Seks en roddel aan het Japanse hof
Peter Breedveld
Ik weet ’t, het is een open deur en een cliché, maar de mens van 1000 jaar geleden verschilt helemaal niet van die van nu. Duizend jaar geleden is ook weer niet zo gek lang, welbeschouwd. Mijn opa, die in 1983 stierf, op 75-jarige leeftijd of zoiets, was dus begin 20e eeuw geboren. Tien opa’s terug en je zit in het jaar 1000, misschien wat meer opa’s, want vroeger werden de meeste mensen geen 75 maar hoogstens 40, maar het is te overzien, bedoel ik te zeggen. We zijn niet zoveel knuffels (of oorvijgen) verwijderd van onze middeleeuwse voorouders.
De Japanse hofdame Sei Shonagon leefde van 966 tot 1017 (of 1025, oud genoeg in elk geval om Murasaki Shikibu, de schrijfster van Genji Monogatari, te inspireren tot de uitspraak dat het beter was voor vrouwen om niet ouder dan 40 te worden nadat ze Sei een keer had gezien) en ze was in dienst van één van de twee vrouwen van keizer Ichijo, Teishi, of Sadako. Sei beschreef het leven aan het hof in The Pillow Book (Makura no Soshi), dat ze in 1002 voltooide, een jaar na Teishi’s dood in het kraambed. Er zijn twee wereldberoemde boeken uit de Heian-tijd, de tijd waarin Sei leefde, en dat zijn de eerder genoemde Genji Monogatari (Het Verhaal van Genji) en dit boek.
Ik las de Genji Monogatari lang geleden, op een moment dat mijn leven op het punt stond drastisch te veranderen en ik herinner me niet veel van de inhoud, vooral van de sfeer. Dat boek lezen is in een gebied tussen droom en werkelijkheid verkeren. Het is duizend pagina’s dik en ik heb er ontzettend lang over gedaan. Over The Pillow Book zei iedereen dat het saai was, dus daar ben ik nooit aan begonnen, tot onlangs.
Geestig en onderhoudend
Het is totaal geen saai boek, het is zeer geestig en onderhoudend en de situaties zijn vaak heel herkenbaar. Want dit gaat dan wel over een hofdame die duizend jaar geleden leefde in een land waarvan iedereen nog steeds hardnekkig blijft zeggen dat het zo totáál anders is, een héél andere wereld, maar haar leven lijkt gewoon heel veel op dat van ons: omgeven door weelde in een relatief vreedzame tijd, redelijk beperkt in onze bewegingsvrijheid en geobsedeerd door oppervlakkigheden. Hier beschrijven we die op Twitter en Instagram of we laten er filmpjes van zien op TikTok, Sei Shonagon schreef het allemaal op in haar Pillow Book: observaties van het gedrag van de andere hofbewoners, ontmoetingen en ruzies, roddels, ergernissen, de dingen die ze mooi vindt en waardoor ze wordt ontroerd en opsommingen van allerlei zaken: bruggen, tempels, bergen met beladen namen, “zaken die woede wekken”; “spijtige zaken”.
Ze velt harde oordelen over mensen, kijkt neer op boeren en ambachtslui, lacht mensen uit om hun provinciale dialect en ergert zich aan mensen die slordig omgaan met de beleefdheidsvormen in de Japanse taal. Ze beschrijft tot in detail de kleding van de andere hofdienaren en de blitse rijtuigen van jongemannen, want dat was kennelijk toen al een ding, anderen de ogen uitsteken met het nieuwste model ossenkar. Klinkt als een grap in Asterix (Asterix en de Vikingen, om precies te zijn), maar wordt dus echt beschreven in The Pillow Book.
Seksuele escapades
The Pillow Book geeft een onthullende inkijk in het leven aan het Japanse hof rond het jaar duizend, maar tegelijk vind ik het ook wel verwarrend. Het is mij bijvoorbeeld niet duidelijk of Sei Shonagon nou getrouwd of gescheiden was, maar ze flirt met verschillende mannen en lijkt ook met ze naar bed te gaan. Ze beschrijft in elk geval de nachtelijke bezoekjes van mannen aan andere hofdames, waarmee ze in dezelfde ruimte woonde, slechts van elklaar afgescheiden door schermen, waarover die mannen dan hun kleren gooiden. Sei vond het grappig die kleren daar weg te halen en te verstoppen, zodat die mannen, als ze voor het aanbreken van de nieuwe dag ongemerkt de plaat wilden poetsen, in grote verlegenheid werden gebracht.
