Singapore – dag twee
Peter Breedveld
Vandaag hebben we – na een fantastisch ontbijt in de Tiffin Room, Little India ontdekt. Dat is inderdaad het deel van Singapore dat wordt gedomineerd door het Indiase deel van de bevolking. Mensen die altijd verhalen opdissen over de brandschone straten van Singapore, zijn vast nooit in Little India geweest, want het is er een kleurrijke, chaotische en op sommige plekken behoorlijk smerige bende.
In Little India kun je geen twee seconden stilstaan om de boel eens goed op te nemen, zonder te worden lastiggevallen door opdringerige verkopers die je willen meetronen naar hun winkeltje en die simpelweg geen ‘nee’ accepteren. Ze blijven op je in ratelen in voor mij schier onverstaanbaar Engels (ik kan de Singaporezen nauwelijks verstaan – op zeker moment dacht ik zelfs dat iemand gewoon Chinees tegen me aan het praten was) totdat je van ze wegloopt. De mensen zijn er allemaal heel hartelijk tegen je, totdat ze zich realiseren dat je niks van ze gaat kopen. Dan worden ze soms zelfs boos.
Indiërs zijn ervan overtuigd dat je niet naar huis kunt terugkeren zonder een door hen op maat gemaakt pak. Dat had ik vorig jaar in Hongkong al ontdekt. Ook hier kwam ik terecht in de winkel van een kleermaker die erop stond mij de maat te nemen om te kunnen zeggen hoeveel een maatpak mij zou kosten. Bijna duizend Singaporese dollars, zei hij en ik maakte hem duidelijk dat dat dus niet ging gebeuren. Hij moest toch ook eten, zei hij. “Ik niet zeker”, antwoordde ik. “Ik kan toch niet tegen mijn kinderen zeggen dat er vandaag geen eten is omdat papa zonodig een pak moest kopen in Singapore?” – “Don’t give me that crap“, mopperde hij. Hij wilde weten hoeveel ik bereid was voor een pak te betalen. “Vijfhonderd dollar”, zei ik. Hij zei dat hij dat zou doen, maar dan met een goedkopere stof dan die ik had uitgekozen. Ik zei nee, ik wil vijfhonderd dollar betalen voor een maatpak van dit mooie zwarte kashmir. “Oké”, zei hij, vijfhonderdvijftig dollar.” Ik zei dat ik zou gaan lunchen en daarna zou terugkomen om te horen of hij bereid was het voor vijfhonderd te doen. Hij was ontzettend gepikeerd.
Ik was naar de kleermaker gebracht door een wezelachtig mannetje dat kennelijk door verschillende ondernemers in de buurt wordt betaald om toeristen naar hun zaak te lokken. Dit is ‘m:
Nadat we aan de kleermaker waren ontsnapt, liepen we het mannetje steeds weer tegen het lijf, alsof hij ons overal achtervolgde. Keken we even in onze Lonely Planet-gids welke restaurants hier goed zijn, stond-ie opeens weer te tetteren dat we naar de Banana Leaf Apolo moesten. Nu stonden we daar toevallig net voor, dus hebben we zijn raad opgevolgd. En gelukkig maar, want we hebben er het lekkerste Indiase eten van ons leven gehad. Het Indiaas dat ik in Nederlandse restaurants heb gehad, vond ik altijd maar zo-zo, zelfs als het vermaarde, door kenners aangeprezen restaurants betrof (altijd diezelfde standaardgerechten, altijd op dezelfde manier klaargemaakt en opgediend), maar nu weet ik dat Indiaas eten dus inderdaad vingerlikkend lekker is. We hebben er onder andere een hemelse curry van vissekoppen gehad en grote garnalen in amandelsaus. Bananenbladeren fungeren er als bord en je mag er met je vingers eten. Het kost allemaal een schijntje. Fan-tas-tisch restaurant en de Lonely Planet klaagt over de bediening, maar die is al net zo fantastisch als het eten.
