Shanghai: ik word communist
Peter Breedveld
Wie wil weten waar het naartoe gaat met deze wereld, moet naar Shanghai. Daar lopen de toekomstige wereldleiders, de vertegenwoordigers van de nieuwe elite, de nieuwe wereldorde. Jonge prinsen en prinsessen, blakend van zelfvertrouwen, goed gekleed, een tikkeltje arrogant, zelfverzekerd poserend in hun Armani’s en Chanel-jurkjes. Op de parkeerplaatsen voor de betere restaurants staan glimmende sportwagens, nieuwe BMW’s en reusachtige SUV’s met geblindeerde ramen. Gucci, Chanel, Dior en Prada lokken de goudhaantjes en -hennetjes naar hun kooppaleizen.
Ik kon het zelf niet laten even bij Tom Ford binnen te wippen – de eerste keer dat ik een winkel van deze modebaron zag – waar ik me kapot schrok van de exorbitant hoge prijzen. Alles is in Shanghai twee keer zo duur als in Europa. “Vanwege de belastingen”, legde een verkoper uit. Waarmee het nieuwe Chinese communisme is geduid: moedig het vrije ondernemerschap aan, sta je burgers toe zich helemaal scheel te verdienen, en laat dan de fiscus het vel ze maar over de oren trekken.
En toch, blijkbaar houdt de economische elite van China zelfs na aftrek van de belasting nog genoeg over om twee keer zoveel te betalen voor een paar Louboutins als die in Europa. “Ik heb genoeg van het kapitalisme”, zei ik tegen Hassnae toen ik weer een jonge Chinese god uit een Lamborghini zag stappen. “Ik word ook communist!”
Voor een communistisch land gaapt er in China, in elk geval in Shanghai, nogal een kloof tussen arm en rijk. Zo liepen we op een ochtend in het oude gedeelte van Shanghai, de ‘old town‘, vol smalle straatjes en bouwvallige huizen en mensen die hun afwas in de goot staan te doen, elektriciteitsdraden die zomaar naar beneden hangen, was die overal hangt te drogen, straatstalletjes waar voedsel wordt verkocht, mannen die niets dan een onderbroek en rubberen laarzen aanhebben, kinderen die op straat hun broek naar beneden trekken om een plasje te doen, blinden en lammen en leprozen die bibberend een kartonnen bekertje voor je gezicht houden, mensen die overal tegen elkaar staan te schreeuwen, enzovoort, om ons daarna per taxi naar de French Concession te begeven, een rit van vijf minuten, waar de straten nog net niet van goud zijn.
Iets anders dat me opviel, was het feit dat in de old town veel oude mensen waren, terwijl jongeren heersen in de French Concession. Dat zijn onze nieuwe bazen, lieve lezers. Of liever gezegd, de types die ons aan de dijk gaan zetten, onze fabrieken gaan sluiten en onze historische monumenten gaan kopen. Althans, dat zag ik opeens in een visioen, veroorzaakt door de broeierige hitte in Shanghai.
Eén ding stelt me enigszins gerust: de Chinezen mogen dan harder werken en meer geld verdienen dan wij, ze zijn fenomenaal inefficiënt. Nee, echt bij het groteske af. Als ik een biertje bestel (wijn is hier veel te duur), komt er na tien minuten iemand met een flesje bier, even later gevolgd door een collega met een glas, waarna één van beiden op het idee komt dat het ook wel handig zou zijn als het flesje wordt geopend, en dat je daarvoor een dinges nodig hebt, hoe heet dat ook weer? Een flesopener. Heb jij een flesopener bij je? Nee, jij? Heb je dan geen flesopener bij je? Nee, maar jij toch ook niet? Wil je dan even een flesopener gaan halen? O ja, wacht even, ik vraag het Chang. Hé Chang, kun jij even een flesopener gaan halen? Ja, ik zal het Lian even vragen. Heeft iemand Lian gezien?
