Tijd voor echte regionale en libertaire politiek
Jasper Mekkes
Illustratie: Yamamoto Takato
Hoe belangrijk het ook is om kritisch te durven zijn nadat je verbeterpunten hebt geanalyseerd, een huis verbeteren door het te repareren en verbouwen is soms minder verstandig dan sloop en nieuwbouw. Soms zijn er ook andere kwaliteiten nodig dan behoud van het bestaande – en doen wat we altijd al deden.
Op een gegeven moment is de chaos te groot geworden, stroomt het water te hard naar binnen, zelfs na de kleinste regenbui, en wordt het tijd om op oude fundamenten iets nieuws te bouwen; juist om die oude fundamenten te kunnen behouden – en revitaliseren.
We leven in een tijd van revolutie; de spreekwoordelijke aardbeving die het huis wil wegvagen. Kenmerk van die revolutie is dat we de productie anders aan het organiseren zijn – en dat we onze vrijheid weer opeisen. Lokaal in plaats van mondiaal, namens jezelf in plaats van namens een ander en samen op basis van wederzijds voordeel in plaats van samen op basis van winst voor enkelingen.
Oude waarden
Om te voorkomen dat de fundamenten van het bestaande huis als gevolg van deze aardbeving voor de dominante ideologie; het liberalisme, samen met dat liberalisme wegzakken in de afgrond, moeten we niet alleen weten hoe we het nieuwe huis vorm gaan geven, maar ook waar, op welke fundamenten, van wie het huis wordt, door wie het wordt gebouwd en voor wie we het bouwen.
Bouwen we het huis weer op een breuklijn, door te doen wat we altijd al deden? Of op een lijn die al duizenden jaren zorgt voor rust, stabiliteit en gezondheid, door oude waarden, met de hiervoor benodigde revolutie – en daardoor met vooruitgang in plaats van stilstand, achteruitgang en afbraak?
Sinds de aardbeving die eerst de Franse en vervolgens de Industriële Revolutie was voor dat huis, met naschokken die gevoeld werden in heel Europa, heeft de conservatief-liberale bourgeoisie in Nederland en Europa de politieke macht in handen. Dit resulteerde in een de facto alleenheerschappij van het liberalisme, dat sinds de Industriële Revolutie de ideologische vlag is waaronder de bourgeoisie, als een nieuwe aristocratie, nu in de vorm van een oligarchie, de politieke lakens uitdeelt. Dit liberalisme heeft diverse individuen en groepen op vele momenten geïnspireerd om te proberen de ermee gepaard gaande illiberale politiek bij te sturen en te stoppen.
Voorbeelden te over. 1848 (julirevolutie, Parijs), 1871 (commune van Parijs), 1886 (Palingoproer, Amsterdam), 1934 (Jordaanoproer, weer Amsterdam) zijn slechts een onvolledige opsomming van revoluties die zich verzetten tegen de neerdrukkende oligarchie van de bourgeoisie.
Avant-Garde
Het waren stuk voor stuk revoluties met een geschiedenis; van de revoluties die hen voorgingen. En meer concreet van de ideeën, geschriften en praktische daden van de denkende, schrijvende en praktische leiders, oftewel de intellectuele voorhoede, die net als vroeger ook nu met kunst, cultuur, literatuur, poëzie of gewoon door het goede voorbeeld te geven met een praktische levensfilosofie, de slaafse volgzaamheid van de kudde, die verblind wordt door het allesoverheersende dogma van de liberale ideologie, probeert te doorbreken.
Die Avant-garde is iets heel anders dan de dienaars van de mondiale oligarchie; de parvenu’s die we tegenwoordig te pas en te onpas op radio, tv, in de kranten of als ‘managers’ in organisaties tegenkomen. Voor de echte Avant-garde moet je altijd zoeken op ongebruikelijke – en rustige plaatsen. Op plaatsen die nog door weinig mensen bezocht worden. Want dat echte democratie belangrijk is betekent niet dat de meerderheid op dit moment toegang heeft tot de beste ideeën.
Maar gelukkig is de meerderheid wel feilloos in staat die goede ideeën te onderscheiden. Zelfs als de dominante cultuur er alles aan doet om met haar instituties haar ideologie en haar dogma uit te dragen en op te leggen aan de kuddemens, om er zo voor te zorgen dat de informatie niet stroomt, dat de transparantie ver te zoeken is en dat gelijke kansen en zelfsturing nauwelijks nog kunnen bestaan.
