Rooie oortjes in de middeleeuwen
Peter Breedveld
Ik wilde al wel veertig jaar de middeleeuwse klassieker Decamerone lezen, over een groep mannen en vrouwen die elkaar tijdens een pestepidemie verhalen vertellen om de moed erin te houden. Het boek is legendarisch, net als zijn auteur, Giovanni Boccaccio. Om de één of andere reden kwam ik er nooit aan toe. Een paar jaar geleden vroeg en kreeg ik het voor mijn verjaardag, of kerst, dat weet ik niet meer. Het is een enorme pil, meer dan 800 pagina’s dik. Het heeft me een paar jaar verwijtend vanaf mijn nachtkastje aan liggen kijken, samen met een tiental lotgenoten, maar een maand geleden ben ik er eindelijk aan begonnen, ik heb het net uit.
En het is me toch tegengevallen! Ik had iets in de geest van Shakespeare en Dante Alighieri verwacht, scherp en diepzinnig, getuigend van grote mensenkennis, met treffende commentaren op de samenleving van die tijd. Het blijkt een middeleeuwse Rooie Oortjes te zijn. Schunnige verhalen over oversekste monniken en geile vrouwtjes, kluchten over goedgelovige sukkels en geslepen bedriegers, af en toe een moralistisch verhaal dat zo stuitend hypocriet is dat je denkt dat Boccaccio satire bedrijft, maar dat blijkt na wat googelen helemaal niet zo te zijn.
Boertige platheid
In het nawoord van het boek staat dat geleerden overal ter wereld al honderden jaren aan het onderzoeken zijn of de verhalen allegorisch zijn en een diepere betekenis hebben, zoals bij Alighieri. Boccaccio zelf nam er op latere leeftijd afstand van omdat hij zich schaamde voor de boertige platheid, dus het lijkt me dat die geleerden hun tijd aan het verdoen zijn. Decamerone is plat vermaak, meer niet.
Nou ja, niet helemaal. Ik kan nauwelijks Italiaans, dus ik heb een Nederlandse vertaling gelezen van Frans Denissen, wat altijd tricky is, maar het sprankelende Nederlands doet vermoeden dat het Italiaanse origineel nog duizend keer sprankelender is, omdat de Nederlandse taal nou eenmaal stugger is. Dus een compliment voor Denissen, voor de plezierige leesbaarheid.
En de verhalen zijn ook weer niet waardeloos, want ze verschaffen veel inzicht over de mores in het Italië van de 14e eeuw. Hoe het er tijdens een lockdown aan toeging. Over de verhoudingen tussen mannen en vrouwen, het volk en de adel, de geestelijkheid. Niks dat we niet weten, al verrasten de open en directe aanvallen van Boccaccio op de katholieke kerk, althans op de vertegenwoordigers ervan, me wel. Ik wist niet dat dat ongestraft kon. En er zijn verhalen waarin wel sterke vrouwelijke personages voorkomen, vrouwen met ‘agency’. Bazige vrouwen, sluwe vrouwen die zich in zekere mate weten te handhaven in een ongelofelijk misogyne samenleving. Maar ze zijn zelden de helden in het verhaal, eerder een bedreiging.
Meisjes verkrachten
Maar na, zeg, 250 pagina’s verhalen over vrouwen die herhaaldelijk worden verkracht en dat toch wel lekker gaan vinden, over kerels die veertien- of vijftienjarige meisjes verkrachten, mannen die hun brutale vrouwen een lesje leren door ze in elkaar te slaan, een afgewezen knakker die een vrouw zo gruwelijk mishandelt dat ze bijna sterft, een man wiens vrouw hem bedriegt met zijn beste vriend en die daarom de vrouw van zijn vriend verkracht, monniken die zich het bed van goedgelovige vrouwen inlullen, nonnen die een boerenkinkel seksueel misbruiken en hop, dan gaat er iets staan, en dan verdwijnt het vogeltje in zijn nestje, na 250 pagina’s van dergelijke ongein weet ik het wel, en dan moet ik nóg 600 pagina’s.
En het is niet heel erg afwisselend. Aan het einde begint de stemming wel te veranderen en dan worden de verhalen wat zwaarmoediger, dat is dan ook het moment dat de verhalenvertellers besluiten dat het welletjes is geweest, dat de bedoeling was elkaar op te beuren, niet de put in te praten.
Twaalfjarige
Als het je hobby is, valt er aan Decamerone zat te analyseren. Zo vertellen de leden van de groep lockdowners elkaar tien dagen lang elke dag tien verhalen die een bepaald thema hebben, waarbij één van de leden het privilege heeft om aan het eind van de dag van dat thema af te wijken. Hij is een ambigue figuur die tussen twee werelden leeft, dag en nacht, orde en chaos. Dat soort dingen vind ik altijd wel aardig en er is ook wel meer van in Decamerone te vinden.
Maar uiteindelijk heeft het niet veel om het lijf. En dat is ook niet erg, maar de verkrachtingscultuur, het seksisme, dat vrouwen gewoon het bezit zijn van mannen, die met ze kunnen doen wat ze willen: weggeven, opeisen, doodmaken, verkrachten, Zelfs als ze dood zijn, zijn ze nog niet veilig voor hun afgewezen minnaars, die hun kans zien om alsnog aan hun gerief te komen. Dat iedere vrouw zo rond haar veertiende free game was, in één verhaal geilt een oude koning zelfs op een twaalfjarige, dat ging me al snel tegenstaan.
Soms is Boccaccio zó denigrerend over vrouwen, laat hij ze over zichzelf praten als emotionele wezens, psychisch veel zwakker dan mannen, makkelijk te verleiden en te misleiden, dat ik er een feministische boodschap in vermoedde. Maar dat is modernsplaining. Boccaccio was een man van zijn tijd en zag vrouwen als inferieure wezens.
Maar ik heb het volbracht! Ik heb Decamerone uitgelezen en ik raad het niemand aan. Geef mij dan toch maar liever Ulysses.
Is het Vrije Woord u écht lief? Steun me dan met een financiële bijdrage. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke (maar echt) site van Nederland. Rekeningnummer NL24 ASNB 8832 6749 39 (N.P. Breedveld, ASBN Rijswijk), BIC ASNB NL21.
boeken, Peter Breedveld, 21.03.2024 @ 19:34