Nederland wordt planmatig kapotgebouwd
Jasper Mekkes
Scène uit The Tale of Princess Kaguya.
Op vakantie in Limburg begreep ik dat Nederlandse politici nog één klein stukje Nederland vergeten zijn te verpesten. De Grote Peel is één van die zeldzame gebieden in Nederland die nog niet worden doorsneden door infrastructuur. Geen weg, geen kanaal, geen windmolens, geen zonneveld, zelfs geen hoogspanningslijn.
Ik hoop niet dat de politici van dienst meelezen (je weet immers nooit of je niet en passant een cynicus onder hen inspireert als reactie de aarde nog eens wat verder kapot te maken) maar ze hebben dus toch nog een stukje natuur over het hoofd gezien in hun drang naar achteren.
En dat is best bijzonder, want er leeft onder een meerderheid van fanatiek conservatieve ambtenaren (doelgerichte zuiveringen in het ambtenaren apparaat hebben ook zonder meldpunt voor linkse ambtenaren al lang geleden plaatsgevonden) en politici een onbedwingbare drang om onnodige infrastructuur aan te leggen of te verbreden. Een drang die pas tot bedaren lijkt te komen als half Nederland geasfalteerd is en de andere helft is volgezet met vliegvelden, windmolens-voor-de-energiereuzen en andere lariekoek waar behalve politici en aandeelhouders verder niemand iets aan heeft.
Cultuurhistorie en natuur
Hoe de vernietiging van de aarde wordt ingeregeld? Met excel-sheets vol financiële cijfertjes. Excel-sheets die qua efficiëntie doen denken aan boreale tijden.
In Nederland infrastructuurland kent iedere overheid namelijk een onderscheid in slechts twee geldsoorten: een zogenaamd ‘exploitatiebudget’: een jaar-budget, en een ‘investeringsbudget’: geld dat geleend wordt en pas over vele jaren uitgesmeerd wordt terugbetaald tegen een rente die verder niemand in Nederland mag betalen voor zijn lening.
Binnen de hele overheid is het gebruikelijk om zoveel mogelijk te bezuinigen op het jaar- of exploitatiebudget; onder meer op het grootste gedeelte van het onderhoudsgeld voor infrastructuur dus. Reden hiervoor is een monomane focus van fanatieke conservatieven op investeringen in nieuwe infrastructuur. Nieuwbouw dus in plaats van renovatie met oog voor cultuurhistorie en natuur.
Amsterdamse kades, bijvoorbeeld, zijn wereldberoemd vanwege zeer bijzondere, want door de eeuwenlange handel per schip, uit de hele wereld afkomstige muurvarens.
Op de centjes letten
Maar met het slopen van een bestaande kade en het bouwen van een nieuwe laat je natuurlijk pas echt iets na als politicus. Wat verder meespeelt is dat je als politicus goeie sier kan maken met theoretisch lage uitgaven door het beknibbelen op een jaarbudget als het onderhoudsbudget (voornamelijk exploitatiegeld). Dan lijkt het voor de kiezer aan het eind van ieder begrotingsjaar namelijk net alsof je dat jaar weer oud-Hollands netjes ‘op de centjes’ hebt gelet.
Onderhoudsbudgetten voor infrastructuur zijn daarom altijd onnodig laag en investeringsbudgetten onnodig hoog. Zo wordt – met schrikbarend autistische planningen – overal in Nederland gestuurd op het rücksichtslos en volledig vervangen van alle bruggen, kades en oevers, al dan niet inclusief damwanden, in de komende tientallen jaren. En niemand die zich ondertussen afvraagt hoe het toch komt dat we nog steeds over Romeinse bruggen rijden, volledig intacte houten damwanden en schepen terugvinden uit het jaar 1000 voor Christus of oersterke maar ongefundeerde huizen aantreffen op zandruggen die vroeger de oeverwal vormden langs de zich door het Nederlandse landschap verleggende rivieren.
