‘Op je kwaadste momenten denk je: ik sluit me aan’
Peter Breedveld
Journalist Fréderike Geerdink bracht een jaar bij door bij de Koerdische beweging PKK. Ze schreef er een boek over: ‘Dit Vuur Dooft Nooit’. Over het leven van de Koerdische strijders, maar vooral ook over wat hen beweegt.
Eerst mijn complimenten voor een erg goed boek. Ik vind dat je perfect de balans hebt weten te vinden tussen participerende journalistiek en, hoe zal ik het noemen…
“Ik ben al blij dat je het woord ‘activisme’ niet gebruikt.”
Activisme inderdaad! Je bewandelt een dunne lijn tussen journalistiek en activisme.
“Het lastige is dat je wel een jaar midden in die Koerdische beweging zit, dus dan ga je daar ook helemaal in mee. Als je een jaar in een ruimtestation rond de aarde hebt gecirkeld, blijf je daarna ook met die blik naar de aarde kijken. Tussen de Koerdische strijders ga je hun manier van kijken overnemen. Als journalist blijf ik kritische vragen stellen, maar je bent wel daar. Daar ontkom je ook niet aan.”
Je schrijft zelfs dat je hebt overwogen je aan te sluiten.
“Nou ja, iemand vroeg aan me of ik me zou aansluiten. Niet dat ik dat serieus heb overwogen, maar ik heb er wel over nagedacht: zou je dat kunnen, zou je dat doen. Ik ben zelf Turkije uitgezet, heb gezien wat die staat doet, een bombardement, bijvoorbeeld, waarbij 34 mensen omkwamen, dus ik heb de staat wel heel goed leren kennen toen ik in Zuidoost-Turkije woonde. Dat brengt onvermijdelijk een boel kwaadheid met zich mee en op je kwaadste momenten denk je: “Ik sluit me aan!” maar dat is natuurlijk nooit een echt serieuze overweging.”
Je hebt wel met een Kalasjnikov leren schieten.
“Ja, ik weet niet of het me nog steeds zou lukken zo’n ding in elkaar te zetten. Ik heb het aanvankelijk steeds geweigerd, vanwege mijn journalistieke integriteit, maar ik heb me laten overtuigen om te leren schieten voor het geval ik mezelf moest verdedigen tegen ISIS-strijders. Toen wilden ze meteen foto’s van me maken, maar dat heb ik verhinderd. Je moet er niet aan denken dat er foto’s van mij met een Kalasjnikov circuleren. Maar ik ga er ook niet geheimzinnig over doen.”
Je sympathiseert al heel lang met de PKK.
“Met de doelen van de PKK ben ik het wel eens. Ik denk dat ze strijden voor internationaal erkende mensenrechten, nou, die hang ik ook wel aan.”
Mensenrechten die de PKK zelf ook wel eens met voeten treedt.
“Je kunt sympathiseren met doelen, maar dat wil niet zeggen dat je per se met methodes sympathiseert. Dat de PKK soms leraren vermoordt of andere ongewapende burgers die voor de staat werken, daar zou ik me niet bij kunnen aansluiten, die knop zou ik bij mezelf niet kunnen omzetten.”
Je confronteert strijders met het feit dat ze ongewapende burgers vermoorden, maar in hun ogen is een leraar, die voor de staat werkt, geen ongewapende burger.
“In de jaren tachtig en negentig is het volgens mij wel voorgekomen dat ze willekeurige leraren vermoordden, maar nu doen ze het als zij ervan overtuigd zijn dat iemand onder de dekmantel van leraar als spion naar Zuidoost-Turkije is gekomen. Ik probeer dat te begrijpen, zonder het goed te keuren. Zij zeggen tegen mij: ‘Jij oordeelt daar makkelijk over omdat je uit Nederland komt, en daar heb je dat soort dingen niet. Maar wij vechten hier voor ons leven.’ Onze definitie van wat een burger is, is anders. Eén van de PKK-leiders die ik interviewde, hield zijn uniformjasje voor zich en zei: ‘Als ik dit jasje uittrek, ben ik dan ineens een burger?’ Wat hij bedoelde is dat hij een pak kan aantrekken, maar dan nog steeds een strijder is en dus een legitiem doelwit.”
