Redbad is geen film, maar een parodie op het medium
Jona Lendering
Scène uit Envol van Carlos Chapman.
Er is geen ongelukkiger combinatie dan die tussen geschiedenis, die reëel wil zijn, en speelfilm, die amusement wil zijn. Dat gaat niet samen. De enige écht betrouwbare historische film zou zo saai zijn als het leven zelf. Ik heb me er weleens toe laten verleiden om als historicus commentaar te geven op een film, maar om te beginnen is dit een extreem gemakzuchtig journalistiek frame en bovendien is het eigenlijk net zo vreemd als een filmmaker die commentaar geeft op geschiedenis. “Het publiek weet niet veel van het Primat der Außenpolitik. Kunnen we Hitler geen begrijpelijker motief geven om Rusland aan te vallen? Kan Stalin er niet vandoor gaan met Eva Braun?”
Dat een historicus beter zwijgt over het historisch kaliber van een historische film, wil echter niet zeggen dat hij niet kan zeggen dat een film slecht is als film. En dan springt Redbad er toch wel uit. Simpel gezegd: om een zwak verhaal te maskeren, kozen de makers voor bombast en slechte trucages. Ik heb erg gelachen om de omvallende heilige boom, de in brand geschoten drakars, de benedenstad van Reims en de steeds weer kalme golven die uit digitale trukendoos waren gehaald.
Vrijheidsminnende Friezen
De plot? Iets met drie zonen en drie vaders, het lot van Dorestad, vrijheidsminnende Friezen en onverdraagzame christenen. Er lopen ook nog wat amazones doorheen, vechtend met pijl en boog en met strijdbijlen. Erg origineel is het allemaal niet en dat maakt de film op het lachwekkende af voorspelbaar. Zo besluit Redbad zijn zus uit een kasteel te bevrijden en omdat hij in zijn eentje is, kun je ongeveer alle stappen uittekenen: gehaast sluipend door de gangen en gewelven, een passerende vijandelijke soldaat een nis in trekkend, vanaf een hoog punt kijkend over het kasteel, ontsnappend aan een touw. Je hebt de sequentie al honderd keer gezien.
Ook de individuele scènes zag je honderd keer eerder. Een leger rukt op, gefilmd uit kikvorsperspectief. De soldaten stampen en komen in één keer tot stilstand, zodat het gedreun abrupt stopt. Slaan de vijanden op de vlucht, dan sterft het geluid van de wapens weg en zwelt ietwat etherische muziek aan. Na de veldslag loopt een kind tussen alle lijken door.
Komt iemand aan in een kasteel waar ze niemand kent en alleen zal zijn? Vanzelfsprekend horen we ergens een deur met nadruk dichtslaan. Staan we op het strand? We horen meeuwen. De voorspelbaarheid hiervan was zó groot dat de kijkers met wie ik woensdagavond in de zaal zat, al begonnen te lachen als de zee in beeld kwam. Pakken soldaten een moeder haar kind af? Meteen gaat het beeld in slow motion, terwijl de moeder klaaglijk de naam van het kind schreeuwt.
Droog doopkleed
Dialogen die zelfs in een soap niet kunnen. Discussie over religie? “Het gaat niet om wat je gelooft, het gaat om wat je ermee doet!” Discussie over koningschap? “Jullie laten je leiden door angst!” Gesprekken over de innerlijke twijfels van de personages? Zeeeer gedragen gesproken, vol drama, met muziek op de achtergrond. Antwoord op grote levensvragen: “Volg je hart!”
Soms dacht ik dat de makers het met opzet deden, gewoon om te zien hoe ver ze konden gaan. Was het in Hollywoodfilms ooit gebruikelijk dat de heldin met droog haar uit het zwembad kwam, onze held Redbad komt uit het doopvont met al na een minuut een droog doopkleed. Die scène speelt zich overigens af in Utrecht, dat voor de gelegenheid ligt op een heuvel. Dat is zoiets als Hogwarts veranderen in een wolkenkrabber: je hebt weliswaar de ambitie niet om een historisch accuraat verhaal te vertellen, maar het leidt wel af.
Hetgeen me brengt bij het scenario. Om überhaupt een verhaal te hebben, is een vijand nodig. Wie spanning wil opbouwen, maakt die menselijk. Hamlet is boeiend omdat Claudius zich gedraagt als een koning, wroeging kent en nooit dronken wordt getoond. Zouden we de schoft als schoft te zien krijgen, dan was het verhaal te simpel en domweg niet boeiend. De scenarist van Redbad heeft dit eenvoudige punt niet begrepen.
Dieren mishandelen
De Franken in Redbad zijn uitsluitend slecht. Ze vallen steden aan tijdens een religieuze plechtigheid, breken hun woord, mishandelen dieren, zien er geen been in familieleden te vermoorden en benutten het christendom om de wil van de Friezen te breken. Willibrord is te lachwekkend om te boeien en is bovendien óók een sadist. Het dient geen enkel doel, of het moest zijn het publiek te tergen. Zoals gezegd heb ik meer dan eens gedacht dat de makers deze film hebben bedoeld om te zien hoe ver ze konden gaan.
Scènes met tegenlicht, zonsondergangen, eindeloze regenbuien. Mannen met ontbloot bovenlijf, zonder dat daarvoor werkelijk een reden is. Ik moest een paar keer denken aan de persiflage op bierreclames die een tijdje geleden stond op De Speld. Redbad is geen film, het is een parodie op het medium.
Er zaten woensdagavond in Leeuwarden vier mensen in de zaal. Eigenlijk nog teveel. Met wat geluk gaat deze draak snel uit roulatie en is mijn bioscoopkaartje straks een zeldzaam, waardevol collector’s item.
Dit stuk is eerder gepubliceerd op de Mainzer Beobachter. Jona Lendering is oudheidkundige, schrijft goede geschiedenisboeken (maar echt), heeft zijn eigen onderwijsinstituut en blogt dagelijks.
Film Reviews, Jona Lendering, 11.07.2018 @ 08:30