Kwamen we naar buiten, stond daar dat mannetje weer! Hij trok een blij verrast gezicht: “Hé! Hallo!” Wilde die ons naar weer een andere zaak meenemen. “Nee, we hebben nog een heleboel te doen!” zei ik en we hebben ons haastig uit de voeten gemaakt.
Hassnae heeft zich in het Tekka Centre, een overdekte markt waar op de eerste verdieping vooral Indiaas textiel wordt verkocht, door deze dame een prachtige, Indiase outfit laten aanmeten, een prachtige kurti met bijpassende broek:
Ze ziet er beeldschoon in uit, bijna een Indiase. Heel sjiek, heel gracieus. Totaal anders.
Terug op straat zagen we twee Indiërs bekeurd worden door een politieagent omdat ze het rode voetgangerslicht hadden genegeerd. De agent onderwierp de twee schaapachtig lachende mannen aan een enorme donderpreek, voordat hij uiteindelijk zijn bekeuring begon uit te schrijven.
Verderop stuitten we op de Sri Veeramakaliamman-tempel, onmogelijk te missen door de overdonderende bombast van het dak van de tempel, die bedekt is met (schat ik) honderden godenbeelden:
De tempel is gewijd aan de bloeddorstige godin Kali, maar binnenin, waar de toch al kleurrijke goden baden in knipperende en flikkerende rood-geel-blauwe kermislichtjes, heerst een feestelijke sfeer. Mensen zitten er op de grond, brengen er offers van fruit en bloemen, lijken allemaal weer andere rituelen en handelingen te verrichten, en iedereen mag er binnen, zolang je je schoenen maar uitdoet.
Honderd of zo meter verderop in de straat passeerden we een Spartaanse moskee vol norskijkende baardmannen, waar Hassnae zeker niet zou zijn toegelaten vanwege de onbetamelijke manier waarop ze was gekleed. In het Mustafa Centre, een vijf verdiepingen tellend warenhuis met een hoog Aldi-gehalte, waar alles te koop zou zijn (niet waar) passeerden we een Black Moving Object dat met een smerige blik naar Hassnae keek alsof ze Ayaan Hirsi Ali was. Gebeurde haar ook een paar keer op de luchthaven in Kuala Lumpur, waar het barst van de Golfstaat-burka’s. Doet me altijd denken aan Hans Teeuwen:
‘Maar dan moeten die zandvrouwtjes niet denken: “O, dan doe ik snel een doek om mijn kop, dan ben ik geen hoer meer.” NEE! Dan ben je een HOER! Met een DOEK om je kop!’
Little India heeft veel kleurrijke gebouwen, ook veel gevels die duidelijk nog uit de koloniale tijd stammen. Een allegaartje van verschillende stijlen is het. Toen ik bezig was één van die bontgekleurde gevels te fotograferen, zag ik dat er een grote groep mannen op het plein ervoor naar een Indiase soap op een groot televisiescherm zat te kijken:
Op weg naar ons hotel kwamen we terecht in een straatje waar deuropeningen zicht gaven op roodverlichte maar verder kale ruimtes, waar vrouwen op stoelen leken te wachten. Hoeren, realiseerde ik me. Alweer een smet op het squeakie-schone imago van Singapore. Toen de vrouwen mij ontwaarden, groetten ze me luid en hartelijk. Daarna zagen ze Hassnae, die een paar passen achter me liep, en klonk er hilarisch gelach.
Een paar straten verder kwamen we bij de Thieves Market, waar mensen op kleedjes oude rotzooi te koop aanbieden. Het is er enorm druk:
Nu heb ik geen zin meer om te schrijven. Er gaat veel te veel tijd in deze stukjes zitten. Tot morgen!
Peter Breedveld, Reizen, 11.08.2009 @ 19:06
13 Reacties
op 11 08 2009 at 20:38 schreef Steady Freddy:
Hehehehe, geweldige verhalen.
SF
op 12 08 2009 at 10:10 schreef leo schmit:
Het moeilijk te verstane Engels in Singapore staat bekend als Singlish
op 12 08 2009 at 12:29 schreef hj:
De Singaporese variant van Chinglish?