En daar kun jij je in vinden?
“Nee, maar ik kan het wel begrijpen, en daar gaat het me als journalist om, die redenering te begrijpen. Ik denk: je zet je in voor de strijd tegen ISIS, daar krijg je een boel sympathie mee, en dan ga je leraren vermoorden! Dat is toch gewoon dom? Daar verspeel je die sympathie weer mee! Maar zij zeggen: die sympathie mag je houden, daar in het Westen. Nou, dat vind ik interessant, als journalist. En ik blijf altijd journalist, ook daar in de bergen.”
Joe Sacco is een journalist die zijn reportages de vorm van stripverhalen geeft. Hem wordt vaak verweten de kant van de Palestijnen te kiezen in Israël, of de kant van de Bosniërs in de Bosnisch-Servische oorlog. Maar volgens hem is er gewoon vaak sprake van een duidelijk foute en een duidelijk goede kant, en dat je ook als journalist een keuze moet maken. Wat vind je daarvan?
“Ben ik het mee eens.”
Is dat in dit conflict tussen de PKK en de Turkse staat ook zo?
“Ja, de rechten van de Koerden worden door Turkije al honderd jaar met voeten getreden, Turkije probeert ook al zolang het Koerdische volk totaal te assimileren. Er wordt weleens gezegd: ze hebben het verkeerde volk kapotgemaakt, verwijzend naar de Armeense genocide. Turkije zou het zichzelf minder lastig hebben gemaakt als ze de Koerden hadden uitgeroeid. Maar dat is wat ze nu nog steeds proberen, de Koerden monddood te maken, te assimileren, te vermoorden, en alle mensenrechten worden daarbij geschonden. Tienduizenden Koerdische burgers zijn er door Turkije vermoord. Dat is waar de PKK zich tegen verdedigt. Misschien was de Koerdische taal allang verdwenen, zouden Koerden in Turkije niet eens weten dat ze Koerd zijn, als de PKK er niet was.”
Wat ik niet wist, maar dankzij jouw boek nu wel, is dat die Armeense genocide voor een groot deel is uitgevoerd door Koerdische milities.
“Maar de Koerdische beweging neemt daar ook verantwoordelijkheid voor. Koerden hebben er over het algemeen geen problemen mee om het g-woord te gebruiken. Zij weten wat er gebeurd is, wat er nu met henzelf gebeurt. Het waren milities die door de staat werden bewapend en betaald, zoals de dorpswachten in Koerdische plaatsen nu, die ter plekke waren en daarom voor die genocide werden ingezet.”
Je komt vaak zelf aan het woord in je boek, en soms krijgt je uitleg iets van een apologie, bijvoorbeeld als het gaat om minderjarige strijders in de PKK. Turkse Nederlanders op Twitter gebruiken ze graag als stok om de PKK mee te slaan en noemen ze ‘kindsoldaten’, maar jij bestrijdt dat label.
“Met het woord ‘kindsoldaten’ willen mensen een beeld oproepen van kinderen die worden ontvoerd en gedwongen en aan het front te vechten voor de PKK. Maar dat is niet zo. Het zijn jongeren die zich vrijwillig bij de PKK in de bergen aansluiten. Hun families zijn verdrietig omdat ze denken dat hun kind voorgoed voor ze verloren is omdat ze naar de oorlog gaan, maar wat ik heb geleerd, is dat ze eigenlijk naar de bergen uit de oorlog gaan. Een jonge strijdster die ik sprak was daar ook heel kwaad over, die wilde naar de strijd tegen ISIS in Kobani, maar de PKK zei: ‘je gaat helemaal niet naar Kobani, je weet niet eens hoe je een wapen moet vasthouden. Je gaat eerst het onderwijs in.’ Nu is de slag om Kobani al drie jaar voorbij en ze is nog steeds niet in de oorlog.”
