Thierry en de Latijnse School
Annemarie Toebosch
Ter nagedachtenis aan Herman Besems, leraar Engels Stedelijk Gymnasium Nijmegen, die me heeft geleerd hoe je met een open hart in de klas en in de mensheid staat.
Een atheïstische politicus uit het progessieve Nederland met KKK-gedachtegoed, die met hoogdravend cultuurgevoel Latijnse frasen rondbazuint en de populistische meute meekrijgt. Voor mijn vrienden en studenten in de VS is er geen touw vast te knopen aan de persoon Thierry Baudet. Je moet daarvoor eerst het Nederlandse schoolsysteem begrijpen.
In Nederland gebeurt er iets groots als je 12 bent en in de brugklas zit. Dan ben je weer terug in de eerste klas want het leven begint opnieuw. Zelfs de onderwijzer krijgt een nieuwe naam en is nu een leraar. Met een test en een docentenadvies hoor je ineens bij de minst, gemiddeldst, of meest intelligente mensen. De scholen heten VMBO, HAVO en VWO, en VWO heeft nog een super-school die Gymnasium heet.
Huiverige vragen
Mijn Amerikaanse studenten schuiven ongemakkelijk in hun stoel. Dit mag in Amerika niet. Verschillen zijn er hier natuurlijk net zo hard, tussen openbare en privéscholen, en in geografische en socioeconomische stratificatie. Maar je mag het zo niet noemen, of institutionaliseren. Dat mag niet van de grondwet. En je mag ook geen dingen zeggen als “Mijn dochter is een echt Havo-kind” of “Mijn dochter is slimmer dan mijn zoon”.
Er komen wat huiverige vragen uit de collegezaal. “What if you’re 11 and you’re having a bad year?”, of “Kids’ minds do not develop linearly. How does this system work?”, of “Can you at least switch tracks if it turns out that you’re in the wrong one?” Ze slaken een zucht van verlichting als ik ze vertel dat je (weliswaar met wat tijdverlies) van niveau naar niveau kunt springen. Maar fijn voelt het niet.
Voor Thierry is het wel fijn. Hij is het slimste jongetje van de klas en hij mag naar de slimste school. Daar leert hij de slimste woordjes uit de slimste talen, zoals oikofobie en eugenes. “Vade me cum!”, zegt de rector van Thierrys school die niet maar gewoon een “directeur” is, “Ga met me mee, Thierry!, dan “borgen” we samen “het Europese erfgoed” en de “joods, christelijke wortels van de West-Europese cultuur” (citaten uit het Gymnasium vademecum, oftewel handboek). Thierry leert alle woordjes en alle waarden.
Gouden toilet
Donald woont ver weg en hij vindt woordjes moeilijk. Hij kan ze nooit onthouden, zelfs niet de woordjes van zijn eigen volkslied waarvan hij om de andere vergeet en om de andere per ongeluk met een hoofdletter schrijft. De waarden leert Donald wel, de gouden waarden van het gouden Westen op een gouden toilet. En zo worden Donald en Thierry vriendjes in haat en politiek.
Donald heeft veel meer macht, maar hij kijkt met jaloezie naar Thierry die zo maar mag zeggen dat wit bloed niet met zwart bloed verdund moet worden, of dat zwarte mensen een lager IQ hebben. Thierrys collega’s en kranten debateren democratisch over het waar of niet waar van Thierrys haat, en ze gaan niet met akelige protest-mutsjes de straat op (hier). Wat een weelde heeft Thierry, een weelde die vastgeketend ligt, niet in een cultuur van goud of wapens (ik een beetje meer dan jij), maar in een cultuur van elitarisme (ik een beetje beter dan jij). Er spreekt een trouw uit de Hollandse politieke elite die tussen de Amerikaanse partijen ver te zoeken is, en Donald zou al zijn gouden toiletten a la minuut inruilen voor deze trouw.
Latijnse liederen
Ik ken de Latijnse wereld van Thierry, en ook ik hou net als Thierry van Latijn. Mijn prachtvader zong me met liefde voor mens en wetenschap in slaap met Latijnse liederen uit zijn seminarietijd. En net als Thierry zat ik op een Stedelijk Gym.
Ik heb daar mijn liefde voor leren ontwikkeld, maar ik kreeg er ook een keer meppen omdat ik niet de juiste college-schoenen had, en een vader met een verkeerd beroep (maatschappelijk werker). Mijn leraren waren allemaal geweldige mensen begaan met de mensheid, maar de schoolcultuur, de drukkende komaf van een hoop leerlingen, en de exclusieve geur van de exclusieve geschiedenis van exclusieve beschavingen, daar kon geen egalitaire leraar tegenop.
