Minister Asscher ontloopt zijn verantwoordelijkheid
Timo Koren en Yannick Coenders
Lodewijk Asscher gaat discriminatie op de arbeidsmarkt bestrijden. Fijn, dachten wij, en bovendien broodnodig. Zaterdag verscheen hij op de voorpagina van Trouw waar hij zijn plannen ontvouwde. De minister die Oost- en Middeneuropeanen liever ziet komen dan gaan, bindt nu de strijd aan met arbeidsmarktdiscriminatie. Het contrast is groot. Maar we geloven in voortschrijdend inzicht, ook in dat van Asscher.
Onze teleurstelling had echter niet groter kunnen zijn. Asscher valt terug in zijn bekende integratieretoriek en zijn voorstelling van discriminatie is simplistisch en sluit aan bij een kleurenblinde en postraciale schijnwerkelijkheid.
Maar laten we positief beginnen, het is tenslotte mooi weer.
Aangiftes van discriminatie
Asscher: “Voortaan worden alle aangiftes van discriminatie door de politie onderzocht.”
Het is positief dat Asscher aangeeft dat de huidige gang van zaken verbeterd moet worden. Maar er zit iets merkwaardigs in die uitspraak, want Asscher erkent tegelijkertijd dat de politie structureel discrimineert. En dan doelen we niet op racial profiling, maar op zijn bewering dat deze aangiftes het onderzoeken niet waard zijn. Blijkbaar werden niet alle aangiftes tegen discriminatie onderzocht. Het roept meteen de vraag op wat er dan wel met die aangiftes gebeurde. Hoe vol is de prullenbak bij justitie? Waarom werd er niks mee gedaan? Wie is daar verantwoordelijk voor?
Elkaar leren kennen
Asscher: “De overheid kan niet met een wet discriminatie bestrijden want het komt voort uit een vooroordeel. Vooroordelen kunnen worden bestreden door elkaar te leren kennen.”
Het idee dat discriminatie voortkomt uit vooroordelen is gestoeld op de assumptie dat individuele personen verwerpelijke vooroordelen hebben die ertoe leiden dat zij mensen uitsluiten. Deze assumptie leidt ertoe dat het bestrijden van discriminatie gereduceerd wordt tot een schuldvraag over excessen. Was het maar zo simpel. Op deze manier worden andere processen van uitsluiting niet belicht. Discriminatie is veel meer dan individuele vooroordelen. Discriminerende praktijken kunnen bijvoorbeeld het gevolg zijn van bedrijfsculturen en regelgeving.
Enkele voorbeelden. Allereerst het onbewust zijn van onderrepresentatie. Als José Manuel Barroso er niet voor had gepleit een vrouw als Eurocommissaris te willen, dan had Neelie Kroes daar waarschijnlijk geen post gekregen.
Uitsluiten van baarden
Dan de bedrijfscultuur: haantjesgedrag in combinatie met onderlinge concurrentie kan er bijvoorbeeld toe leiden dat personen die zich in die context niet thuis voelen (vaak, maar niet uitsluitend, vrouwen) hier constant nadelen van ondervinden.
Ten derde is er nog regelgeving, die vaak universeel lijkt, maar toch bepaalde personen onbedoeld kan benadelen. Het te korte vaderschapsverlof zorgt er bijvoorbeeld voor dat mannen systematisch economisch bevoordeeld worden. Zo werkt het als een rem op de emancipatie. Kledingsvoorschriften, bijvoorbeeld in de horeca, kunnen ook uitsluitend werken. Het uitsluiten van baarden, hoofddoeken of tatoeages leidt ertoe dat mensen met bepaalde overtuigingen minder makkelijk bij deze bedrijven aan de bak kunnen.
Repressief beleid
Als laatste is er het vraagstuk van verantwoordelijkheid. Wat als de klant discrimineert? En je als bedrijf gedwongen wordt daarin mee te gaan? Als je zelf geen vooroordelen hebt, maar opgedragen wordt naar andermans vooroordelen te handelen?
Asscher ontloopt door zijn eenzijdige uitleg van discriminatie zijn verantwoordelijkheid. Hij negeert alle voorgenoemde oorzaken van discriminatie. Maar ook waar het wel gaat om vooroordelen doet hij alsof de overheid met de handen op de rug gebonden moet toekijken.
Er zijn wel maatregelen die hij kan treffen, maar dat zijn geen populaire maatregelen. Vooroordelen zou je bijvoorbeeld kunnen proberen te bestrijden met goed onderwijs. De effecten van discriminatie, namelijk onderrepresentatie zou je kunnen bestrijden met quota. Op zijn minst zou Asscher kunnen uitleggen waarom hij niks ziet in dit soort maatregelen. Het is opvallend dat zijn beleid vooral is gericht op repressie (naming en shaming), en vrijwel niet op preventie. Maar goed, dat hoort erbij als je met de VVD in een kabinet zit.
Grondrechten beschermen
Asscher: “Bij de integratie verwachten wij veel van mensen. Ze moeten hun best doen en hindernissen overwinnen om in Nederland thuis te raken. Maar daar hoort bij dat iedereen die hier is een eerlijke kans verdient.”
Het is vreemd dat Asscher in dit verhaal over discriminatie integratie erbij betrekt – zeker omdat hij zelf benadrukt dat het ook gaat om geslacht en leeftijd. Seksualiteit zouden wij daar onder andere nog aan toe willen voegen. Zaken die niks met integratie te maken hebben. Zelfs als je het op afkomst betrekt, is het integratieverhaal misplaatst. Het wordt nu als een soort uitruil gepresenteerd. Als je je als immigrant uit de naad werkt en je Nederlander gaat voelen ‘omdat het zo hoort’, pas dan ziet Asscher het als een faire deal om je grondrechten te beschermen. Immigranten moeten dus, ten opzichte van andere Nederlanders, een stapje extra doen – het laat wederom zien waarom het concept integratie als beleidsnorm discriminatoir is.
Discriminatie verdient aandacht, maar de manier waarop Asscher daarmee omgaat is een farce.
Timo Koren (@TimoKoren) en Yannick Coenders (@Yantje90) zijn masterstudenten Social Sciences. Zij maken het blog lekker stereotyperen, te volgen op Tumblr en Facebook.
Coenders en Koren, 22.05.2014 @ 07:20
3 Reacties
op 22 05 2014 at 12:23 schreef NumoQuest®:
U had iets anders van meneer Asscher verwacht? Kom toch.
op 22 05 2014 at 12:55 schreef Ralph van der Geest:
Een notoire racist die racisme zegt te gaan bestrijden???
Er schiet me een Godwin te binnen….
op 23 05 2014 at 19:25 schreef Anoniem:
Een witte hond en tepelringen, is dat niet sterio…..mm ach laat maar