The Shape of Water doet Guillermo del Toro’s genie tekort
Ruud Hendriks
Het zegt veel over filmjaar 2017 – dat wil zeggen: weinig goeds – dat The Shape of Water behalve de op één na beste voor een Oscar genomineerde film van dat kalenderjaar is en tegelijk de op één na meest overschatte. Paul Thomas Andersons Phantom Thread was met afstand de beste, en Jordan Peeles Get Out met afstand de meest overschatte. Guillermo del Toro’s ode aan fantasy uit de jaren vijftig is een heuse critic’s darling gebleken, nogal potsierlijk in feite, want de lof is zowat net zo larmoyant als de al te zeer geforceerde emoties in zijn film.
Een teken van onze tijd is dat er ook onder filmcritici vaker dan ooit sprake is van kuddegedrag, meer dan goed is voor volwassen filmkritiek. Deels gaan teveel recensenten mee met de vaak hysterisch opgeblazen marketing en krijgt het publiek al voordat er een teaser of trailer is te bewonderen de belofte van een meesterwerk of totale flop.
De hoeveelheid lof voor The Shape of Water is Del Toro gegund, maar het is ook chronische overdrijving. Neem bij Rotten Tomatoes de proef op de som: klik op vijf willekeurige recensies en u zult zien dat filmrecensenten weinig meer doen dan het verhaaltje voor u samenvatten (het minst interessant), en als het meezit nog een mening over de film, waarbij meestal de motivatie en onderbouwing geheel ontbreekt. Over film, filmgeschiedenis, tradities, genre-invloeden, of de filmtaal gaat het zelden tot nooit.
Beste regisseur
Hoofdrolspeler Sally Hawkins is één van de beste actrices van onze tijd. Zoveel werd me ruim tien jaar geleden duidelijk, bij het zien van Mike Leighs Happy Go Lucky (2007). Poppy, Hawkins’ personage uit die film, zal ik niet licht vergeten en Hawkins benut alle laagjes van het personage, ook die er niet op zijn gericht het publiek te pleasen. Bewust laat Mike Leigh met zijn scenario en regie Poppy op je zenuwen werken, en het is een van de obstakels voor Poppys personage.
Voor The Shape of Water werkte ze samen met Guillermo del Toro, samen met Paul Thomas Anderson momenteel de beste regisseur werkzaam in Hollywood. Ze is het beste dat The Shape of Water heeft te bieden, ook al komt haar rol bij lange na niet in de buurt van die in Happy Go Lucky, of die in Maudie (Aisling Walsh, 2016).
Zeemonster
William Alland is wellicht degene die aan de basis staat voor The Shape of Water. Alland, producent, wordt vaak genoemd vanwege een acteerrol: hij speelde de journalist (Thompson) in Citizen Kane (Orson Welles, 1941), die opdracht krijgt uit te zoeken wat de betekenis is van Charles Foster Kanes laatst gesproken woord, Rosebud. Tijdens de opnames van Citizen Kane vertelde een Mexicaanse cameraman, Gabriel Figueroa, hem bij een etentje een mythe over een wezen, half mens, half vis, dat zich zou ophouden in de Amazonerivier. Alland werd erdoor geïnspireerd en schreef tien jaar later aantekeningen voor een verhaal, The Sea Monster.
In december 1952 werkte Maurice Zimm die aantekeningen uit tot een film-treatment. Harry Essex en Arthur Ross schreven vervolgens het scenario voor de inmiddels als klassieker genoteerde The Creature From The Black Lagoon, geregisseerd door de Steven Spielberg van de jaren veertig en vijftig, Jack Arnold. Vanwege het succes van het in 3D opgenomen House of Wax (1953), werd The Creature From The Black Lagoon volgens hetzelfde procédé opgenomen. In tegenstelling tot House of Wax, werd Arnolds film echter in zwart-wit opgenomen. Bioscooppubliek kreeg brillen die volgens het polaroidprincipe werken, maar via filteringen van grijswaarden.
Erotisch geladen
Universal is al lange tijd bezig met plannen voor een remake van Arnolds film. Of het daarvan nog gaat komen is niet helder: ontwikkeling van het script is een staaltje development hell. Dat geldt niet voor Guillermo del Toros The Shape of Water, die door Arnolds film is geïnspireerd. De veelal genegeerde Jack Arnold, een no-nonsense type met een granieten persoonlijkheid, is van grote invloed geweest, niet alleen voor Del Toro, maar met name Spielberg. Arnolds It Came From Outer Space (1952) en The Incredible Shrinking Man (1956) zijn voorlopers van Close Encounters of the Third Kind (1977) en E.T. The Extra-Terrestrial (1982). Specifiek door The Incredible Shrinking Man beïnvloed is ook Alexander Paynes Downsizing (2017) of, langer geleden, Honey, I Shrunk The Kids (Joe Johnston, 1999).
Beroemd, en geliefd, is een onderwaterscene uit The Creature From The Black Lagoon, waarin de creature als voyeurist betoverd lijkt door een in het water zwemmende vrouw, zich niet van zijn aanwezigheid bewust. Even later zwemt hij synchroon met haar mee, zij aan het wateroppervlak, hij onder water volgend. Een erotisch geladen scène, die Guillermo del Toro ongetwijfeld aansprak.
Liefde voor fantasy
Uitgaande van Del Toro’s kwaliteiten is The Shape of Water geen meesterwerk. Het is zeker niet het wereldwonder dat tal van critici met hun recensies beloven. Daarvoor verrast de film en de dramatische ontwikkeling te weinig, en zijn wereldbeeld en conflicten te simplistisch voorgesteld en uitgewerkt. Deze kan niet tippen aan het uitzonderlijk hoge niveau van The Devil’s Backbone (2000) en Pan’s Labyrinth (2006), Del Toro’s beste films.
