Stichting Leergeld
Jona Lendering
Het was zomaar een bericht in het Handelsblad: de Nationale Ombudsman constateert dat de schuldenhulpverlening tekortschiet. Gemeenten laten mensen met financiële problemen ten onrechte in de kou staan. Een schrijnend voorbeeld is wat er gebeurt bij een echtscheiding (sowieso schrijnend natuurlijk): een schuldenregeling is in veel gemeenten pas mogelijk als de rechter de boedelscheiding heeft bekrachtigd, maar dat kan maanden duren en in die tijd stapelen de rekeningen zich op. In mijn kennissenkring ken ik twee betrekkelijk recente gevallen.
Ik ken ook een gezin waarvan de ene ouder ZZP-er is en de andere een deeltijdbaan heeft genomen om voldoende tijd te hebben voor de kinderen. De bank adviseerde ze in 2006 een tophypotheek, maar vervolgens stortte de economie in en had de ZZP-er minder opdrachten. Hoewel die harder dan hard – en vaak onder de prijs – heeft gewerkt om geld binnen te halen, is het niet gelukt en moesten ze het onder water staande huis verkopen.
Medelijden met de kinderen
Misschien ben ik niet representatief maar als ik in mijn kennissenkring drie gevallen ken van mensen met schuldenproblemen, dan (a) ben ik niet echt optimistisch over het economisch herstel, (b) concludeer ik dat je in geldzaken niet voorzichtig genoeg kunt zijn en (c) heb ik medelijden met de kinderen.
Ik heb een paar jaar geleden eens geïnformeerd bij iemand die er meer van weet: Richard Kamsteeg, de penningmeester van de stichting Leergeld Hilversum en Wijdemeren. In 2014, zo vertelde hij destijds, leefden in Nederland zo’n 375.000 kinderen in armoede. Eind 2017 waren het er, zo lees ik hier, 400.000.
Die komen op school niet echt makkelijk mee. Neem de vervanging van de boeken door digitale apparatuur. Soms stelt de school zijn leerlingen een computer ter beschikking maar er zijn ook scholen waar ouders voor 1200 euro een Apple-laptop moeten aanschaffen. Een jaar geleden werd erop gewezen dat dit ongelijkheid in de hand werkt en dat treft doorgaans de armsten het hardst. Het is op hun budget immers een grotere uitgave dan op dat van rijke mensen.
Sociaal geïsoleerd
Of denk eens aan het schoolreisje, waarvoor ook vaak een ouderbijdrage wordt gevraagd. De zwemles. Het boekengeld. Muziekles. Het zijn misschien niet de allerurgentste zaken, maar een kind dat niet mee kan op het schoolreisje, heeft een grotere kans sociaal geïsoleerd te raken. Bedenk bovendien dat kinderen genadeloos kunnen zijn als een ander kind “stomme kleren” draagt – bijvoorbeeld een afdragertje – of met goedkope cadeautjes aankomt op een verjaardagsfeestje. Er zijn vanzelfsprekend genoeg kinderen bij wie het niet verkeerd gaat, maar armoede is een risicofactor en wat belangrijker is: er valt iets aan te doen.
Leergeld is de naam van ruim honderd lokale stichtingen en een koepelorganisatie die tot doel hebben arme ouders te ondersteunen van kinderen tussen de vier en achttien jaar. Bijna alles wordt gedaan door vrijwilligers, die de plaatselijke situatie goed kennen en de betrokken gezinnen kunnen bezoeken. De fondsen worden in de regel ook lokaal geworven, waarbij valt te denken aan sponsorlopen, aan organisaties als de Rotary, de Lions, de Kiwanis en de Soroptimisten, aan particulieren, en ook aan het plaatselijke bedrijfsleven.
Nog een belangrijk punt: Leergeld verleent de ondersteuning niet in de vorm van geld, dat de ouders immers verkeerd kunnen besteden, maar in natura. Het kind krijgt dus een fiets of een mobiele telefoon – tegenwoordig noodzakelijk om een lesrooster te kunnen controleren. U leest hier meer over zaken als huisbezoek, bemiddeling, vangnet en nazorg.
Bijzondere bijstand
Het werk van Leergeld is helaas grimmig actueel. De vorige staatssecretaris van Sociale Zaken, Jette Klijnsma, herkende de problematiek en verschool zich niet achter vaagpraat over “meerjarige echte minima”. Ze had het over “armen” en reserveerde honderd miljoen euro, die door de gemeenten moesten worden gebruikt om schoolgaande kinderen te ondersteunen. Het TV-programma Nieuwsuur constateerde, zoals u wellicht hebt gelezen, dat een fors deel van dat geld door de gemeenten is gebruikt om tekorten op de bijzondere bijstand aan te vullen, waarvoor het geld nadrukkelijk niet was bedoeld.
Dit voorbeeld toont twee zaken: enerzijds dat de landelijke politiek erkent dat de problematiek serieus is en valt te bestrijden en anderzijds dat de lokale politiek niet goed weet hoe ze de oplossing moet vinden. Dat maakt een stichting als Leergeld, die daartoe wel in staat is, zo verschrikkelijk belangrijk.
Als u contact wil opnemen met Richard Kamsteeg, dan kan dat hier, de landelijke stichting vindt u daar en de bij een stukje als dit onvermijdelijke link naar de wijze waarop u kunt doneren, vindt u daar. U kunt natuurlijk ook op zoek gaan naar uw lokale Leergeldstichting. Ik beveel de activiteiten van deze stichtingen van harte bij u aan.
Jona Lendering is oudheidkundige, schrijft goede geschiedenisboeken (maar echt), heeft zijn eigen onderwijsinstituut en blogt dagelijks.
Jona Lendering, 06.02.2018 @ 07:53