Toen Pa met een vuisthamer achter mijn broer aan ging
Theo Boon
We schrijven het jaar 1974, het jaar waarin de eerste echte gebeurtenis zich afspeelt die ik me daadwerkelijk kan herinneren. Zittend op een enorm oranje kussen, kijken wij met het gezin naar de WK-finale. Het gezin is niet compleet omdat Cor, de oudste van de vier broers, sinds kort bij tante Bep woont. Kort voor die WK-finale, in mei ‘74, komt het tot een handgemeen tussen hem en ons pap. Handgemeen is daarbij het eufemisme van het jaar 1974.
Vreemd genoeg herinner ik me van die vechtpartij niets. Die heb ik verdrongen of ik was, zoals wel vaker, bij tante Annie.
Cor is van ‘56 en ik van ‘69 en ondanks dat wij dus 13 jaar in leeftijd schelen en elkaar maar weinig zien als ik opgroei, is hij mijn grote held. Hij is de vleesgeworden goedertierenheid, hij brengt licht en energie met zich mee als hij uiteindelijk, na de vechtpartij met pa, weer mondjesmaat op bezoek komt in zijn ouderlijk huis. Het huis waar hij zijn drie broertjes achter heeft moeten laten met die twee voortdurend oorlogszuchtige volwassenen. Ik ken verder niemand die onverschrokkener is dan hij, niemand met tegelijkertijd zoveel lef en niemand met zo’n groot hart als dat hij.
Schreeuw- en scheldpartijen
Cor is of wordt dat jaar in mei 18 jaar, daar wil ik vanaf zijn. Zijn toenmalige vriendin, nu zijn vrouw Jeanette, wordt 9 mei van datzelfde jaar 16. Niet heel belangrijk, maar op die dag speelt het huiselijk drama zich af.
De Zündapp in de schuur wordt ingeruild tegen een nog stoerdere en waarschijnlijk snellere Yamaha. De afstand Eindhoven-Bladel, waar Jeanette woont, wordt daarmee in no-time afgelegd. Driekwart van de brommer wordt betaald van het spaargeld dat hij verdient met de de krantenwijk die hij loopt, het andere deel leggen pa en ma Boon bij.
Pa Boon, zijn naam is genoemd. Door velen in de buurt gevreesd vanwege zijn norse voorkomen maar vooral vanwege de dagelijkse schreeuw- en scheldpartijen waar iedereen in de straat dagelijks van mee kon genieten. Terugkijkend, verbaas ik me er nog over dat er niet één straatgenoot was die hem eens tot de orde riep, niet één persoon die zoiets had van “nou is het welletjes geweest, klootzak, met je geschreeuw en gescheld”. Ik geloof dat de wijkagent wel eens voor de deur stond, maar die werd dan door de gespeelde charme weer om de tuin geleid. Het verbaast me ook dat Jeugdzorg in die tijd nooit in beeld is gekomen, want dat het niet veilig was, dat de vier opgroeiende zoons ernstig leden onder de terreur die daar heerste, was toch wel redelijk evident.
Knappe verschijningen
Wat wil je ook met zo’n basis voor een huwelijk, daar kan niet veel goeds uit voortkomen. De twee leren elkaar kennen bij de DAF. Hij automonteur, zij poetst daar. Het eerste wat zij tegen hem zegt is “hé boerenlul, vind je het normaal om met je vuile werkschoenen een net gedweild kantoor binnen te lopen?” Vanaf dat moment is hij geïntrigeerd door haar. Hij vraagt haar via een collega mee uit en zij stemt toe.
Door uiterlijk tot elkaar aangetrokken, het waren twee bijzonder knappe verschijningen, gaat het vanaf dat moment erg snel. Ze komt er na zes maanden achter dat ze zwanger is van hem. Hij wil er niets van weten, hij moet van zijn moeder zeggen dat het niet van hem is. “Zij gaat met anderen mee, ze is een hoer, Albert, zeg dat maar.” En dat zegt hij.
O, wat heeft ze gejankt, gejankt van verdriet en gejankt van boosheid. Daar hebben de wortels van rancune en haat jegens hem zich vastgezet in haar, dat kan niet anders.
Haar vader laat het er niet zomaar bij zitten. Nadat ze tevergeefs met haar moeder en met haar dikke buik voor zijn ouderlijk huis staat en met dezelfde woorden door zijn moeder wordt heengezonden, schrijft haar vader, opa Cor, de rechtbank aan.
