Nedermarokkanen waren allang geïntegreerd; nu Rob Jetten en Jan Paternotte nog
Hassnae Bouazza
Volgens D’66-ers Rob Jetten en Jan Paternotte is de integratie van Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond ‘een doorslaand succes‘, zo schrijven ze in de Volkskrant.
Niemand die voorbij de aanhoudende stigmatisering en criminalisering door media en politiek keek, zag een mislukte gemeenschap, maar één met weerbaarheid en doorzettingskracht. Een groep die, of de politiek en media dat wilden of niet, Nederland als thuis opeiste en van Nederlands de eigen taal maakte.
Jetten en Paternotte voeren voetballer Hakim Ziyech, Kamervoorzitter Khadija Arib en entertainer Ali B op als voorbeelden van de geslaagde integratie. Nu is het een bekend gegeven dat de lat voor mensen met een Marokkanse achtergrond erg hoog wordt gelegd, maar Jetten en Paternotte maken het wel heel bont. Een rustig leven met een normaal of bescheiden inkomen telt kennelijk niet als geslaagd in de neo-liberale maatschappij, waarin succes wordt uitgedrukt in geld.
Marokkanen gekersenplukt
Witte Nederlanders komen altijd aanzetten met mensen als Arib, Aboutaleb en Marcouch als ultieme voorbeelden die wij, Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond, zouden moeten navolgen. Eerst wordt je als groep uitgesloten, vervolgens worden er een paar Nederlandse Marokkanen gekersenplukt die wèl fijn inschikkelijk zijn en die krijgen vervolgens een wit stempel van goedkeuring. ‘Wees als zij’, is de boodschap.
Nee dus.
De functie van deze Nederlandse Marokkanen is Nederland vooral goed te laten voelen over zichzelf: “Kijk, in Nederland kun je als Marokkaan Kamervoorzitter worden en burgemeester”, klinkt het dan. Als je braaf in de pas meeloopt, ja, en de witte politieke agenda met verve verdedigt ten koste van de kwetsbaren in de gemeenschap. De rest van de Nedermarokkanen wordt gewoon standaard afgewezen op sollicitaties en moet veel harder werken om een plek te veroveren.
Politiek instrument
We bepalen zelf wel wie onze voorbeelden en rolmodellen zijn. Naar wie we op kijken, wie we bewonderen en zeker ook wie we minachten. We hoeven niet aan de hand te worden genomen om ons impliciet te laten vertellen, of eigenlijk helemaal niet zo impliciet, dat we alleen geslaagd zijn als we voldoen aan het beeld en de verwachtingen van mensen die ons bij herhaling inzetten als politiek instrument om achterstanden en ongelijkheid te vergroten.
Ali B wordt omarmd omdat hij ongevaarlijk is, een ondeugende nar die iedereen vermaakt en Ziyech wordt geaccepteerd omdat hij de Nederlandse eer hoog houdt. Jetten en Paternotte vinden je dus alleen geslaagd als je je nuttig voor hén maakt.
Nederlands klinkende naam
Feit is dat de integratie niet pas is gelukt als witte mannen dat zeggen. De integratie van Marokkanen was al lang geslaagd. De acceptatie van die realiteit door politiek en media, dáár ligt het probleem.
Als Jetten, Paternotte en het hele circus eromheen bereid zijn om Nederlanders met een Marokkaanse achtergrond als Nederlanders te accepteren, ze geen Nederlands klinkende naam hoeven in te vullen op sollicitatieformulieren, en zij net zo veel ruimte krijgen om fouten en misstappen te maken en een donkere kant te hebben, net als de zakkenvullende VVD’ers en witte criminelen, zonder dat daarbij iedereen in hun groep medeplichtig wordt gemaakt, dán kunnen we spreken van een geslaagde integratie.
Daar ligt dus een schone taak voor Jetten en Paternotte.
Hassnae Bouazza is schrijver en journalist, was eindredacteur van en regisseerde Femke Halsema’s serie Seks en de Zonde, schreef een boek over Arabieren, Arabieren Kijken. En ze heeft haar eigen hedonistische site, Aicha Qandisha.
Hassnae Bouazza, 17.05.2019 @ 07:01