En zo gaat dat iedere keer weer. Bij Häagen-Dazs moet je eerst je shake bij de kassa bestellen, dan gaat iemand anders die shake maken, tenminste, als die weer terug op zijn plek is, maar eerst gaat die alle bestelbonnen van het prikkertje halen en weer terug op het prikkertje prikken en o sorry, die smaak hebben we niet meer. Een andere smaak? O ja, sorry, we hebben ook geen melk meer, dus we kunnen helemaal geen shake maken.
Maar goed, desondanks weten ze zo blijkbaar toch lekker te verdienen. Shanghaiezen zien er erg welvarend en erg gelukkig uit in hun bruisende stad, die wel aan Londen doet denken, maar een stuk relaxter is. Je hoort Chinezen constant tegen elkaar snauwen – althans, zo klinkt het – maar er is nooit ruzie, ik heb geen geweld zien, geen dreigende situaties, zoals ik in Nederland eigenlijk voortdurend overal meemaak. Shanghai is superveilig. Dat weet ik omdat we ’s avonds in pikkedonkere steegjes liepen, waar jonge vrouwen in peperdure niemandalletjes ons tegemoet kwamen terwijl ze in hun Gucci- en Chanel-tasjes zaten te rommelen zonder zelfs maar even naar ons op te kijken. Wie zou dat in Nederland doen, ’s nachts halfnaakt over straat lopen met een Gucci-tasje om haar schouder?
De dichtheid aan sexy vrouwen is in Shanghai trouwens ook enorm. Ik deel ze in twee groepen in: vrouwen mét billen en vrouwen zonder. Ik heb, geloof ik, nog niet één zwarte gezien en slechts enkele Arabieren. Wel blanke westerlingen, maar die doen vrijwel allemaal of ze je niet zien. Zoals ik zelf ook doe.
We hebben fantastisch gegegeten in Lost Heaven, een sfeervol restaurant vol rode lantaarns, dat is gespecialiseerd in lokale gerechten uit de provincie Yunnan, met invloeden uit de Burmese en Vietnamese keuken. Wie in Shanghai is: mis dit restaurant niet! Wat dim-sum betreft, hebben we een paar keer misgekleund, maar ook een paar keer lekker gegeten, namelijk in Crystal Jade en in Din Tai Fung. Toch kunnen die niet in de schaduw staan van het Hongkongse dim-sumrestaurant Maxim’s, waar ik de lekkerste dim-sum van mijn hele leven heb gegeten.
BigPete adviseerde onder mijn vorige reisverslag, behalve Din Tai Fung, ook een dim-sumrestaurant in Yu Garden, maar dat hebben we niet gevonden.
Tegenover ons hotel is een mall, Raffles City, met in het sous-terrain een winkeltje waar ze de echte Japanse mochi verkopen! Ik heb geloof ik nooit verteld over de hele dag die we een paar jaar geleden in Tokyo hebben besteed aan het zoeken naar mochi, waar Hassnae een nog grotere obsessie mee heeft dan met cupcakes. I, for one, care less for cupcakes, maar mochi behoren tot de zaligste lekkernijen van de cosmos. Hassnae was blij met die mochi, joh!
In de volgende aflevering vertel ik over onze mislukte trip naar Tongli, te wijten aan de bemoeizucht van een lul met vingers die in dit hotel werkt en die Toby heet.
Peter Breedveld, Reizen, 13.07.2012 @ 14:12
16 Reacties
op 13 07 2012 at 14:35 schreef Hilke:
Goed verhaal én mooie tips – ga ik over ruim een week dankbaar gebruik van maken ………
op 13 07 2012 at 14:50 schreef Rob Hennekam:
Leuk hè . Het begint erop te lijken! Veel plezier nog. Btw vissenkopsoep. Ook top !
op 13 07 2012 at 14:52 schreef Bigpete:
Hehehe heel herkenbaar allemaal. Ik weet niet of jullie iets hebben gekocht in een groot waren huis, maar het afrekenen is dan ook een aparte ervaring. Wij zijn gewend onze spullen mee te nemen naar de kassa en dan af te rekenen, niet in China. De verkoopster die je behulpzaam is geweest krabbelt iets op een bonnetje, daarmee ga je naar de kassa en betaalt. Je krijgt dan van weer een andere medewerker een bonnetje waarmee je teruggaat naar de verkoopster die je aankoop inmiddels heeft ingepakt.
