Schelden (2)
Menno ter Braak
Illustratie: Henri-Pierre Picou
De afkeer van het ‘schelden’ bij het Nederlandsche volk (waarvoor ik overigens in het algemeen wel iets kan voelen) maakt, dat men in het polemische genre geen qualiteitsverschillen heeft leeren onderscheiden.
Ja, het is waar, dat men, nu Multatuli lang overleden is en Lodewijk van Deyssel in de litteratuurhistorie veilig is bijgezet, erkent, dat het ‘schelden’ van deze beide schrijvers eenige verdiensten had en zelfs eenig talent vereischte; maar de objecten, die zij met hun ‘gescheld’ vervolgden, zijn dan ook historisch geworden (of men meent, dat zij historisch zijn geworden).
Schelden om de wereld te veranderen
Een werkelijke polemische traditie, als ik het zoo eens noemen mag, hebben zij echter niet in het leven geroepen; dat er b.v. een belangrijk qualitatief onderscheid bestaat tusschen het ‘schelden’ van Multatuli (den non-conformist par droit de naissance) en het ‘schelden’ van Van Deyssel (den artiest, die tegen de slechte artiesten ten velde trekt om zijn generatie en derzelver stijl recht te verschaffen), is een voor de hand liggende wijsheid, waaruit men echter zelden de juiste gevolgtrekkingen maakt.
Men kan ‘schelden’ als mensch en men kan ‘schelden’ als kunstenaar, men kan ‘schelden’ om de wereld te veranderen, men kan ‘schelden’ om een slechten stijl uit te roeien; het polemische temperament wordt in die twee verschillende gevallen in dienst gesteld van twee totaal verschillende idealen.
Polemische journalistiek
In Frankrijk, waar de polemiek vaak een chevalereske behoefte moest bevredigen (dat zij in een duel eindigde, was geen uitzondering!) en de polemische journalistiek als literair genre vooral in de negentiende eeuw heeft gebloeid als een vorm van rechtvaardiging des levens door de directe botsing van man tegen man, heeft het ‘schelden’ wel degelijk een traditie; wie de namen Drumont, Rochefort, Tailhade, Maurras, Daudet noemt, noemt even zooveel nuances van polemische litteratuur.
Chantage door de pen
Ik heb er niets tegen, dat men deze auteurs met het afgrijzen van den kalmen Hollander bejegent; maar men zal toch moeten erkennen, dat een Léon Daudet eenig talent heeft, en dat men hem niet zonder meer gelijk kan stellen met een of anderen riooljournalist, die er zijn werk van maakt chantage te plegen door de pen.
Aan het probleem van het al dan niet wenschelijke of al dan niet superieure van de polemische litteratuur zijn wij hier nog niet eens toe; wij zullen moeten beginnen de ‘schelders’ op hun qualiteitsverschillen te toetsen.
Goed schelden vergt talent
Om goed te ‘schelden’ moet men n.l. talent hebben; om zijn tegenstanders te kunnen beleedigen, moet men voorts over zooveel menschenkennis beschikken, dat men ook werkelijk in staat is, het beleedigende doel te laten treffen.
Men moet, met andere woorden, een persoonlijkheid zijn, die voor eigen waarden kan instaan (al zijn het dan ook ‘maar’ de waarden van den dolenden ridder), en de persoonlijkheid van den polemist ontdekt men alleen door zijn stijl.
Menno ter Braak (1902 – 1940) was schrijver, essayist, cultuur- en literatuurcriticus. Samen met E. du Perron en Maurice Roelants richtte hij het invloedrijke literaire tijdschrift Forum op. Hij pleegde zelfmoord toen in 1940 de Nazi’s Nederland binnenvielen.
Gastschrijver, 16.11.2013 @ 11:13
2 Reacties
op 16 11 2013 at 15:46 schreef MNb:
Ter Braak zat er behoorlijk naast. Polemiek is een oude Nederlandse traditie:
http://www.dbnl.org/tekst/dela012alge01_01/dela012alge01_01_02653.php
http://www.hum.leidenuniv.nl/lucas/agenda/strijd.html
Ook schelden doen Nederlanders al lange tijd:
http://nederl.blogspot.com/2012/07/middelnederlandse-scheldwoorden.html
http://nederl.blogspot.com/2012/10/middelnederlandse-scheldwoorden-11.html
Ter Braak bevestigt zijn ongelijk door een polemisch artikel over polemiek en schelden te schrijven …..
op 19 11 2013 at 21:07 schreef Maurits:
Creatief schelden en verwensen is zeker geen gebrek aan taalvaardigheid. Krijg de achterste hartkanker waar de dokter net niet bij kan (op ze Haags) is minstens poëtisch, en heerlijk grof.