Martin Scorsese versus de Marvel-films: Alan Moore
Ruud Hendriks
Scène uit Bōrei Kaibyō Yashiki (Het Huis van de Spookkat, 1958)
Wie in de war raakt van Martin Scorseses mening over superheldenfilms, heeft nooit gehoord of gelezen wat Alan Moore, de godfather van de comics, erover zei, of doet alsof ie dat nooit hoorde of las. Scorsese is een poesje, vergeleken met Moore, voor wat betreft kritiek op superheldenfilms. James Gunn en Joss Whedon weten dondersgoed wat Moores kritiek is. And it ain’t pretty, folks.
“They weren’t ever designed to be films. This is what I’ve been trying to explain to these stupid bastards for the past 20 years. They were designed to exploit all the things that comic books can do and that no other medium can. I wanted to give comics a special place when I was writing things like Watchmen. I wanted to show off just what the possibilities of the comic book medium were. And films are completely different. This assumption that if something works in one medium it will work as well or better in another, I’ve got no idea where that comes from.” – Alan Moore, Time Out Sidney, 21 January 2009
Alan Moore was de eerste naam die me te binnen schoot, na die delirische ophef over wat Scorsese zei, dat superheldenfilms “theme park movies” zijn en geen “cinema”. Maar ik realiseerde me dat ik naar Moore wil toewerken, en niet vanuit hem beginnen. Moore is een held, een persoonlijkheid met ballen, vooral omdat ie niet zwijgt en over de “comics industry” zegt waar het op staat. En, most of all, omdat ie herhaaldelijk inzichtelijk maakte dat (bijvoorbeeld) DC Comics wordt gerund door hetzelfde soort maffiose, megalomane motherfuckers als de schoften in de bankenwereld die de financiële crisis van elf jaar geleden veroorzaakten. Het allerlaatste waar ze bij DC Comics in zijn geïnteresseerd, is comics: dat interesseert ze werkelijk GEEN KUT.
Visionair
Alan Moore schakel ik gelijk aan een eigenwijze visionair à la Stanley Kubrick. Kubrick is grotendeels, net als Moore, iemand die koos voor de afzondering. Beiden zijn, in hun vakgebied, neusje van de zalm.
Ik schuif Alan Moore nog even voor me uit. Zijn naam laat ik hier alvast vallen, omdat – naar mijn mening – er weinig verschillen zijn tussen de ontwikkelingen die de filmindustrie bedreigen, en die van de comics-industrie. Toen de naam Alan Moore mijn kop in schoot, nadat ik die ophef over Scorsese tot me had laten doordringen, realiseerde ik me dat het (mij) ten diepste gaat over kwaliteit, integriteit, loyaliteit, moraal en ethiek. De persoonlijkheid, ambitie en visie van Alan Moore, anarchist in hart en nieren, verklaart waarom hij op die punten zo hoog scoort, en onderscheidend is. En, belangrijkst van al: waarom hij me raakt, en ontroert.
Met het door Scorsese veroorzaakte vonkje, wil ik met een reeks stukken in feite naar een analyse van ontwikkelingen in de filmindustrie, van ‘Hollywood Economics‘. In de eerste plaats omdat superheldenfilms onherroepelijk en onvermijdelijk een gegeven zijn. In de tweede plaats omdat er parallellen zijn tussen de filmindustrie en de comics-industrie.
