Moet u al bijna kotsen?
Fréderike Geerdink
Scène uit Yasujiro Ozu’s An Autumn Afternoon (bron: Hayao Miyazaki)
‘The Act of Killing’ is met afstand de meest overweldigende film die ik ooit heb gezien. Hij werd me getipt door docenten van mijn master-opleiding ‘International Journalism’ als voorbeeld van een film waarbij de onverwachte vorm, namelijk re-enactment, uitzonderlijk goed gekozen is. Dat is het, maar de film heeft me vooral inhoudelijk een oplawaai gegeven. Al het geweld was nagespeeld, maar legde een schokkende werkelijkheid bloot.
De film gaat over ‘gangs’ (ze noemen zichzelf zo, vol trots) in Indonesië die in 1965 en 1966 massaslachtingen aanrichtten onder ‘communisten’. De slachtoffers zouden leden van de communistische partij zijn, maar de zeker één miljoen slachtoffers waren vooral gewone burgers die van linkse sympathiën of van atheïsme werden verdacht en ethnische Chinezen en andere minderheidsgroepen. De maker van de film, Joshua Oppenheimer, wilde eigenlijk een film over de slachtoffers maken. De Indonesische regering gaf daar geen toestemming voor en stelde Oppenheimer voor in plaats daarvan de moordenaars te interviewen, de ‘helden’. Aanvankelijk zag hij dat niet zitten, tot hij de mannen ontmoette en het idee ontstond om de moordpartijen na te spelen. De mannen, dol op westerns, zagen het helemaal zitten hoofdrolspelers te worden in een film over moord en doodslag.
Wat er vervolgens ontstaat is ontluisterend. Zowel de mannen zelf als dorpelingen spelen de slachtoffers en omdat de ‘gangs’ nog altijd veel macht hebben in hun gemeenschappen, durft niemand te weigeren. Mensen zitten op stoelen, worden vastgebonden en ‘gewurgd’, de ‘gangs’ vaak lachend bij de herinnering maar de slachtoffers met de angst in de ogen en soms hevig snotterend smekend om genade. Ondertussen reflecteren de mannen op hun daden. Die waren terecht, want de misdaden van de communisten waren van zo’n onuitsprekelijke wreedheid dat níet optreden simpelweg geen optie was.
Communistische wreedheden
Alleen, die onuitsprekelijke wreedheden van de Indonesische ‘communisten’ bestonden helemaal niet. Dat een groot deel van de bevolking daar anders over dacht, kwam onder andere door een film die de Indonesische autoriteiten hadden gemaakt en die de zogenaamde communistische wreedheden liet zien. Die film, zo vertelt Oppenheimer in dit interview (waarin ook wat niet-verbazingwekkende info over waar de oorsprong van die ‘gangs’ eigenlijk ligt, beste landgenoten), werd Indonesiërs jaar in jaar uit door de strot geduwd en kijken was verplicht, zelfs voor de jongste schoolkinderen.
Oké, propaganda, dat is niets nieuws, maar in ‘The Act of Killing’ gebeurt iets bijzonders. Die moordenaars weten dondersgoed dat de ‘communisten’ die wreedheden helemaal niet hadden begaan, maar wat pas tijdens het filmen, vier decennia later, in volle omvang tot ze door lijkt te dringen, is dat ze zélf de barbaren waren. Eén dader, een wurgdraad om zijn nek, stikt bijna in dat besef.
De parallel met Turkije en Koerdistan is natuurlijk snel getrokken. Al decennia lang duwt de Turkse staat zijn bevolking propaganda over de PKK door de strot en beschuldigt de groepering van de verschrikkelijkste misdaden. Het leger móet wel optreden. Maar de barbaar, dat is de staat zelf. De misdaden tegen de menselijkheid, die worden door het Turkse leger begaan. De staat weet het, de officieren die martelen, (massa)moorden en lijkschennis plegen, weten het want ze dóen het, maar misschien dringt het ook tot hen niet werkelijk door. Het is te groot om te beseffen misschien. Je zou stikken in de kots die je opgeeft uit afkeer van jezelf.
Omdraaiing van de werkelijkheid
De crux in de volledige omdraaiing van de werkelijkheid zit ‘m erin dat de bedenkers en uitvoerders van de massamoorden aan de macht bleven en de leugens over een periode van zowat een halve eeuw steeds dieper in het brein van hun bevolking én in hun eigen brein konden vastschroeven. Ook daar is de gelijkenis met Turkije evident.
Maar als Europees mens ontkwam ik er ook niet aan om deze werkelijkheid groter te trekken. Niet alleen omdat Nederland een rol speelt in de massamoorden waar ‘The Act of Killing’ over gaat (meer info in de film en het interview), maar ook omdat wij, witte westerse samenlevingen, in wereldomvattende zin dezelfde positie van macht hebben als de Indonesische ‘gangs’ en het Turkse leger. Onze macht is op niet meer gebaseerd dan het feit dat we, zoals James Baldwin hier in een paar zinnen voortreffelijk uitlegt, ‘space shuttles, banken, en wapens’ hebben. Die macht stelt ons niet pas paar decennia, maar al een paar eeuwen in staat het narratief te bepalen. De groteske leugenachtigheid van dat narratief, waarin wij de ontwikkelden zijn, de superieuren, de beschaafden, is evenredig aan de barbaarsheid die verdoezeld moet worden – kolonialisme, slavernij, uitbuiting, het wegvagen van oorspronkelijke bevolkingen, het leegroven van hele continenten, tot op de dag van vandaag aan toe.
Diepgewortelde leugen
Moet je zien hoe Baldwin dan verder gaat: ‘Wat jullie niet meer hebben, dat ben ik. Ik, de slaaf. Ik, het zw* dat ooit alles geloofde dat jullie mij wijs maakten. Niets wat je doet kan mij, laat staan mijn kind nog doen geloven, dat ik jouw mindere ben. In de hemel noch op aarde. Dat is voorbij. Ik heb al heel lang met jou te maken. Nu krijg jij met mij te maken. Want ik ben hier en ik blijf hier. Begrijp je wel?’
Degenen die lijden onder ons zien onze leugens al lang, gláshelder. Zoals de ‘communisten’ in Indonesië de leugens van de ‘gangs’, zoals de Koerden in Turkije de leugens van de staat. In ‘The Act of Killing’ is er een re-enactment nodig om de schokkende waarheid tot de daders te laten doordringen. Wat is er bij ons voor nodig? Is het sowieso mogelijk zo’n lange, diepgewortelde leugen te ontmantelen?
Voelt u ‘m al in uw keel? Moet u al bijna kotsen? Ik wel.
Fréderike Geerdink is journalist. Als Turkije-kenner en Koerdistan-correspondent leert ze veel over Nederland. Steun haar met een financiële bijdrage op Patron.
Fréderike Geerdink, 09.09.2019 @ 07:18