Want ook als die bruggen, kades en oevers oersterk zijn, worden ze op autistische planningen voor vervanging gezet. Zeer sterke oevers, van natuurlijke rivieren – of eeuwenoude Amsterdamse kades en bruggen, die allemaal netjes op oersterke houten palen gefundeerd zijn. Palen waar niets mee gebeurt, zolang ze maar onder water staan. Palen die vooral stukgerekend worden, door dezelfde rekenregels die alleen denken in nieuwbouw; in staal en beton.
Staal en beton
Maar door het juridisch bang maken van toevallige infra-wethouders-zonder-verstand-van-infrastructuur, zoals bijvoorbeeld Sharon Dijksma in Amsterdam, wordt desondanks gezorgd dat kades en bruggen worden aangepast. Aan de inferieure civieltechnische rekenregels wel te verstaan.
Rekenregels die worden opgesteld door het in staal en beton grossierende bedrijfsleven onder de vlag van ‘kennis’-instituten als CUR Bouw en Infra of het NEN. Betreffende instituten werken namelijk door doelbewuste bezuinigingen uitsluitend op ‘projectbudgetten’, wat betekent dat ze alleen werken door externe financiering. En wie anders dan het bedrijfsleven heeft er belang om rekenregels te beïnvloeden die bepalen wat er gebouwd wordt, met andere woorden: wat hun jaaromzet wordt?
Sharon Dijksma laat zich meevoeren met de lariekoek van fanatieke conservatieve ambtenaren die zich dankzij een volstrekt gebrek aan inzicht en visie door deze infralobby hebben laten wijsmaken dat half Amsterdam instort.
Duurzame doelen
Dat het vervangen van al die infrastructuur feitelijk nergens voor nodig was, doet ook niet zo ter zake. Wat belangrijk is, is dat er vervolgens aantoonbaar minder geld over is voor het investeren in sociale en duurzame doelen, zoals bijvoorbeeld elektrisch vervoer over water in een oude binnenstad als Amsterdam (mooier voorbeeld van duurzame ontwikkeling met oog voor mens, gezondheid, natuur en cultuurhistorie kon ik zo gauw niet bedenken).
Zo kunnen heel effectief (dreigen met risico op verzakking is een geweldig middel, niemand die de rekenregels snapt waarmee gegoocheld wordt, zeker de juristen niet die de dienst uitmaken in overheidsland) ‘linkse’ investeringen in het verbeteren van het milieu, duurzaamheid en sociale doelen in het algemeen worden voorkomen met doemscenario’s over het verzakken van kades en het instorten van bruggen en dijken. Zonder uiteraard naar de echte oorzaak van verzakkingen – een te lage grondwaterstand – te kijken. Niemand durft in Nederland immers de achteruitwerkende macht van de landbouwlobby binnen de waterschappen ter discussie te stellen.
En de gemiddelde civiel-techneut zal net als de infra-ambtenaar altijd ieder risico van een duurzame, esthetische renovatie uit proberen te sluiten, ook als zo’n renovatie qua draagkracht van betreffende infrastructuur voldoende zou zijn. Dat vragen de juristen, die de dienst uitmaken in overheidsland, hen immers namens de risico mijdende bestuurder.
Planmatig kapotgemaakt
Er zijn daardoor twee dingen die de laatste decennia in Nederland planmatig kapotgemaakt zijn: natuur, sociale structuren en cultuurhistorie. Die thema’s moeten allemaal wijken voor investeringen in stevig geconstrueerde nieuwe infrastructuur. Die dan – heel cynisch – ook nog ‘duurzaam’ wordt genoemd, omdat ze lang meegaat, of omdat er bijvoorbeeld ondanks alle interne weerstand tegen dergelijke ‘linkse hobbies’ een paar zonnepanelen aan vastgetimmerd zijn.
Waardoor Sharon, zoals vrijwel iedere PvdA-bestuurder sinds de jaren ’90, schaamteloos de VVD-kaart trekt en ten koste van sociale en ecologisch verantwoorde doelen van plan is honderden miljoenen stuk te slaan voor niets anders dan een bijelkaar gefantaseerd probleem, met een oplossing die weer eens alleen de aandeelhouders van grote bouwbedrijven helpt.
Jasper Mekkes is ingenieur en vooruitgangsfilosoof.
Jasper Mekkes, 30.03.2019 @ 12:27