Er zijn ook interessante parallellen tussen wat Martin Scorsese en Francis Ford Coppola over de filmindustrie zeiden, en wat Alan Moore zei over de comics-industrie. Twee voorbeelden:
“The thing is, it’s not the comics medium that’s the problem. The comics medium is blameless. It’s the comics industry.” – Kurt Amacker interviews Alan Moore, Seraphemera Books, 2006-2012
“I think that the comics medium is wonderful and it’s certainly nowhere near reached its full potential. The comics industry has probably long exceeded its full potential and it’s running on fumes for a decade or so now without any original ideas to sustain it.” – Alan Moore, interview Honest Publishing, 5 december 2011
Originele ideeën
In een aflevering voor het televisieprogramma Hollywood Insiders uit 1997 interviewde Geoffrey Gillmore filmmakers Francis Ford Coppola en Martin Scorsese. Tijdens het interview merkt Coppola op dat het filmmedium ongeveer zes procent van de mogelijkheden heeft benut. Scorsese valt hem in de rede en voegt daaraan toe dat de “silent movies” (de “stomme film”) 4,5 procent van die mogelijkheden benutte. Ze stellen het met een mengeling van ernst en ironie. Maar de ironie betreft in ieder geval zeker niet de mogelijkheden van het filmmedium. Mikpunt van hun ironie is veel meer de bereidheid van de filmindustrie in te zetten op vernieuwing, en (toen al) het gebrek aan oorspronkelijke, originele ideeën en makers.
Het gaat ze beiden meer om zorgwekkende ontwikkelingen in de filmindustrie, en welke machtsfactoren daar een rol spelen. Dat is dus in 1997, twee-en-twintig jaar geleden. Dat is dezelfde tijdsperiode die er zit tussen dit dubbelinterview en de entree van de “blockbuster“, die volgens de Hollywood-mythe begon met Spielbergs Jaws (1975).
Het interview is zeer de moeite waard. En wat hierbij opgemerkt moet, is dat Geoffrey Gillmore, de betreffende journalist en interviewer, uitstekende, relevante vragen stelt, een klein uur lang. Eigenlijk is het pijnlijk, wanneer je tot je laat doordringen wat Coppola en Scorsese over het filmmedium en de filmindustrie zeggen, omdat er in die 22 verstreken jaren weinig tot niets wezenlijks is veranderd. En het is pijnlijk, omdat er in televisieprogramma’s amper nog die tijd wordt genomen, voor een analyse, voor een visie, en voor reflectie.
Loyaliteit en integriteit
Alle lange interviews met Francis Ford Coppola, Martin Scorsese zijn om die reden interessant. En exact hetzelfde geldt voor Alan Moore. Ik sla Moore nog hoger aan, omdat ie geen blad voor de mond neemt, schijt heeft aan macht en het grote geld. Moore gaat het non-stop om kwaliteit, eigenheid. Wat loyaliteit en integriteit betreft is ie een voorbeeld. Wat mij betreft een superheld.
Wat Alan Moore overeenkomt met Coppola en Scorsese is dat hij de integriteit van het medium centraal stelt. En vervolgens de ambitie nastreeft de maximale potentie uit dat medium te halen, vanuit persoonlijke kwaliteiten, vanuit persoonlijke visie. Scorsese is, en ik vind dat cruciaal, honderd procent integer wanneer hij zegt dat cinema (voor hem) gaat over de interactie tussen mensen: “… the cinema of human beings trying to convey emotional, psychological experiences to another human being.”
Wie nu – knee-jerk – als door een wesp gestoken reageert op Scorsese, omdat hij over superheldenfilms niet het gewenste zegt, gaat voorbij aan zijn integriteit. Maar net als Scorsese, is Alan Moore wel vaker dan eens kwaadaardig geframed vanwege zijn pas wérkelijk meedogenloze kritiek op de adaptaties van comics, door een zijns inziens verwerpelijke industrie.
Kwaadaardige framing
Veel meer nog dan Martin Scorsese, werden George Lucas en Steven Spielberg het doelwit van kwaadaardige framing. Daarom borduur ik in een volgend stuk verder op de ontwikkelingen binnen de filmindustrie, waarin de “movie brats“, waar zij deel van uitmaakten, de voornaamste kopstukken zijn.
Het is uiteindelijk óók het verhaal van de macht van de “franchise“. Want het is geen toeval dat de filmindustrie parasiteerde op de comics, en – voor wat de chronologie der ontwikkelingen betreft – niet andersom.
Ruud Hendriks is regisseur en docent scenarioschrijven. Dit is het derde deel van een serie beschouwingen over Scorceses kritiek op Marvel op Facebook. Lees de rest hier, hier, hier, hier, hier en zo verder.
Ruud Hendriks, 22.10.2019 @ 07:52