Thierry heeft daar veel van geleerd. Hem kan het leren volgens mij verder geen mallemoer schelen (anders doe je wat beter onderzoek naar de intelligentie van mensen), maar hij heeft alle elitaire trucjes goed geleerd. Als hij met zijn Steinway-vleugel vrijt kan hij “coierit cum granditer piano” zeggen, of zoiets.
Europees erfgoed
Mijn zoon leert geen Latijnse woordjes. Hij zit in seventh grade en mijn moeder vraagt op wat voor school hij nu zit. Ze wil eigenlijk weten of hij een VWO-kind is. Het enige wat ik kan zeggen is dat het hier in Amerika gewoon doorgaat zoals op de basisschool, allemaal samen. Mijn kind vliegt vrij rond in het niemandsland van het Amerikaanse onderwijssysteem.
Ikzelf trouwens ook. Ik heb ooit Engels en taalkunde gestudeerd, en zeer zeker geen Nederlands, maar nu mag ik zomaar een programma Nederlands runnen op de meest vooraanstaande openbare universiteit van het land. Ik heb me nog nooit zo hokjesloos gevoeld.
Thierry weet daarentegen precies waar hij hoort. Hij hoort niet bij de mensheid, maar op de Latijnse School. Lekker stevig vast in het klassieke klassenbewustzijn van het Europese erfgoed. Fuck everyone else. En een hoop fanaten bevestigen Thierry’s waanideeën. “Blank” zou bijvoorbeeld een beter woord zijn dan “wit”, want als “blank” is het in het Latijn begonnen, en als “blank” zal het dus blijven! Een beetje taalkundige lacht zich een ongeluk.
Vredige samenleving
Misschien moeten we Thierry en de fanaten van de Europese beschaving dan via het Latijn bereiken. Ik heb twee mooie woorden voor ze, qualis en aequalis, ze klinken zo Latijns-hetzelfde. Er is, geloof ik, geen etymologisch verband, maar het gaat in het leven niet om etymologische verbanden. Het gaat om liefde en vrede, en kwaliteit en gelijkheid vormen in balans een vredige samenleving, en vredige scholen.
Het bestaansrecht van scholen staat verankerd in de Nederlandse grondwet met een recht, niet alleen op onderwijs, maar op bekwaamheid van hen die onderwijs geven. Een vorm van onderwijskwaliteit in de grondwet, en godzijdank is dit zo. In Amerika staat onderwijs niet in de grondwet, en kwaliteit van onderwijs dus al helemaal niet. Geen algemene standaarden, geen eindexamens, niks.
Gelijkheid staat wel in de Amerikaanse grondwet, en daarom mag je geen vmbo, havo, vwo creëren. Via het gelijkheidsrecht doen scholen op allerlei creatieve manieren hun best de standaardloze boel gelijk te trekken. Vlaamse vrienden die net hier naartoe zijn geëmigreerd, staan versteld van de creativiteit op scholen hier. Ik zelf ook nog steeds. En misschien kunnen de Gymnasia van Nederland hier dan iets van leren. Ik begrijp dat ze interpersoonlijk een hoop minder exclusief zijn dan in mijn tijd, maar de Europees-exclusieve waarden zijn nog volop aanwezig in het vademecum. Een idee: misschien in 2018 wat uitgebreidere inclusieve en multiculturele waarden toevoegen.
Mooiste betekenis
Tot slot nog wat Latijn. Nos Iungit Amicitia, “ons verbindt de vriendschap”, het schoollied van mijn Gymnasium. Het kan een hoop verschillende dingen betekenen. “Ons” kan staan tegenover “hun”, en vriendschap tegenover uitsluiting, maar de mooiste betekenis is de inclusieve saamhorigheid tussen mensen. Ik zeg dit niet uit “politieke correctheid” of “identiteitspolitiek” (ik hoor de Nedertrollen alweer schreeuwen), maar uit een gevoel van mensheid en menselijkheid.
Met deze gedachte hoop ik dat de Gymnasia van Nederland, verenigd in de Stichting Het Zelfstandig Gymnasium, een volgende verklaring afleggen:
“Wij, de Gymnasia van Nederland, nemen officieel afstand van Thierry Baudet en zijn mensenhaat.
Nos Iungit Amicitia, wij staan in vriendschap met alle mensen die in ons land en in onze wereld leven.”
Annemarie Toebosch woont al 23 jaar in de VS. Ze is hoofd van het programma Nederlands aan de University of Michigan.
Annemarie Toebosch, 19.02.2018 @ 08:22
1 Reactie
op 19 02 2018 at 08:29 schreef Peter:
Pronken met je kennis van het Latijn? Leesfrontaalnaakt@gmail.com