Nacht over Westerbork
Daphne Meijer
Foto © Peter Breedveld
Het Herinneringscentrum Westerbork en de Stichting Vluchteling hadden een goed idee. Waar ik nog steeds achter sta, een eenmalige loop van veertig kilometer van het Herinneringscentrum Westerbork naar de stad Groningen. Ik ben de afgelopen maanden niet overtuigd door de tegenargumenten.
Het doet niet af aan de uniciteit van de Sjoa om aandacht te vragen voor het lot van vluchtelingen anno nu, in wat ooit een vluchtelingenkamp was. Het voormalige kampterrein is geen ‘heilige grond’. Zo werkt het jodendom niet, wij zijn geen doodscultus, maar een levenscultus. En de nagedachtenis van degenen die er naar hun dood werden getreind wordt niet ‘besmeurd’ wanneer drie generaties later aan jonge mensen het verhaal over hun vervolging wordt verteld en afgezet tegen de actualiteit. Niemand wil ontkennen dat het een Dürchgangslager was. Dat kan helemaal niet.
Hoe meer mensen er over de drempel van het Herinneringscentrum stappen, des te beter. Vind ik, maar dat vindt kennelijk niet iedereen.
Er fietsen elk weekend dagjestoeristen over het kampterrein, want er lopen fietsroutes overheen. Besmeuren zij de herinnering aan de Sjoa ook? Moeten zij niet afgeranseld worden?
Nee, natuurlijk niet. De pijn zit er niet in dat iemand het dorp Hooghalen bezoekt, langs het Herinneringscentrum wandelt om bramen te plukken of over het kampterrein fietst, de pijn zit in de associatie met de actualiteit en met v-l-u-c-h-t-e-l-i-n-g-e-n.
Bedreigingen en intimidaties
De communicatiestrategie van het Herinneringscentrum en de Stichting Vluchteling was beroerd, of afwezig; en in plaats van een stevig plan neer te netten over het specifieke en bijzondere van de ervaring, dat kritiek zou kunnen weerstaan, is vooral het Herinneringscentrum het object van bedreigingen en intimidaties geworden.
Ik zou hebben gefocust op het sobere en tussen de regels op het sacrale aspect, het meditatieve element van starten in Westerbork. Daar de route beginnen is iets anders dan de Nacht aftrappen aan de voet van de Erasmusbrug, met I Gotta Feeling van The Black Eyed Peas uit de speakers (Ervaringsdeskundige. Been there, twee keer). Het is er letterlijk en figuurlijk veel donkerder dan op welke andere startlocatie ook. En hoe pregnanter je die boodschap laat horen, des te duidelijker wordt de reden waarom je dit eigenlijk wilt organiseren.
Dat heeft men niet gedaan, wat heel jammer is, en de rest is geschiedenis. Dirk Mulder, de directeur, vertelde dat de protesten van twee kanten kwamen; radicaal-rechts en uit Joodse kring. Vooral dat laatste is beschamend. Maar is radicaal-rechts en Joods voor sommige Joden in Nederland geen synoniem? Ik verzet me tegen dit beeld.
Groter goed
Er bestaan vele Joden voor wie de herinnering aan de Sjoa een morele drijfveer is in hun leven om goed te doen en om het beste Joodse leven te leiden dat zij maar kunnen. Hoe je dat doet – daar liepen en lopen de meningen over uiteen. Voor de een is het een focus op wederopbouw van Joodse structuren en Joods (religieus) leven, voor een ander is het de strijd voor een betere wereld in politieke of filosofische termen, of de strijd voor een eigen staat. Voor de meesten is het een combinatie.
Iedereen maakt een andere keuze en komt tot een andere mix. De een is levenslang Trotskist, de ander sluit zich aan bij een chassidische stroming, en voor een grote meerderheid zijn dit geen van beide aantrekkelijke opties. Maar wat de wederopbouwgeneratie deelt is een herkenning: een verhevigd belang van het goede doen in de materiële wereld van alledag, zodat er iéts gered wordt en weer bloeit uit de as en de verwoesting.
Daarom kon tot voor kort iedereen, hoe verschillend ook, uiteindelijk met elkaar door één deur en konden de communisten in het Nederlands Auschwitz Comité om de tafel met de meer traditionele bestuurders. Zo kon men tot overeenstemming komen voor het grotere goed, het algemeen Joods belang. Ging niet altijd vanzelf, en er is met menige deur geslagen, maar uiteindelijk kwam men er altijd uit. En al polderend leidde dit tot een min of meer representatieve vertegenwoordiging tegenover de Nederlandse overheid van in elk geval een deel van de Joden, degene die zich als Joods wilden en durfden laten zien.
Radicaal rechts
Dat grotere goed en dat algemene Joodse belang zijn versplinterd. Kort gezegd: we zijn het niet langer eens. We zijn het hopeloos oneens.