“De oorlog is in Koerdistan overal. Ook in Turkije. Er worden enorm veel mensen opgepakt, er komen om de haverklap mensen, ook jongeren, om het leven. Hun taal is nog steeds verboden op school, ze leren de Koerdische geschiedenis niet. Dus ze gaan weg van de oorlog, naar de bergen, en daar krijgen ze een educatie die wel gaat over hun geschiedenis, waar ze hun taal leren, en een ideologie die iets tegenover de staatsideologie zet. Natuurlijk is er een flinke kans dat je daar in de bergen een bom op je kop krijgt, maar er is nergens een veilige plek in Koerdistan.”
Je hebt drie maanden in een taalkamp van de PKK gezeten, om de Koerdische taal te leren. Daar bleek je nog zuiverder in de leer te zijn dan je docenten, die Turkse leenwoorden gebruikten terwijl jij erop hamerde dat ze de oorspronkelijke Koerdische woorden moesten gebruiken.
“Ik kreeg ook gelijk. Ja, kom nou, we zitten hier bij de PKK, Koerdisch te leren. Dan ga je toch geen Turkse woorden gebruiken? Maar ik denk niet dat ik iets blijvend heb veranderd. Waarschijnlijk gebruiken ze nog steeds die leenwoorden.”
Je wilde ook per se naar het front. Heb je er rekening mee gehouden dat je daar kon omkomen?
“Die kans is er natuurlijk wel, maar dat is een kwestie van risico’s inschatten. Dat werd voor mij gedaan en de PKK zei: u-huh, gaat niet gebeuren. Ik was hun verantwoordelijkheid. Daarnaast zou de Turkse overheid mijn dood gebruiken om de PKK ervan te beschuldigen mij uit de weg te hebben geruimd omdat ik op een grote misstand was gestuit. Andersom heb ik, in de tijd dat ik in Zuidoost-Turkije werkte, ook weleens dekking gezocht achter een huis toen ik werd aangesproken door een paar Koerden: ‘Hé, ben je nou journalist of wat? Ben je bang of zo?’ Ik zei dat ik dood mijn werk als journalist niet kan doen.”
Toch heb je op allerlei manieren geprobeerd om aan het front te geraken. Je bent een eind gekomen.
“Ik wil alles hebben geprobeerd en niet achteraf het gevoel hebben dat het wel was gelukt als ik een beetje had doorgezet.”
Die PKK-strijders zijn ontzettend brave borsten. Ze schreeuwen niet, ze drinken niet, ze zijn totaal seksloos.
“De mannen mogen zelfs niet naar de vrouwen wijzen. Hier in Nederland geloven veel mensen niet dat ze nooit drinken en geen seks hebben, dat kunnen ze zich niet voorstellen in een maatschappij die is vergeven van alcohol en bol staat van de seks. Ze moeten op elk moment klaar zijn om iets te kunnen doen, hun taak te volbrengen.”
Maar de boog kan niet altijd gespannen staan, toch?
“O, maar ze ontspannen zich, ze zingen en dansen.”
Het komt erg padvinderig over. Ze zijn zo uptight. Ik zou het er geen week uithouden.
“Ik mis het leven bij de PKK ook niet, hoor. Het was best een heel eenzaam jaar, je wordt niet echt onderdeel van het leven van de PKK-strijders, zoals ik wel deel van de gemeenschap werd toen ik in Diyarbakir woonde.”
Je bent nu alweer een jaar terug in Nederland. Je bent hier vrij ongelukkig, hè?
“Ongelukkig is een groot woord, maar op mijn plek voel ik me niet, nee.”
Je wilt terug naar Turkije.
“Een vriendin van me zei: ‘Het is goed dat je daar weg bent, anders was je nu dood geweest’. Misschien is dat wel zo.”
Je krijgt het op social media flink voor je kiezen van Nederlandse Turken, die ontzettend nationalistisch zijn. Kun je dat verklaren?
