonen, maar we bleven elkaar zo nu en dan zien.
Toen viel een bom: het bleek dat Turks Fruit een hersentumor had. De operatie was gepland, maar ik hoefde niet mee, want de familie kwam op de eerste plaats en dat ging niet samen. Het liep goed af en na een tijdje kwam Turks Fruit terug, met verband om zijn hoofd. Ik had met hem te doen. Al een tijd liepen zijn salarisbetalingen via mijn bankrekening, omdat in het verleden schulden waren gemaakt en geen bank hem nog accepteerde. Ik nam regelmatig zijn salaris op en overhandigde het hem. Kleine moeite.
Tot ik een dag bij Turks Fruit bleef slapen en er ruw werd gebeld, midden in de nacht. Opeens stonden acht politiemannen in de woonkamer, en we moesten mee. Ik begreep er niets van, werd apart afgevoerd in een busje, en er werd mij duidelijk gemaakt dat ik mijn bek moest houden. Later hoorde ik via walkie-talkies Turks Fruit gillen en zich verzetten, en politiemannen grapten dat de hond werd ‘ingezet’. Ik rilde.
Na een vreselijke nacht, in een claustrofobisch hok op het politiebureau, legden rechercheurs mij fijn uit wat er speelde: Turks Fruit had grote sommen geld verduisterd en ik werd net als vele anderen mede verdacht van fraude omdat mijn bankrekening in het verhaal voorkwam. Alles wat ik afgelopen jaar had gehoord, bleken leugens, zelfs de hersenoperatie was met precisie gefingeerd.
Het heeft een jaar geduurd totdat ik van alles werd vrijgepleit, met een waarschuwing om vanaf nu “beter op te letten”. Voortaan loop ik met een boog om al te vlot sprekende Turken heen, vergeef het me. Ik kwam Turks Fruit nog zo’n twee keer op straat tegen, maar die liep snel door nadat ik hem streng aankeek.
Obscuro is een creatuur van de nacht, een feestbeest, een relnicht. Snoeihard, maar ook heel gevoelig.
Foute Mannen, Obscuro, 15.11.2011 @ 09:26
4 Reacties
op 15 11 2011 at 11:33 schreef Otto:
Ooit was ik een keer in Istanbul verzeild geraakt in wat naderhand een homobar bleek te zijn: de Pinocchio. Op zich geen ongezellige tent, maar Turkse kerels knijpen er op los.
op 15 11 2011 at 15:55 schreef Rob:
In Tilburg liep een jongen rond, heftruckchauffeur in een kaasfabriek, die één net pak had – maar dan ook een echt mooi pak. Daarmee ging hij in het weekeinde naar de duurste kroeg en dan zei hij dat hij Italiaan was. Want ‘Turk’, dat werkte niet echt bij de vrouwen. Jammer, want het leek een goede vent.
Ik heb me altijd afgevraagd hoe hij uiteindelijk zou “opbiechten” dat hij een Turk was. Maar misschien was het niet de bedoeling om het ooit zo ver te laten komen.
op 16 11 2011 at 12:14 schreef Yvonne:
@Otto
Nou vind ik het ook wel treffend dat je Pinocchio per ongeluk uitzocht. Ik begrijp dat je als onze huishomo meer wilt dan alleen maar geknijp. Probeer eens een Griekse homobar, je weet van voren niet meer of je van achteren nog leeft. Aanrader.
op 16 11 2011 at 17:45 schreef Thomas E:
Mooie openingsalinea, Obscuro! Zou zomaar het begin van een goede roman kunnen zijn.
(Alleen vind ik dat ‘heimat’ wat jammer in deze mediterrane context)