Omstanders
Peter Breedveld
Illustratie: Yana Frank
Een paar jaar geleden was ik op een bijeenkomst waar historicus Dienke Hondius iets vertelde over een project waar ze bij betrokken is, Ooggetuigen’, onderdeel van het Oral History Project van het United States Holocaust Memorial Museum. Hondius liet fragmenten zien van gefilmde interviews met omstanders’, mensen die hadden gezien hoe joden in de Tweede Wereldoorlog werden weggevoerd.
Gefilmde interviews met overlevenden van de vernietigingskampen en met daders zijn er allang, denk maar aan de film Shoah, en in het Joods Historisch Museum zijn gefilmde interviews met duizend Nederlandse overlevenden te bekijken, resultaat van een door regisseur Steven Spielberg gefinancierde, wereldwijde onderneming. Voor niet-joodse getuigen is nooit veel aandacht geweest. Niemand wil een passieve omstander, een toekijker zijn, die niets deed toen de Holocaust zich voor zijn ogen voltrok. Toch kreeg Hondius meteen driehonderd reacties op haar oproep aan ooggetuigen om zich te melden. Ze liet er drie zien.
Bij de Holocaust denk ik altijd aan dramatische razzia’s, de met mensen volgepropte goederenwagons, de barakken, de bergen uitgemergelde lijken, maar uit de verhalen van de ooggetuigen rees een heel ander beeld. De deportaties uit Amsterdam gingen meestal heel terloops. De politie belde ergens aan, begeleidde de bewoners netjes naar buiten, die overhandigden keurig de sleutels van het huis en werden dan meegenomen. Een paar dagen daarna kwam er een verhuiswagen van de firma Puls voorrijden, het huis werd leeggehaald en een week later woonde er al een nieuwe familie, alsof de vorige bewoners nooit hadden bestaan.
Heel gewoon, zegt steeds de ooggetuige, die dit beschrijft. Aan zijn ogen kun je zien dat hij het helemaal niet gewoon vindt. Er spreekt verbijstering uit, alsof hij na al die jaren nog steeds niet kan geloven wat een drama zich daar heel gemoedelijk, heel efficiënt, zonder toestanden, direct voor hem afspeelde. Omstanders hielden zich kennelijk niet bezig met de vraag wat er met de weggevoerde mensen zou gebeuren. Wat die firma Puls aan de achtergebleven inboedel verdiende, daarover speculeerden ze hardop met elkaar.
Een andere man, stuurse blik, verward haar, vertelt hoe hij als jongetje aan de politie vroeg of die niet net kon doen alsof de joden, die ze moesten ophalen, niet thuis waren aangetroffen. Joh, bemoei d’r niet mee! beet de politie hem toe. De meeste passanten merkten niet eens iets. Soms riep iemand ‘Schandalig!’ Daar bleef het bij. ’Kijk, zoveel strijdmakkers hadden we niet voor de joden, hoor’, zegt de man met de stuurse blik.
In het derde filmfragment was een vrouw te zien. Een volks type. Ze beschrijft het Amsterdam van de jaren dertig, waar toen nog nauwelijks allochtonen waren. Alleen ‘negers’ zag je er wel. Die gingen naar negerclubs’. De mensen in de zaal moesten lachen om het herhaaldelijke gebruik van het politiek incorrecte woord ’neger’. Maar het lachen verstomde toen de beschrijving begon van de gewelddadige arrestatie van joden in de Nieuwmarktbuurt. Mensen die uit hun huizen werden getrokken, hun gehuil.
De vrouw woonde vlak bij de Joodsche Invalide, een ziekenhuis aan de Nieuwe Achtergracht. Een hele dag en een avond duurde de deporatie van de honderden bewoners daarvan. Eerder had ze er al mensen zelfmoord zien plegen door uit het raam te springen. Ik zag dat er mensen met rolstoelen naar buiten kwamen, en op brancards. Al die patiënten werden daar weggehaald. Die gingen in ziekenwagens. En ook wel strompel, strompel, in een gewone auto.