Angst voor onderwijs
De reden voor deze tegenwerking van de vooruitgang door de gevestigde orde? Een oeroude angst bij de ‘elite’ voor onderwijs, ontwikkeling en echte democratie. Een angst ook voor de vrije, zelfsturende individuen en de gelijke kansen die dat tot gevolg zou hebben – en niet te vergeten de liefde van de gevestigde orde voor, indien nodig gewelddadige onderdrukking van vrije burgers, om klasse-onderwijs en een slap aftreksel van democratie te kunnen conserveren. Burgers die vrij zijn doordat ze beschikken over de juiste ideeën, de juiste informatie, kortom zelfsturende individuen, zorgen voor knikkende knieën bij de gevestigde orde.
Een gevestigde orde die toch voor een deel bestaat uit de jongeren die in mei 1968 de vooruitgang hoop gaven toen zij zelf hun vrijheid nog opeisten, en daarmee de patriarchale maatschappij op haar grondvesten deden schudden, maar net als in mei ’68 ook nu weer de scherpte van denken en het organisatievermogen missen om het alternatief te schetsen en implementeren.
Het zijn immers voor een deel dezelfde jongeren, die in de jaren na 1968 kritiekloos achter Marxisme, Maoïsme, Che Guevarra of Cuba aanliepen, die nu als zestigers en zeventigers hun ziel hebben verkocht aan het totalitaire liberalisme.
De echte koplopers zijn ondertussen degenen die nog wel risico’s durven nemen, die nog wel na durven denken, die hun eigen leven nog wel vorm durven geven en zelfs op het spel durven zetten; door vrijmoedig de waarheid te spreken – om zo een weg te kunnen banen naar een vrij leven, voor zichzelf – èn anderen.
Nieuwe toekomst
Maar de revolutionaire weg die door een gebrek aan visie, inzicht en lef de geleidelijke weg werd in de politiek, bij de SDAP en haar opvolger de PvdA, zorgde er niet alleen voor dat het revolutionaire vuur en de wil tot waarheid verzandde in de goede linkse ideeën maar matige resultaten van Den Uyl. Het zorgde in de jaren ’90 ook voor de ‘liberale’ weg van de PvdA, toen Wim Kok de vrije markt omarmde – en daarmee voor het volledig irrelevant worden van de opvolger van de ooit zo vooruitstrevende Sociaal Democratische Bond van libertair socialist Ferdinand Domela Nieuwenhuis.
Na zoveel jaren ‘liberalisme’ is het goed om eens te analyseren hoe het ook zou kunnen. Hoe we het oude huis voorzichtig, met behoud van haar waardevolle fundamenten, kunnen afbreken, om het nieuwe huis te bouwen op die oude fundamenten: de ideeën van grote denkers uit het verleden.
We moeten met oude ideeën een nieuwe toekomst creëren, voor vrije individuen. Een vrijheid die begint met revolutie. En die revolutie is een feit zodra we besluiten niet meer te dienen en de produktie anders te organiseren: met gevoel voor de geschiedenis en de juiste feiten.
Om dit te kunnen doen moet je behalve naar het verleden en haar ideeën ook naar de geografie van samenlevingen kijken. Het landschap vormt immers de mens, die op zijn beurt de feitelijke gebeurtenissen, maar ook de spiritualiteit, de verhalen en zo de cultuur vormt. Om te beginnen een persoonlijke cultuur, maar die is altijd ingebed in de cultuur van een gezin, een familie, een regio, een land en een continent.
Moderne slaven
De fysieke en geestelijke verbondenheid en de regionale sociale samenhang van de mens met zijn leefgebied – en al het leven daarin – is van groot belang voor de strijd tegen het liberalisme en haar nietsontziende vernietigingsdrang van leefgebieden.
Om deze revolutie in goede banen te leiden, is libertaire orde nodig. Een democratie van de regio. We moeten daarvoor de politiek regionaliseren.
Een politiek waarbij burgers zelfsturende individuen zijn die zich verenigen voor het bestuur van hun eigen leefomgeving, vanwege wederzijds voordeel – en niet meer om hun soevereiniteit te verkwanselen aan ondemocratisch gekozen bestuurders van megalomane bestuurlijke entiteiten.