Overigens lijkt 500 Singaporese dollar me nog steeds behoorlijk veel voor zo’n pak. Een vriend van me heeft er pas één in India laten maken voor zo’n 100 euro en als je goed onderhandelt kan het in China voor nog minder.
op 12 08 2009 at 12:37 schreef Monique:
De tempel lijkt me indrukwekkend, maar ’t is wel kitscherig. Prachtige outfit heb je gekocht Hassnae. Zo te zien is het van soepele stof gemaakt wat vast heerlijk draagt.
op 12 08 2009 at 13:09 schreef Robin:
Hey peter, dat doe je goed die reportages!
Gr. uit Zwolle
op 12 08 2009 at 14:13 schreef Peter:
Dank je, Robin.
HJ, ik wel best geloven dat je voor 100 euro een op maat gemaakt polyesterpak krijgt, maar dit was zuiver kashmir. Luchtige, kreukvrije, mooi vallende stof. Ik ben een keiharde onderhandelaar (heb ik gisteren ontdekt) en hij ging het gewoon niet voor minder dan 550 dollar doen.
op 12 08 2009 at 21:21 schreef Steady Freddy:
Nou Peter de eerst online hit die ik had voor Kashmir suits is 207,57 euro online te bestellen in Bangkok…
SF
op 12 08 2009 at 23:02 schreef Jur:
Waar ga je nog meer naartoe? ‘Peter op reis’ scoort beter dan wat ook! Heerlijk leesvoer.
op 13 08 2009 at 01:24 schreef Dico:
Tjeez, “Jur”en “Robin”.
Twee overduidelijke sockpuppets.
Kan niet anders. Geen weldenkend mens geeft een compliment voor een reisverslagje dat het mavo-niveau nog niet haalt.
op 13 08 2009 at 05:42 schreef Peter:
Nou Peter de eerst online hit die ik had voor Kashmir suits is 207,57 euro online te bestellen in Bangkok…
Dan zat ik er toch niet ver boven met mijn 500 Singaporese dollars. Hoe dan ook, ik heb geen moment overwogen een pak te kopen. Het ging me gewoon om het afdingen, en hoever ik de prijs omlaag zou krijgen.
op 13 08 2009 at 14:48 schreef hj:
Uiteraard heb ik het dan niet over polyester, maar over goede stof. Of in Beijing: een op maat gemaakte avondjurk van zijde voor 80 euro.
Verder niets over je onderhandelkwaliteiten hoor, misschien liggen de prijzen in Signapore anders dan daarbuiten. Wel scheelt het heel erg hoe je overkomt op de verkoper voor zijn beginprijs. Als je in India een sarong draagt levert dat je al snel een hoop geld op. Ik heb ook eens voor mijn gevoel 20 minuten keihard staan onderhandelen, terwijl het eindresultaat uiteindelijk toch nog lang niet het onderste uit de kan bleek te zijn.
Zo heb ik ook twee keer allstars gekocht op dezelfde markt, de eerste toen ik nog niet precies wist waar hun bodemprijs lag en de tweede na wat rondjes lopen – duidelijk in het zicht van de verkoper. Uiteindelijk heb ik voor paar 2 de helft minder betaald.
Maargoed, los daarvan: veel plezier, leuk om te lezen wat je zoal meemaakt daar. :)
op 14 08 2009 at 02:06 schreef Dorien:
“Hoe dan ook, ik heb geen moment overwogen een pak te kopen. Het ging me gewoon om het afdingen, en hoever ik de prijs omlaag zou krijgen.”
Zeg Peter, ben je echt wel helemaal goed bij je hoofd?
op 14 08 2009 at 08:44 schreef Peter:
Zeg Peter, ben je echt wel helemaal goed bij je hoofd?
Eh, nee!
HJ, Beijing willen we ook nog doen. Als dat waar is van die avondjurk, nemen we een lege koffer mee er naartoe.