Bij dure hotels en restaurants staat er een mannetje in het toilet om je na het handenwassen een handdoekje aan te reiken, dat weer van je over te nemen en in de wasmand te pleuren. Decadent natuurlijk, maar het heeft wel wat…
Jammer van die mislukte trip naar Tong Li. Het dimsum restaurant in Yu garden is precies naast die grote vijver met goudvissen, de naam ben ik ff kwijt.
op 13 07 2012 at 18:28 schreef Kanttekening:
Maar hebben ze ook democratie?
op 13 07 2012 at 18:47 schreef Yvonne:
Ik zal maar niets vragen over dat hondje in de kooi, wil het niet weten ook.
op 13 07 2012 at 18:58 schreef MNb:
Rob H, vissenkoppensoep kan ik hier op Moengo, Suriname ook krijgen. Doe je het deksel van de pan, staren de dode vissenogen je aan.
Dat systeem van betalen zoals Grote Piet beschrijft kennen we hier in Suriname ook. Het was even wennen, maar gaat vlot.
Deugdelijk onderzoek wijst uit dat in zogenaamde communistische landen de kloof tussen arm en rijk altijd groter is geweest dan in West-Europa. Uiteraard heeft rechts de afgelopen 30 jaar stevig zijn best gedaan die “achterstand” te niet te doen.
op 13 07 2012 at 19:10 schreef de chinees:
en geloof mij maar dat je visioen de waarheid gaat worden, maar dat begrijpt alleen iemand zonder hersens niet.
op 14 07 2012 at 01:46 schreef Travone daSilva:
Hoi Peter,
Ik volg je site al enkele jaren sporadisch, maar had het op een gegeven moment gehad met de essays over domrechts en de islam. Maar dat je leuk kunt schrijven blijkt wel uit dit reisverslag. Het verslag van Vietnam, vorig jaar, heb ik ook met veel plezier gelezen. Ik ben helaas nooit in China geweest dus kan je niet adviseren. Keep up the good work!
op 14 07 2012 at 03:48 schreef You On A Gin:
Ach welnee, gekkke Chinees. Zorg eerst nu maar dat je eigen volk te eten heeft. Dat jullie Afrika aan het leegzuigen zijn zegt niets.
op 14 07 2012 at 09:26 schreef Arjan:
Je leeft al in een communistisch land, Peter. Hier geven we mensen een bijstandsuitkering in plaats van inefficiënt werk te laten doen.
Zoals gewoonlijk weer een prachtige reisreportage. Mijn complimenten hiervoor.
op 14 07 2012 at 10:30 schreef de chinees:
@ you on a gin,
drink maar lekker door en slaap zacht, ik heb het niet over Afrika, ik heb het over Amerika en Europa, China rules soon!
op 14 07 2012 at 15:17 schreef Niek Holtzappel:
Weer een schitterend reisverslag. Dat wilde ik alleen even melden…
op 14 07 2012 at 16:05 schreef You On A Gin:
Zonder handelspartners als de VS en Europa is China vooralsnog niets.
http://www.forbes.com/sites/gordonchang/2012/01/22/china-is-175-6-dependent-on-the-u-s/
We spreken elkaar misschien nog wel wanneer de luchtbel barst. Binnen de landsgrenzen een grote populatie hebben (die al niet eens éénvormig of gelijkgezind zijn) geeft geen garantie op overwicht. Om nog maar te zwijgen over het enorme aantal laagopgeleide boeren. Over onrealistische dromen gesproken. Sommige Chinezen willen zich zo graag superieur voelen – sneu, hoor.
op 14 07 2012 at 21:36 schreef hallo:
‘ik word communist’
O jee, en je bent net ‘streetfighter van links Nederland’ genoemd:
op 15 07 2012 at 06:51 schreef Yvonne:
“Ik zal maar niets vragen over dat hondje in de kooi, wil het niet weten ook.”
Ik klik de ‘heiligenstatus’ boven niet aan, wil het nog steeds niet weten.
op 17 07 2012 at 18:45 schreef vander F:
@hallo,
ja, maar samen in 1 zin genoemd worden met Rene Danen…I dunno.