Over Israël zijn de meningen al langere tijd verdeeld, maar vooral sinds de Tweede Intifada is de consensus doorbroken. Er wordt naar buiten een geharnaste consensus gepresenteerd die niet bestaat.
En nu is ook de consensus doorbroken over interne Nederlandse zaken, zoals het starten van een sponsorloop uit het Herinneringscentrum Westerbork, en de opkomst van radicaal rechts is hier een belangrijke oorzaak van.
Radicaal-rechts, de alt-right, zo je wilt, heeft Joden de afgelopen twee decennia steeds meer ingezet als een ‘token‘. Als een object, een prijs, een vaandel, waarover zij een strijd voeren met moslims. Als ik de tweets en andere berichten lees van radicaal-rechtse woordvoerders en radicaal rechtse meelopers, hebben zij de Joden in hun opvattingen een plek gegeven als zwakke minderheid. Zij zijn Aragorn, en de Joden zijn de Hobbits, die moeten worden beschermd tegen islamitische Orks. En Israël is de Shire, de plek waar de Joden veilig moeten zijn. (En waar wij dus ook allemaal naartoe moeten verhuizen.)
Jodenbeschermers
Waar komt dit vandaan? Het is de radicaal-rechtse wereldbeschouwing, waarin een grote culturele strijd gevoerd wordt tussen Goed en Kwaad, West en Oost, Jezus en Mohammed. Hierin speelt de Jood een rol als… ja, als wat eigenlijk? Als de Ring die de drager absolute macht geeft?
In christen-zionistische kring wordt het bijbelvers vaak aangehaald dat God liefheeft wie de Joden liefheeft en haat wie de Joden haat. In een veel softere versie geldt in de PKN-kerken dat er zoiets bestaat als ‘de onopgeefbare verbondenheid met Israël’.
Sommige radicaal-rechtse denkers zoeken het in culturele verbondenheid, of geo-politieke machtsblokken, of, zoals Joost Niemöller, in het feit dat Joden nu eenmaal intelligenter zijn dan anderen, en je die dus in huis moet hebben (Geen zin om naar hem te linken, stuk is eenvoudig te vinden). Of in een extreem nationalisme, waarin elk volk zijn eigen plek bewoont en we niet met elkaar mengen. Iedereen stelt hieruit zijn eigen ideologische salade samen.
Welbegrepen religieus eigenbelang herken ik, overgoten met beschermingsdrift. En met als consequentie dat alle Joden slechts groepsgewijs bestaan. De radicaal-rechtse omgang met Joden is ten diepste essentialistisch: de Jood valt samen met zijn lotsbestemming als groep, als volk. Maar een ander bepaalt wat die lotsbestemming is.
Antisemiet
Je kunt een Jodenbeschermer niet bozer krijgen dan door zijn bescherming te weigeren. Of een christen-zionist vertellen dat je geen interesse hebt om naar het thuisland te verhuizen omdat Nederland je vaderland is. Het gaat vrij ver, soms. Zo zijn er Jodenbeschermers die Joden met hen onwelgevallige meningen uitschelden voor ‘antisemiet’ en ‘Jodenhater’. Redacteur Bart Schut van het Nieuw Israëlietisch Weekblad heeft daar een handje van. Kennelijk moeten we tegen onze eigen dissidente standpunten in bescherming worden genomen, door iemand die beter weet dan wijzelf wat de goede Joodse standpunten zijn.
En waar zit nu de pijn?
Sommige Joden laten zich de omarming door radicaal-rechts aanleunen en gaan hier geheel in mee. De relaties zijn hecht en er is overlap. Die is ooit begonnen in de jaren nul, met de aanwezigheid bij het CIDI van Wim Kortenoeven als medewerker. Sinds zijn vertrek in 2010, om Kamerlid van de PVV te worden, is christelijk-zionistisch geïnspireerd radicaal-rechts steeds verder de burelen van het CIDI binnengetrokken.
En het CIDI presenteert zich als de vraagbaak en woordvoerder van de Joden in Nederland. Veel mensen denken dat wat het CIDI zegt en het NIW schrijft, het standpunt van de Joodse gemeenschap is.
Dat is één kant van de zaak. Veel Joden voelen zich namelijk niet vertegenwoordigd door wat het CIDI zegt en het NIW schrijft. Ze zijn veel gematigder in hun standpunten. Dat zorgt voor ongemak.
Heulen met de PVV
En nu mijn punt: deze omarming door radicaal-rechts, die voor veel Joden heel onbehaaglijk voelt, zorgt ook voor een terugslag in Joodse relaties met dat deel van Nederland, die tachtig procent, dat niet radicaal-rechts is.