Die megalomane meelopers met de liberale kuddemoraal, bestuurders waar de kiezer geen enkele democratische binding mee heeft en die slechts zijn ingesteld om de moderne slaven van de superrijken in het gareel te houden via de managers van dienst.
Libertaire politiek
Het is tijd voor echte, regionale en libertaire politiek, waarbij de uitvoerende macht; bestuurders, zowel als de wetgevende macht; volksvertegenwoordigers, bij gemeentes, provincies en rijk direct en online worden gekozen, door een meerderheid van de kiesgerechtigden, op basis van een programma – en met een imperatief mandaat; een mandaat dat soevereine burgers bij slecht functioneren weer kunnen terugnemen.
Waardoor het ook belangrijk is om bestuurders en volksvertegenwoordigers op een objectieve manier te gaan selecteren; namelijk op basis van het feit dat hun programma een bepaald minimum aantal kiesgerechtigden aanspreekt, wat blijkt uit het aantal stemmen op kandidaat-bestuurders in de te organiseren voorverkiezingen.
Met een president en andere bestuurders die voor maximaal zeven jaar direct worden gekozen met een imperatief mandaat, door een meerderheid van die kiesgerechtigden, zodat bestuurders meer bezig kunnen zijn met het succes van hun bestuursperiode dan met hun herverkiezing, en met volksvertegenwoordigers die op persoonlijke titel, direct worden gekozen, voor een periode van maximaal vier jaar. Na hun maximale periode komen bestuurders en volksvertegenwoordigers niet meer in aanmerking voor een politieke functie, om beroepspolitici te voorkomen. En laat iedere kiesgerechtigde niet alleen per digiD kiezen voor bestuurders en volksvertegenwoordigers maar laat ze ook jaarlijks aangeven welke imperatieve mandaten van bestuurders en volksvertegenwoordigers eerder teruggegeven moeten worden aan de burgers; omdat men zich niet hield aan hun mandaat, het met de kiezer overeengekomen programma. Dat is pas democratie!
En hiervoor is uiteraard ook een bestuurlijke herinrichting nodig, zodat de kracht van de plek weer vertegenwoordigd wordt in het bestuur van die plek. Niet meer de onpersoonlijke gemeente Zuid-West Friesland maar de gemeente Aldemardum, niet meer de gemeente Gooise meren maar de gemeente Bussum, om eens twee voorbeelden van politieke schaalvergroting te noemen die zelfsturing, transparantie en gelijke kansen voor vrije individuen in ecologisch, sociaal, politiek en economisch verantwoorde samenlevingen ondermijnt.
Wil tot waarheid
De grenzen aan de groei, de onnatuurlijke schaalvergroting die we bereikt hebben dankzij de ideologie van de religie van het kapitaal; het liberalisme en haar filosofie; het constructivisme, en de hierop ontstane reactie van een wil tot waarheid, een wil tot soevereiniteit en zelforganisatie van de productie betekent dat we allang middenin de revolutie zitten.
Het is dus niet meer zaak de revolutie te starten of te stoppen. We hoeven haar slechts in goede banen te leiden; de juiste kant op te sturen. De organisatie, de libertaire orde, die hiervoor nodig is kan worden gevonden in ideeën en daden van oude denkers als Pierre-Joseph Proudhon, Jean Jourès, Louise Michel, Ferdinand Domela Nieuwenhuis, Jan Antoon Fortuyn of Henriëtte Roland Holst.
Voor die libertaire orde is het onder meer van belang te analyseren hoe de religie van het kapitaal haar gelovigen zoet houdt; en dat doet ze met een fooi.
Het liberalisme woekert voort omdat de hebzucht voortwoekert. Dè manier om dit te stoppen is door het alternatief te schetsen; met filosofie, literatuur en poëzie, maar ook met een nieuwe politiek van praktische daden en een overeenkomstige praktische filosofie; een filosofie van de geschiedenis.
Daden die getuigen van visie, inzicht en lef, doordat ze gebaseerd zijn op goed terugkijken en vrijmoedig de waarheid spreken, vormen het fundament waarop een libertaire republiek van de lage landen gebouwd kan worden.