Via een langdurig proces met getuigen, valse getuigen, een eerste rechtszaak waar onvoldoende bewijs is voor een uitspraak, doet een andere rechter na een tweede procedure dat wel. Cor is dan inmiddels twee jaar en woont bij zijn moeder in haar ouderlijk huis. Hij groeit die eerste twee jaar op tussen haar elf broers en zussen. De rechter zegt dat hij niet anders kan concluderen dan dat Albert Boon de vader van Cor is en dat het wellicht tijd wordt dat hij zijn verantwoordelijkheid hiervoor neemt. En zo geschiedde.
Haat en wrok
De twee trouwen en niet veel later wordt een huisje in stadsdeel Strijp betrokken, in de van Maanenstraat om precies te zijn. Het huwelijk is al vanaf dag één een regelrechte shit-storm. Hij zuipt, schreeuwt en slaat en zij is rancuneus, verbitterd en triggert hem waar ze kan.
Cor groeit op in Strijp, hij is een goede voetballer en een begenadigd accordeonspelertje. Eric en Robbie volgen en als ik ter wereld kom, is het huisje letterlijk te klein en verhuist het gezin naar Vaartbroek in Eindhoven Noord. Al die jaren wordt het huwelijk steeds giftiger. Hij zuipt, schreeuwt en slaat nog steeds en zij zet telkens weer een tandje bij in haar niet aflatende haat en wrok jegens hem.
Cor wordt of is dus 18 jaar en mag eindelijk op de Yamaha waar hij zo lang voor gespaard heeft. Maar niet alvorens pa hem iets duidelijk heeft gemaakt. Hij vindt dat Cor weet moet hebben van verzekeringspapieren en op die negende mei 1974, Jeanettes verjaardag dus, wil hij hem dat uitleggen. Uitleggen op zijn zo karakteristieke manier.
Cor zit in de keuken te eten terwijl hij in de huiskamer de papieren bij elkaar zoekt. “Cor, kom eens effe hier”, roept pa naar de keuken. De toon is meteen al dwingend omdat vriendelijkheid hem nu eenmaal vreemd is. Cor, die al weet waar dit over zal gaan, antwoordt: “Ik kom zo, ik eet eerst effe mijn eten op”. Daar waar de toon eerst alleen dwingend is, schakelt pa nu direct door naar zijn tirannieke, dagelijkse zelf. “JE KOMT NU HIER OF IK KOM JE HALEN!” schreeuwt hij richting keuken. Cor, die tot nu toe eigenlijk altijd wel deed wat pa zei of eiste omdat hij wist wat er anders zou volgen, zegt dan voor het eerst iets wat hij niet eerder durfde. “Nou, dan kom me maar halen”, niet precies wetend maar wel klaar voor wat zal volgen.
En wat volgt, is een vechtpartij die zijn weerga niet kent. Een vechtpartij die beslecht wordt met een vuisthamer waar pa Cor mee achterna gaat als die het gangetje achter het huis in vlucht.
Sinds die dag heeft Cor niet meer thuis gewoond. Hij woonde korte tijd bij tante Bep en ome Jan, werd beroepsmilitair en trouwde al snel met Jeanette, de liefde van zijn leven.
Eigenwaarde
Ik was vier jaar oud en kan me het niet herinneren. Slechts uit overlevering ken ik de contouren van dit verhaal. Afgelopen week vertelde hij het verhaal twee keer. Cor, die tot voor kort niet al teveel stil wilde staan bij zijn verleden, omdat dit volgens hem zinloos was en vooral ook heeft bijgedragen aan de sterke man die hij nu is, lijkt nu te beseffen dat de in het verleden opgelopen schade hem toch ook wel parten heeft gespeeld in zijn ontwikkeling als mens, als vader en echtgenoot.
Dat wij van nature maar weinig eigenwaarde hebben, dat wij het fijn vinden en nodig hebben om met enige regelmaat, het liefst elke dag, te horen dat wij er mogen zijn, dat wij de moeite waard zijn, vindt zijn oorsprong in ons gezamenlijke verleden. Dat is niet erg of zielig, dat is gewoon zo.
Theo Boon is liefhebber van films, series, boeken, sport en oprechte, liefdevolle mensen.
Theo Boon, 05.01.2023 @ 10:47