In linkse en centrumlinkse kring bestaat heel weinig respect, geduld of sympathie voor mensen die heulen met de PVV en Forum voor Democratie. Links walgt van PVV’ers en FDP’ers, of ze nu Joods zijn of niet. En links en het centrum walgen ook van de wandaden van Israël. In de Tweede Kamer zal men de kritiek in zachte watten inpakken, maar hier komt het wel op neer.
Dat is een koude douche voor vele Joden, die jarenlang gewend zijn geweest, in de woorden van historicus Bart Wallet, gezien te worden als ‘moreel ijkpunt’ (In zijn essay in dit boek heeft hij dit thema uitgewerkt).
Gematigde Joden
Je kunt echter niet op twee bruiloften tegelijk dansen (Jiddisch spreekwoord). Tegelijkertijd een moreel ijkpunt zijn, en een knuffelbeer en lievelingsminderheid van radicaal-rechts én een kritiekloze representant van de staat Israël. Iets gaat dan scheuren.
Je kunt niet Hidde van Koningsveld als representant van je etnische groep aanwijzen (via de ‘wie zwijgt, stemt toe’-methode) en verwachten dat iemand jouw morele oordeel, over überhaupt wat dan ook, interessant vindt. Hidde is best een aardige jongen, daar niet van, maar wie denkt dat hij op Twitter spreekt namens 55.000 Joden die hier wonen, heeft niet opgelet.
Terwijl ik vind dat een Joods oordeel over een morele kwestie best eens van pas kan komen, in Nederland. De gelegenheid als Joden gespreksdeelnemer te zijn, wordt de gematigde Joden nu echter ontnomen, want een vast klein clubje alt-right types neemt nu eenmaal de honneurs waar. Af en toe mag Jaap Hamburger, de voorzitter van Een Ander Joods Geluid, de stichting waar ik werk, ook iets zeggen, maar in zijn standpunten herkent de grote zwijgende meerderheid van de Joden zich ook niet echt.
Vluchtelingen ontmenselijken
Nu zijn we aangekomen, waar we niet wilden geraken: op de plek waar radicaal-rechtse, vaak christen-zionistische vertegenwoordigers en pleitbezorgers van de Joodse gemeenschap de representatie op zich nemen van een veel gematigder minderheid. En losgaan op de directeur van het Herinneringscentrum op een manier waar de honden geen brood van lusten.
Maar er is iets aan het veranderen, want in de buitenwereld zwelt de kritiek aan. En hopelijk keert dit tij het schip.
Want wat is nu de grote, ironische, pijnlijke werkelijkheid: de meeste Joden hebben niets tegen vluchtelingen, integendeel. De grote meerderheid van de Nederlandse Joden heeft helemaal geen problemen met een sponsorloop voor vluchtelingenopvang in de regio. Vele Joden zijn direct of indirect als vrijwilligers betrokken bij de opvang van vluchtelingen in Nederland.
Maar in alt-right-kringen is het echter anathema om vluchtelingen en Joden op een positieve manier met elkaar te verbinden. Dat maakt hun hele framing van de afgelopen jaren namelijk kapot. De vluchteling moet worden ontmenselijkt, en radicaal-rechts gebruikt de ‘heiligheid’ van het voormalige kamp Westerbork om een succesvol initiatief voor vluchtelingen, nota bene vluchtelingenopvang in de regio, te kunnen framen als ‘antisemitisch’. (Zie bijvoorbeeld de recente tweets van Arnold Karskens.) Wie spant hier nu wie voor zijn karretje? En welke Jood komt hier nu eens tegen in opstand?
Duurzame goede betrekkingen
Ik heb Facebook-kennissen die nazaten van gedeporteerden zijn en die problemen hebben met de locatie Westerbork als startpunt voor een loop tijdens de Nacht. Zij vinden dit niet kies, mede gezien de jolijt bij de start die zij tijdens vorige edities op de televisie hebben kunnen zien. Snap ik.
Maar zelf zouden zij vast liever gekozen hebben voor de dialoog, gewoon ouderwets om de tafel met Dirk Mulder en Tineke Ceelen van de Stichting Vluchteling. Om het uit te polderen. Of om desnoods van mening te verschillen en er niét uit te komen, maar om de lijnen open te houden voor een volgende keer.
Wat de radicaal-rechtse Jodenbeschermers namelijk niet begrijpen, is dat wij met elkaar verder moeten. Met de leiding van het Herinneringscentrum, met de politieke partijen, en met de burgemeesters van de steden waar wij wonen. En met elkaar. Je kunt iedereen zonder aanziens des persoons wel elke dag uitschelden voor ‘Nazi’, ‘Kapo’ en ‘Jodenhater’, maar dat zorgt niet voor duurzame goede betrekkingen. En die zijn toch nodig. Want wij gaan namelijk nog lang niet dood en nog lang niet weg.
Daphne Meijer is actief in de lokale Amsterdamse politiek voor GroenLinks.
Gastschrijver, 01.05.2019 @ 07:06