De ironie van het lot wil dat niemand in het huidige politieke bestel hier aan mee zal kunnen bouwen; omdat onze politici daarvoor veel teveel zijn geïnfecteerd met het liberale virus. De meeste politici zijn niet alleen niet meer in staat om vrij te denken, maar willen dat ook helemaal niet meer. Het (neo)liberalisme van het Verdrag van Maastricht, het constructivisme, het poldermodel en de kuddemoraal hebben de scherpte in het denken, de wil tot waarheid, met behulp van een onverzadigbare machtshonger eerst onderdrukt en vervolgens nagenoeg uitgewist.
Vreedzame middelen
De nieuwe beweging die nodig is, is een front van, voor en door het volk, een front dat strijdt met vreedzame middelen; op papier, op internet en in de praktijk, en behalve libertair en republikeins ook Proudhonniaans is. Een beweging die zich naar analogie met de Gaulle in het Frankrijk van na 1945 niet afvraagt of iemand links of rechts is, maar of iemand Nederland wil. Een beweging dus die de soevereinisten van links en rechts verenigt in haar strijd tegen het stervende liberalisme, dat in zijn doodsstrijd tot alles in staat en dus levensgevaarlijk is.
Het imperatief mandaat en een libertair socialisme in de stijl van Proudhon werden ook in het recente verleden meerdere malen succesvol in de praktijk gebracht. Oekraïense anarchistische guerillastrijders die begin 20-ste eeuw onder leiding van Nestor Makhno in opstand kwamen tegen het bolsjewisme, de door Marx geïnspireerde communistische evenknie van het nazisme, en vervolgens in groten getale gedood werden door het Rode Leger, hanteerden het imperatief mandaat bij het kiezen van hun commandanten.
Maar ook de commune van Parijs had kenmerken van een libertaire republiek in de stijl van Proudhon. Enkele van haar successen: het vervangen van het leger door een nationale garde van burgers, het scheiden van kerk en staat en het kwijtschelden van schulden van de middenstand. En ook de bewoners van de Parijse commune werden en masse gedood, door het Franse regeringsleger tijdens de semaine sanglante (bloedige week) van 21 tot 28 mei 1871, waarin naar schatting 30.000 communards, zonder enige vorm van proces, werden gefusilleerd.
Vrije individuen
Maar het feit dat degenen die opstaan tegen politici met een totalitaire ideologie die vrije individuen wil neerdrukken, vermoord worden, betekent niet dat een libertair socialisme in de stijl van Proudhon niet het beste alternatief is voor het nieuw te bouwen huis. Het betekent vooral dat het nog niet de ruimte heeft gekregen. Destijds niet van de bolsjewisten in Rusland en de fanatiek conservatieve ‘liberalen’ in Frankrijk, tegenwoordig niet van de gevestigde ‘liberale’ orde en haar meelopers.
Het wordt hoog tijd dat soevereinisten van links en rechts die ruimte gaan opeisen. Ruimte voor libertaire orde, met een soevereine staat voor soevereine burgers – en bestuurders met een imperatief mandaat. Het is tijd voor een democratie die echt van, door en voor het volk is – en een staat die de soevereine burger faciliteert, niet een staat die burgers zoet probeert te houden met de mantra van participatie; zonder enige echte invloed.
Want de nationale soevereiniteit behoort toe aan het volk, die haar uitoefent met haar vertegenwoordigers, via de weg van het referendum en met directe verkiezingen van bestuurders en volksvertegenwoordigers.
Wat er aankomt is een fenomeen van beschaving. Een fenomeen dat zich keert tegen het liberalisme, door de fundamenten van onze joods-christelijke cultuur te beschermen tegen de (neo)liberale roofzucht, en dat doet door behoud van oude waarden en vooruitgang naar nieuwe waarden mogelijk te maken, voor individuen en hun cultuur, op alle gebieden. Niet alleen in Den Haag, maar in alle regio’s van Nederland.——
Jasper Mekkes is ingenieur en vooruitgangsfilosoof en heeft net een boek gepubliceerd: Wil tot Waarheid; een materialistische ontologie van de mens en zijn natuur. Dit artikel is een bewerkt fragment uit dat boek.
Jasper Mekkes, 30.09.2020 @ 09:14