Maar er werd heel hypocriet gedaan over die seksuele escapades. Mannen mochten vrouwen, die niet hun echtgenoot of familie waren, niet zien, behalve van veilige afstand achter een semitransparant scherm. Als ze over straat gingen, hielden vrouwen een soort sluier voor zich als een voortent. Allemaal schone schijn, blijkbaar, want hoewel Sei nooit expliciet is, lijken zij en de andere hofdames op erotisch vlak weinig tekort te komen. Op het gebied van de liefde lijkt dat anders te zijn, want Sei gaat nooit de diepte in, maar af en toe schrijft ze bozig en afkeurend over mannen die hun vrouw verwaarlozen of die liefde voor een vrouw veinzen maar zich nooit meer laten zien zodra ze haar eenmaal hebben gehad. Vandaar die gemene grapjes, misschien.
Chinese poëzie
Chinese poëzie of daarop gebaseerde Japanse poëzie was all the rage aan het hof. Sei, telg van een familie van poëten, was er erg goed in. Ze kende duizenden gedichten uit haar hoofd en schreef met gemak zelf een paar regels waar het hele hof dan een paar dagen lang niet over uitgepraat raakte. Iedereen stuurde elkaar voortdurend briefjes met verwijzingen naar gedichten erin, het keizerlijke paar deed er ook aan mee, en het was dan zaak om snel een antwoord te schrijven waarin je liet zien dat je doorhad naar welk gedicht er was verwezen, door er zelf ook weer naar te verwijzen met een paar woorden of regels uit dat gedicht. Als je daarin faalde, of als je net een te lomp woord gebruikte of een verkeerde verwijzing, was je een poosje de risée van het hof.
Sei overkomt het zelf ook een keer. Ze is dan tijdelijk verhuisd, ik geloof vanwege een politieke verschuiving aan het hof, waar verschillende families elkaar beconcurreerden qua invloed op de keizer, en Teishi schrijft haar dan een paar regels die suggereren dat ze haar gezelschap mist. Sei citeert dan een gedicht waarin ze dat gemis expliciet maakt en dat vindt Teishi zo aanmatigend dat Sei zich een paar weken moet lopen schamen, want die briefjes werden altijd hardop aan alle aanwezigen voorgelezen.
Kinderachtig gedrag
Het wonderlijke is dat fragmenten van dit boek, al schreef Sei het uitdrukkelijk niet om door anderen gelezen te worden, al rondgingen aan het hof voordat het boek was voltooid en dus gelezen werd door de mensen wier soms kinderachtige en ijdeltuiterige gedrag erin beschreven wordt. Kennelijk kon dat zonder consequenties.
Ik las de vertaling (in het Engels) van Meredith McKinney, die alles in een voorwoord voorziet van de nodige historische en culturele context. Een uitgebreid notenapparaat achterin helpt ons de de in-jokes, woordspelingen en verwijzingen te begrijpen en er zijn ook bijlagen met beschrijvingen van het paleis, klederdracht, tijdsaanduidingen enzovoort, voor wie het echt allemaal precies wil weten.
Is het Vrije Woord u écht lief? Help me dan met een financiële bijdrage. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke site van Nederland, dagelijks belaagd door domrechtse fascisten, domlinkse wokies, rancuneuze politici, klikspanen, psycho’s, agressieve imbecielen, lockdownfetisjisten, obsessievelingen, het openbaar ministerie, de politie, noem maar op. Stort wat u missen kunt op rekeningnummer NL59 RABO 0393 4449 61 (N.P. Breedveld, Rabobank Rijswijk), SWIFT BIC RABONL2U o.v.v. ‘Frontaal Naakt’. Lees hier waarom dat niet met PayPal kan, maar steunen via Patreon kan weer wel. Nog liever heb ik dat u op Frontaal Naakt adverteert of mij inhuurt. Mail mij.
boeken, Peter Breedveld, 22.06.2021 @ 07:34