Haar buren waren allemaal joden. Ze waren bang en bleven in hun huizen. Alleen die mevrouw, toen een jong meisje, heeft in het portiek van haar huis staan kijken hoe die mensen werden afgevoerd, in stilte. ‘Ik heb ze gewoon weg zien lopen. Kennissen ook. Wij moesten ons afzijdig houden. Niet kijken. Niet naar buiten komen.’
(…)
Peter Breedveld, 04.05.2010 @ 08:48
5 Reacties
op 04 05 2010 at 11:51 schreef Benech:
Peter: sorry dat ik geen tijd had voor die Maus-review. Komt vermoedelijk later deze week. Toevallig ook bekend met het werk van Patrick Dubois?
http://www.palgrave.com/products/title.aspx?PID=303516
op 04 05 2010 at 22:59 schreef Huib:
Heel goed, FN! In deze Wilders-tijd *behoort* de collectieve verdringing door de “Omstanders” van hun eigen nietsdoen besproken worden.
Niet om die oude mensen alsnog te beschuldigen. Wel, om nieuwe “Ausgrenzung” van hele groepen in de kiem te smoren.
Vind ik.
op 05 05 2010 at 06:33 schreef mariska:
Houdt alsjeblieft altijd het situationele aspekt in beeld.
WO2 mag opeens niet meer als schrikbeeld. Terwijl ik denk dat het vermogen tot collectief slecht danwel goed of afzijdig te doen gewoon iets is dat in onze soort zit. Voor mij is dat de belangrijkste les. Een man die in de ene situatie een brandend gebouw in rent om een meisje van 15 te redden zal onder andere omstandigheden hetzelfde meisje meevoeren naar een vernietigingskamp. Befehl ist befehl is dus ziek.
Wat we m.i. naar moeten streven om zoiets te voorkomen is inlevingsvermogen. Is het allerbelangrijkste dat je je kinderen kunt leren, een garantie dat ze zoiets slechts nooit kunnen doen. Zelf de wereld voor anderen veilig maken.
Wat je niet moet onderschatten is het gevaar dat mensen liepen als ze wel iets deden. Mijn opa en oma hadden wel onderduikers in huis. Zelfs gewapende mensen van het verzet. Met 3 kleine kinderen in huis was dit ook wel roekeloos, ze waren bij ontdekking zeker vermoord. Van mezelf weet ik het niet of ik dat gedurft had.
Overigens is de vergelijking met de jodenvervolging toch iets heel anders dan bijvoorbeeld dit plan zodat mensen die hier met grote tegenzin wonen, alleen blijven voor het gratis geld en huisvesting en ziekenzorg met riante bonus teruggaan naar het land waar ze de taal wel spreken en ze zich thuis voelen:
http://www.hetvrijevolk.com/?pagina=6361
Van de mensen die blijven weet je dan zeker dat die hier iets van hun leven willen maken, daar zullen geen problemen mee zijn.
op 05 05 2010 at 15:18 schreef Benech:
Het lijkt wel alsof iedereen een “patent” wil hebben op “de” grote les die te trekken valt uit WO2. Ik durf het sterker te zeggen, dat geen enkele Nederlander, mocht zo’n idiote samenleving als WO2 zich herhalen (betwijfel het), zal kunnen zeggen wat hij zal doen. Dit om de eenvoudige reden dat helden niet geboren worden, ze zijn er toevallig op het moment dat die brand uitbreekt.
Ik kan hier luidkeels het verhaal ophangen van mijn grootouders die ondergedoken zaten bij mensen waarvan de vrouw des huizes werkte bij de SD. Jofele mensen dat ze mijn grootouders onderduik hebben geboden, maar tegelijkertijd zullen ze geen heiligen zijn geweest gezien hun werk bij de SD.
Dat maakt het misschien des te onbegrijpelijker dat mensen niet zomaar tot heldendaden over gaan. Dat maakt voor mij het onmogelijk in termen van zwart-wit te denken.
op 07 05 2010 at 07:56 schreef mariska:
wat kan een omstander doen als de harten vol vernietiging zitten?
http://www.youtube.com/watch?v=a7XuXi3mqYM
vanaf 1 minuut 30