Desalniettemin behoort The Shape of Water tot één van de beste films van 2017, omdat Del Toro ook met deze film weer uitblinkt met zijn grote liefde voor fantasy. In beste vorm betekent dat die in zijn handen geworteld blijft in de realiteit en de personages sterke, menselijke ontwikkelingen meekrijgen. Daar is bij The Shape of Water veel minder sprake van. Plotontwikkeling is nogal ‘by the numbers‘, terwijl de story (waar de thema’s tot leven moeten worden gewekt) magertjes is.
Echt veel ruimte aan je eigen verbeelding geeft Del Toro je deze keer niet. Te vaak is hij te doorzichtig en voorspelbaar met de gegenereerde sympathie voor Hawkins’ personage, Elisa, en afkeer van de bordkartonnen antagonisten. Het excuus dat het goed past binnen fantasy is te gemakzuchtig: te vaak is de ontlokte emotie voorspelbaar en opgelegd, net zo vaak door de score van Alexander Desplat nog eens benadrukt en herhaald, in plaats van emoties louter het eerste zetje te geven of deze tegen te kleuren. Te vaak zijn er scènes op gericht de moraal van de tijd waarin het verhaal zich afspeelt quasi-kritisch te benaderen, maar het doel ermee is vaak niet meer dan de opzichtige poging je beter te doen voelen, met al je hedendaagse liberale opvattingen.
Innerlijke verdieping
Op zijn strengst gesteld gaat Hawkins’ personage en het scenario – van Del Toro en Vanessa Taylor – mank aan sprankjes Amélie (Jean-Pierre Jeunet, 2001), een draak van een film die, laat dat helder zijn, geen moment in de buurt komt van het niveau van The Shape of Water. Maar Del Toro heeft er al te nadrukkelijk voor gezorgd dat Elisa lievig en onschuldig is, op het zoete af.
De keuze om haar een beperking mee te geven – zij kan niet spreken – is binnen dit drama niet heel inventief, en te voorbarig ingezet om haar via gebarentaal te laten communiceren met ‘Amphibian Man‘, het wezen dat gevangen wordt gehouden in een laboratorium. Interessanter was geweest als zij zichzelf juist gebarentaal had aangeleerd, en het een uiterlijke en innerlijke verdieping was geweest van haar behoefte (‘need‘) werkelijk contact met iemand te krijgen. Ze krijgt het communicatiemiddel nu al op voorhand gratis aangereikt door scenaristen Del Toro en Taylor.
Personages met een beperking als die van Elisa zagen we vaker. Op zijn best en meest functioneel in The Piano (Jane Campion, 1993), op zijn slechtst in Brimstone (Martin Koolhoven, 2016). Vaak leiden dat soort keuzes tot bewondering van critici en publiek, en is een nominatie voor Oscar of Golden Globe al binnen handbereik.
Achtste wereldwonder
Het is schrijnend hoe hysterisch er wordt gedaan over de wonderen der non-verbale expressie, alsof dat het achtste wereldwonder is. Holly Hunters personage Ada kreeg van scenarist en regisseur Campion de intrinsiek gemotiveerde reden mee van het niet spreken: Ada weigert het, en het is een stille, rebelse vorm van verzet tegen de sociale vrouwonvriendelijke codes van de tijd van dat verhaal.
Bij Campion wordt Ada’s innerlijke stem verklankt. De gebarentaal die zij met anderen uitwisselt benadrukt de hele ‘edge‘ van het drama. Ada is geen lievertje, goddank. Dat maakt The Piano daarom nog niet minder sprookjesachtig.
Bij Del Toro is die motivatie ver te zoeken, ofschoon beter benut dan in het bizar slechte Brimstone, waarin Dakota Fanning vlucht voor het klappen van de zweep van een als dominee vermomd aftreksel van Freddie Krüger of Michael Myers, de allang versleten boeroepers uit A Nightmare on Elm Street en Halloween.
Zelfverkozen (nood)lot
Opvallend is dat de drie heldinnen uit The Piano, Brimstone en The Shape of Water allen eindigen in het water, in meer of mindere mate een zelfverkozen (nood)lot. Alleen in The Piano weet dat lot gelaagde emotie en verbeelding op te roepen, terwijl het bij (met name) Brimstone en The Shape of Water berekenend overkomt, weinig meer dan het finale plotpoint.
De plot- en karakterontwikkelingen van The Shape of Water blijven ver achter bij die uit Pan’s Labyrinth. De in de context van de Spaanse Burgeroorlog gesitueerde magische reis van Ofelia, kent overtuigender dramatische obstakels, dan die van Elisa, die weinig meer omvat dan een brave schakeling van plotstapjes. Het Amerika van de Koude Oorlog in The Shape of Water is jammer genoeg plat, en blijkt als setting geen bijzondere catalysator van het drama. Het levert mooie beelden op, maar geen onvergetelijke en unieke, zoals bij The Devil’s Backbone en Pan’s Labyrinth.
Het scenario van The Shape of Water is de zwakke plek. Elisa’s routine is gespiegeld in die van Del Toro. Met elke scène zet Del Toro het eierwekkertje. Twee minuten zelfbevrediging. En weer verder. Voor zijn doen echt te pover.
Ruud Hendriks is opgeleid aan de Nederlandse Film- en Televisie-Academie. Hij is regisseur en docent scenarioschrijven.
Film Reviews, Ruud Hendriks, 02.03.2018 @ 09:54