Okinawa
Peter Breedveld
Aan naturisme doen ze in Japan niet, integendeel. Japanse badgasten gaan het zwembad of de zee in met T-shirts met lange mouwen, hoodies zelfs, wetsuits, gezichtsbedekking is niet ongewoon. Dat zag ik op Okinawa, waar we van een echte strandvakantie hebben genoten, in een hotel aan zee, tussen Japanse gezinnen met jonge kinderen.
Ze hebben meer aan op het strand en langs het zwembad dan buiten op straat. Mensen vertellen me dat ze dat doen om niet bruin te worden. De enige bruine Japanners die ik zag waren inderdaad de Okinawezen, de bewoners van de eilanden in het tropische zuiden van Japan, die pas in de 16e eeuw door Japan zijn ingelijfd. De bewoners van die eilanden lijken meer op Zuidoost-Aziaten, Molukkers deden ze me aan denken, althans een paar specifieke Molukkers met wie ik in Apeldoorn veel omging, vanwege de grijns die bij veel Okinawezen op hun gezicht gebakken lijkt te zijn. Een charmante grijns die ook een beetje ondeugend lijkt. Ze hebben expressievere gezichten, in elk geval, dan de Japanners uit het noorden, en ze zijn ook minder gereserveerd.
Amerikaanse gasten
Want dat was wel wennen, vers uit Taiwan, die formele, introverte Japanners, die je een beetje proberen te negeren. Nu waren er in het hotel, behalve wij, ook Amerikaanse gasten en die gedroegen zich weerzinwekkend. Steeds als we ze zagen, hadden ze een blikje bier in hun hand en ze praatten op een schreeuwerige manier met elkaar, zelfs in de lift, omringd door andere gasten. We zagen ze nooit zonder bierblikje. Zelfs in zee stonden ze met een bierblikje in de hand tegen elkaar te schreeuwen.
Er waren ook soldaten bij; een groot deel van Okinawa, het hoofdeiland, wordt bezet door enorme Amerikaanse militaire bases. Niet tot plezier van de Okinawezen, want die hebben heel wat te stellen met de Amerikanen. Er zijn meisjes en vrouwen verkracht en zelfs vermoord door militairen, dus ze zien ze liever gaan dan komen. Een van die soldaten in het hotel keek me met een wantrouwend loerende blik aan toen ik langs hem liep en vriendelijk knikte. Bij het zwembad bleek op zijn arm de getatoeëerde tekst “Give War a Chance” te staan.
Gewoon geen sympathieke mensen, dus ik kan me voorstellen dat de Japanners een beetje de kat uit de boom keken wat ons betreft. Na een paar dagen werden ze wat warmer en groetten ze ons in het voorbijgaan, in het Engels.
Dat vond ik leuk, dat we werden geaccepteerd. Ik heb nog nooit eerder vakantie gevierd tussen de andere vakantievierende Japanners. ’s Morgens zagen we elkaar bij één van de drie ontbijtzalen, daarna op het strand en ’s avonds weer in één van de drie uitstekende restaurants, een traditioneel Japans restasurant, een Frans-Italiaans restaurant en een buffetrestaurant met van alles en een all-you-can-drink arrangement.
Beste strand ever
Ik heb plezier als een kind gehad op dat geweldige strand. Het mooiste strand dat ik ooit heb gezien. Omdat de zon nogal stevig scheen, heb ik me er als een Japanner gekleed, in T-shirt, halflange sportbroek en een hoed. Ik heb de hele dag langs de zee gelopen, loerend naar veelkleurige vissen, die gewoon in de poelen tussen de rotsen zwommen, de enorme krabben, die overal waren en snel wegschieten als ze je zien, de heremietkreeften of -krabben, zeekomkommers, creaturen met tentakels en harige poten, het barst daar van het leven. Ik heb schelpen en versteende stukken koraal verzameld en dingen die er fascinerend uitzien maar waarvan ik geen idee heb wat het zijn. Op een gegeven moment kwam Hassnae me halen voor het eten. Heeft ze me een uur moeten zoeken, ik was een kilometer afgedwaald of zo.
Blauwe vissen
Ik luister naar een podcast waarin een Japans meisje over haar leven vertelt. In één van de afleveringen vertelt ze over haar vakantie op Okinawa en een overdekte vismarkt met blauwe, gele, rode vissen die je kunt aanwijzen, waarna ze voor je worden klaargemaakt op de tweede verdieping, door één van de vele restaurantjes die daar zijn gevestigd. Toen we naar Naha gingen, de hoofdstad van Okinawa, wilde ik per se naar die markt en die was precies zoals dat meisje had beschreven. We hebben sashimi van papegaaivis en kreeft gegeten, zeeëgel, oesters, het was geweldig. We hebben ons vergaapt aan de zeemonsters, aliens leken het wel.
Veel culturele en historische bezienswaardigheden hebben ze er niet. We hebben een kasteel bezocht in de buurt van ons hotel, en een museum dat er dichtbij was en dat gericht leek op scholieren, met exposities over de flora en fauna en de geschiedenis van Okinawa. In Naha bezochten we het Shurikasteel, waarvan het houten hoofdgebouw in 2019 is afgebrand en nu weer wordt herbouwd. Maar Okinawa is er vooral voor de spectaculaire stranden, de zee en de muziek. Overal hoor je het vrolijke getokkel van de sanshin, een driesnarig instrument dat op de Japanse shamisen lijkt.
Varkensvlees
Het gekke is dat, ondanks dat Okinawa een hoorn des overvloeds is van lekkernijen uit de zee, varkensvlees de Okinawese keuken domineert. Jammer weer voor Hassnae, want dat beperkte haar keuzemogelijkheden op de menukaarten aanzienlijk. Ik las ergens dat varkensvlees als de oorzaak wordt gezien dat Okinawezen zo lang leven. In een documentaire zag ik Okinawezen eens beweren dat hun geheim was dat ze ervoor zorgden nooit merer dan 80 procent vol te zitten. Ik heb enige moeite gehad me daaraan te houden, gezien al het lekkers om me heen. Ik heb umibudo ontdekt, een knapperige zeewier die ze overal op Okinawa hebben. Ik heb ermee ontbeten, ze serveren het op een kom rijst met een zacht gepocheerd ei. Heerlijk. En gefermenteerde tofu, ook lekker, en nog veel meer. Ik heb de beruchte slangenlikeur habushu geprobeerd, waarin een gifslang levend wordt verdronken. Een wrede dood voor wat ik vond smaken als een laf wijvenlikeurtje.
Nou ja, dat en nog veel meer. Ik heb een leuke vakantie gehad. Wat hebben jullie gedaan?
Peter Breedveld, Reizen, 12.08.2023 @ 15:29