Op missie in Flores
Ed Caffin
Illustratie: Anders Zorn
Indonesië is een land waar ik maar geen genoeg van krijg. Het eten, de georganiseerde chaos op straat, de overweldigende natuur. Het land zit in mijn bloed, ik kom er vaak en wil er steeds weer naar terug. Deze keer ben ik er in opdracht voor een reismagazine. Doel is om een aantrekkelijk verhaal te schrijven over de lokale cultuur en de opkomst van het toerisme op Flores, een van de kleine Sunda eilanden in het oosten van Indonesië.
Ik ben er een dag of tien en zoals ik van tevoren al wist, is dat veel te kort. Maar lang genoeg om een indruk te krijgen van het unieke karakter. Het smalle en langgerekte eiland is omringd met tropische zeeën vol koraal. En er is ruimte en rust: Flores heeft talloze verlaten stranden en buiten de steden en dorpen kom je niet snel iemand tegen.
Katholieken en wilden
In het binnenland wonen verschillende stammen, elk met hun eigen tradities en ceremonies. In traditionele dorpen op de flanken van een vulkaan staan houten huizen met rieten daken en stenen bouwsels om de voorouders te eren. Ook kom je regelmatig een kerk of klooster tegen. Sommige groots en pontificaal, andere klein en verstopt onder palmbomen. Want het grootste deel van de bevolking van Flores is katholiek. Omdat je geloof in Indonesië grotendeels je identiteit bepaalt, is religie voor de meesten een way of life. Op zondagochtend is er drie keer een dienst en zitten de kerken vol.
Uiteraard komt het katholicisme (zoals alle goede dingen nietwaar?) uit Europa. Begin 16e eeuw namen de Portugezen het mee naar Flores, en voerden ze schepen vol kostbaar sandaalhout en specerijen terug naar Portugal. Het land zat vol wilden, primitieve heidenen die natuurgoden aanbaden. Dus Dominicaanse priesters kregen de door god gegeven taak de bevolking te bekeren, en deden dat dan ook driftig.
De VOC-mentaliteit
In de 17e eeuw raakte de VOC geïnteresseerd in de handel in Flores en vochten de Portugezen en Hollanders er een lange tijd strijd uit. Uiteindelijk kochten de Nederlanders in 1859 de laatste Portugese rechten op Flores af, en werd het eiland een stukje Holland in de tropen. Onderdeel van de deal was dat alleen katholieke missionarissen op het eiland zending mochten bedrijven. Immers, er waren nog zat barbaarse inlanders die bekeerd moesten worden!
Daarop trokken Nederlandse Jezuïeten gretig naar Flores om de rest van de bevolking ‘het enige ware geloof’ te brengen. Iedereen moest op zondag braaf naar de kerk om zijn zonden te belijden, en ondertussen werd het eiland leeggeroofd. Het moet gezegd, de katholiek missie was uiterst succesvol op Flores en nog altijd is zo’n 85 procent van de bevolking katholiek. Maar men hield ook vast aan de animistische tradities. Paasprocessies en oeroude ceremonies waarbij men dierlijke offers maakt om voorouders te eren, gaan er nog steeds hand en hand.
Lang leve het toerisme
Tegenwoordig is Flores een van de armste gebieden van Indonesië. De economie draait voornamelijk op landbouw en visserij, maar sinds enkele jaren neemt het toerisme een grote vlucht. Voor de kust van West-Flores is het oogverblindend mooie Komodo National Park een trekpleister, vooral bekend van de Komodovaraan. Maar de mooiste attracties zijn onderwater, want dit is een van de mooiste duikgebieden van Indonesië. De andere grote trekpleister vind je op Midden-Flores, de Kelimutu. Een vulkaan met drie verschillend gekleurde kratermeren.
Zoals op veel plekken, betekent het groeiende toerisme voor veel mensen, toerist en lokaal, alleen maar iets positiefs. Het levert geld op en dat betekent vooruitgang. Daarom is iedereen trots om iets van Flores’ rijkdommen te laten zien. Ik ben overal welkom, krijg alle informatie die ik nodig heb en ik mag van iedereen een foto maken. Het zal een mooi artikel worden, want een reis naar Flores kan ik iedereen aanraden.
Maar er zijn ook nadelen die je niet meteen ziet: bezienswaardigheden vercommercialiseren in rap tempo en op sommige plaatsen wordt meer in toerisme geïnvesteerd dan in scholing of gezondheidszorg. De parallel met de katholieke missie is duidelijk. Het opkomende toerisme lijkt een louter hoopvolle boodschap te brengen, maar dat het niet zaligmakend is, wordt er door niemand bij gezegd.
Ed Caffin is psycholoog-trainer en verwoed reiziger. Daarnaast schrijft hij verhalen en artikelen in onder andere Indonesia Magazine, Moesson, Archipel, East! en Jakarta Expat.