“Turken in Turkije en daarbuiten zijn ervan overtuigd dat de buitenwereld Turkije wil breken, al honderd jaar. Dat wordt er in Turkije vanaf dag één op school ingeramd, dat buitenlandse machten er alleen maar op uit zijn om Turkije te verdelen en te verzwakken, zoals ze dat ook wilden doen na de Eerste Wereldoorlog. En dat was toen natuurlijk ook zo.”
Is nu toch ook zo, als we eerlijk zijn? Buitenlandse machten wíllen Turkije toch verzwakken?
“Ja, maar ze denken dat het buitenland bang is voor Turkije. Dat Merkel jaloers is op het derde vliegveld van Istanbul, want dat gaat groter worden dan wel Duits vliegveld dan ook. Turkije is zo’n extreem goed land, dáárom willen ze het verzwakken, dat is de gedachte.”
Oké, maar dat gaat over Turken in Turkije. Turken in Nederland denken ook zo. En die zijn enorm met jou bezig, zie ik weleens op Twitter.
“Maar die zijn altijd nog beleefder dan autochtone Nederlanders op Twitter. En ik zou willen dat ze wakker werden, en de staat leerden zien zoals die echt is, maar dat wens ik aan de andere kant ook weer niemand toe. Want die kennismaking gaat altijd gepaard met geweld en onderdrukking.”
Toch blijf je opvallend genuanceerd. Je laat je niet meeslepen door de anti-Turkse hype in Nederland.
“Het gaat me om de Turkse staat, niet om Turken in Nederland of in Turkije. Hoe mensen denken, is een gevolg van het fascisme van de Turkse staat, die al honderd jaar duurt.”
Maar zelfs over Erdogan blijf je genuanceerd. Je gaat nooit mee met het geloei in Nederland als hij weer eens een in het Westen impopulaire maatregel neemt, zoals de beperking van alcoholverkoop.
“Ik heb er lang gewoond, dus dan leer je anders naar je eigen maatschappij kijken. En Erdogan legt soms ook de enorme hypocrisie van het Westen bloot. Hij is wel een enorm fascistische dictator, maar soms heeft-ie gelijk.”
Waar heeft ie gelijk in?
“De Turkije-deal, bijvoorbeeld. Als hij aan Europa vraagt hoeveel vluchtelingen het zelf opneemt. Ja, daar heeft-ie een punt. Wij doen net alsof moreel zo hoog staan, maar dat is totaal onterecht. Sigrid Kaag zei vorige week nog dat het een gepasseerd station is om vluchtelingen op te nemen. Nou ja!”
“Het is ook een fout te denken dat de problemen in Turkije voorbij zijn als Erdogan weg is. Maar hij maakt alleen maar op een handige manier gebruik van het Turkse systeem. De verrotheid van dat systeem zie je aan de manier waarop hij het gebruikt. Als Erdogan morgen geen president meer zou zijn, betekent dat niet dat ik overmorgen terug kan, of dat overmorgen alle journalisten in de bak vrij zijn, of in het Koerdisch mag worden onderwezen op de scholen. Dat staat het systeem niet toe. Erdogan heeft niet zoveel hoeven te veranderen om te doen wat hij doet.”
Fréderike Geerdink: ‘Dit vuur dooft nooit – Een jaar bij de PKK’; uitgeverij Spectrum; 304 pagina’s; €19,99
Is het Vrije Woord u écht lief? Help me dan met een financiële bijdrage. Deze website wordt elke dag bedreigd door de virtuele knokploegen van Domrechts, malafide Nederlandse journalisten en zelfs door de vicepremier. Steun Frontaal Naakt. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke site van Nederland. Stort wat u missen kunt op rekeningnummer NL59 RABO 0393 4449 61 (N.P. Breedveld, Rabobank Rijswijk), SWIFT BIC RABONL2U o.v.v. ‘Frontaal Naakt’. Lees hier waarom dat niet met PayPal kan, maar steunen via Patreon kan weer wel. Nog liever heb ik dat u op Frontaal Naakt adverteert of mij inhuurt. Mail mij.
boeken, Peter Breedveld, 29.05.2018 @ 07:33