Taipei
Peter Breedveld
De Taiwanese hoofdstad Taipei is niet uitzonderlijk mooi, vaak best wel lelijk, en het is er bloedheet. Er is ontzettend veel verkeer. Er zijn niet uitzonderlijk veel bezienswaardigheden, en het eten viel nogal eens tegen. Vooral Hassnae had het wat dat betreft moeilijk, want ze doen in Taipei zowat overal varkensvlees in. Dimsum, één van haar lievelings, heeft ze om die reden in Taipei nauwelijks kunnen eten.
Toch vind ik het één van de leukste steden die we bezocht hebben. De stad is een Zuidoost-Aziatische versie van de steden op het Chinese vasteland, die we bezocht hebben, met een stevige invloed van de voormalige kolonisator, Japan. Hier en daar doet Taipei ook wel aan Singapore denken, maar dan veel minder gedisciplineerd. Het is een energieke stad, waar jongeren het straatbeeld beheersen. Een bruisende, vrolijke stad. Eén van de beste dingen: weinig westerse toeristen.
Dat zal wel gaan veranderen, want westerlingen zijn altijd op zoek naar nieuwe exotische oorden om in rond te schreeuwen. Ze hebben Thailand al verpest en moeten nu allemaal per se naar Japan om zich daar alles en iedereen toe te eigenen. Zodra bekend wordt dat Taiwan een opwindende kunstscene heeft, een gezellig uitgaansleven, spectaculaire natuur en een levendige LHBTI-gemeenschap, zullen ze de plaatselijke bevolking vast snel in drommen op de proef komen stellen.
Night-markets en tempels
Vermaard zijn in Taipei de “night markets”, waar een zee van mensen door straten vol kraampjes stroomt, waar je heerlijke snacks kunt kopen. Op de Shilin Night Market (de link leidt naar wat foto’s op mijn Instagram) aten we een heerlijke beignet met oester, pasteitjes met zeevruchten en ik ontdekte er hoe verrukkelijk de koningsoesterzwam is, vlezig en sappig en vol van smaak. Er was een sfeervolle tempel met rode lantaarns. Met dergelijke tempels is Taipei bezaaid, het zijn kleine, sprookjesachtige oases van rust met vervaarlijk uitziende goden met lange baarden en fonkelende ogen, soms zien ze eruit als aliens, en soms is er middenin de tempel een tuintje met een vijver en een fontein, midden tussen de winkels en restaurants, waar het verkeer continue langs blijft razen.
Sterrenrestaurants
We bezochten andere night markets, waar we niks durfden te eten, zo smerig en onhygiënisch zag het eruit. Op een van die markets stonk het naar stront, vanwege de varkensingewanden waar ze in Taipei dol op zijn. We hebben in Taipei de ranzigste sushi ooit gegeten, grote hompen vis die we niet weggekauwd kregen, we zijn afgezet in een snobistisch restaurant waar het niveau nauwelijks boven een goed Chin. Ind. restaurant in Nederland uitkwam, maar we hebben er ook van haute cuisine genoten. Taïrroir, de naam een wat vreemde combinatie van het Franse woord ’terroire’ en de naam Taiwan, combineert de Taiwanese keuken met de Franse. Strak, wit restaurant met een keurig beleefde bediening. Mume combineert de locale keuken met meer Scandinavische smaken en accentueert diepe hartigheid met de lichte frisheid van verse kruiden en bloemen. Erg aardige, piepjonge bediening.
We wilden ook naar RAW, van superchef André Chiang, die we in Singapore hebben ontmoet, maar het lukte ons helaas niet er een tafel te reserveren.
Varkensvleesijs
We hebben ijs gegeten bij de Snow King, een totaal pretentieloze ijssalon die smaken heeft als varkensvlees en wasabi. Ik had chilipeper, wasabi en mango. Ongelofelijk lekker. Behalve wij waren er alleen maar jongeren.
Mooie lelijkheid
En verder hebben we veel gewandeld, ik hou zo van door steden lopen, straten in waarvan ik geen idee heb waar die uitkomen, me vergapend aan de collage van vormen die de gevels en gebouwenblokken zijn, aftandse koloniale gebouwen, verborgen tussen lelijke nieuwbouw, vervallen krotten, simpele eettentjes, doorkijkjes. Ik zeg “lelijkheid”, maar ik bedoel niet zoals in een Franse voorstad of een Nederlandse Vinex-wijk. Het is een mooie lelijkheid, een lelijkheid met karakter, een vrolijke lelijkheid, een spannende lelijkheid. Het maakt ook uit welke mensen ertussen lopen, natuurlijk. Ik vind Taipeiers vrolijke, sociale mensen. Nieuwsgierig, ruimdenkend.
Chiang-Kai-Shek
En wat de bezienswaardigheden betreft: ik zag dat er een Chiang-Kai-Shek-monument stond aangeraden als bezienswaardigheid, maar ik had daar geen zin in vanwege het ongetwijfeld ronkende nationalisme van zo’n monument. Toen we er evenwel toevallig langskwamen, gingen we toch kijken en het bleek een machtig mooi ding.
De Longshan-tempel is ook mooi. Met een nep-rotswand met een nep-waterval, echt geweldig. Sfeertje hoor. Kijk, een mooie zonsondergang. Be cute. Volgens mij hebben ze hier meer konbini’s dan in Tokio. En overal Shin-Chan en Hello Kitty.
Peter Breedveld, Reizen, 12.08.2023 @ 13:00