Manga voor meisjes, maar wel niveautje Toni Morrison
Peter Breedveld
Hoewel ik mijn hele leven al een fervente stripliefhebber ben, heb ik weinig manga gelezen, en het irriteert me altijd lichtelijk als mensen me vragen of ik Japans ben gaan studeren omdat ik manga-fan ben, of anime-fan. Nee, ik ben geïnteresseerd geraakt in Japan vanwege het Zen-Boeddhisme, dan weet u dat.
Ik heb manga altijd genegeerd vanwege vooroordelen. Ik kende vroeger wel wat goede manga en anime: Akira, Ghost in the Shell en één van de beste strips die ik ooit gelezen heb is de yakuza-manga Sanctuary, maar het meeste dat ik in handen kreeg, vond ik bagger, namelijk ofwel mierzoete meisjesstrips, ofwel perverse verkrachtingsseks. En de tekenstijl van de meeste manga; grote ogen, hysterische overdrijvingen, stond me ook niet aan.
Nu begon ik als student het Amerikaanse blad Mangajin te lezen, helaas eind jaren negentig opgeheven, waarin Japans-talige manga stonden met de Engelse vertaling en uitleg van de grammatica ernaast, dus ik wist dat er manga bestonden over echte mensen: carrièrevrouwen in een mannenwereld, ambitieuze politici wier integriteit gestaag erodeert, gastarbeiders in Tokio, enzovoort, maar dergelijke manga werden nauwelijks door westerse uitgeverijen vertaald, en dat laat dus zien waar de interesse van het westerse publiek vooral naar uitgaat, maar zegt precies niets over het Japanse lezerspubliek.
Vrouwelijke tekenaars
Hoe dan ook, ik heb manga om die reden jarenlang grotendeels genegeerd, maar sinds een aantal jaren ben ik de schade een beetje aan het inhalen met manga die ik uit Japan meebreng en met de vertalingen van historisch belangrijk werk van onder andere de Amerikaanse uitgeverij Fantagraphics en de Canadese uitgeverij Drawn & Quarterly. Zie mijn jaaroverzichten.
Het eerste boek dat ik dit jaar heb gelezen, is de bundel A Drunken Dream and other stories van Hagio Moto, uitgegeven door Fantagraphics. Hagio Moto is één van de vrouwelijke tekenaars die in de jaren zestig een revolutie in de meisjesmanga ontketenden, een groep die de Vierentwintigers werd genoemd, zogenaamd omdat ze geboren waren in het 24e jaar van het Showa-tijdperk, 1949 in onze jaartelling. In werkelijkheid heeft slechts één van hen 1949 als geboortejaar, Hagio Moto.
Meisjesmanga, shojo in het Japans, waren tot hun komst sentimentele Tina-strips, getekend door mannen, over meisjes in nood en de romantische prins die ze redt, met vaste motieven die Hagio in een lang interview in deze bundel opsomt: geheugenverlies, arme meisjes die van een rijke familie blijken te komen, meisjes die op zoek gaan naar hun echte moeder, balletmeisjes.
Hunkering naar verlossing
Die motieven komen in de tien verhalen in A Drunken Dream ook voor, maar Hagio zet alles ondersteboven, achterstevoren en binnenstebuiten. Of misschien haalt ze simpelweg tevoorschijn wat er altijd al in die verhalen verborgen zat: trauma en een hunkering naar verlossing in het arme, hardvochtige Japan van meteen na de Tweede Wereldoorlog.
Zie je bijvoorbeeld een mooi, slank, langbenig balletmeisje overgoten in zonnestralen in een sprookjesachtig bos, op het eerste gezicht een cliché, dan blijkt het meisje zelfmoord te hebben gepleegd omdat ze zich verraden voelt door haar ouders. De romance tussen een docent en één van zijn studenten is een mijnenveld van zware thema’s als zelfmoord, abortus, verlatingsangst en zelfhaat. De docent en de student discussiëren met elkaar op een intelligente manier over de evolutietheorie, maar in werkelijkheid gaat dat over het onvermogen van mensen om zich aan te passen aan hun omgeving, en het verlangen van de student om vleugels te krijgen, een engel te worden, om dood te zijn, dus.
Ingebeelde lelijkheid
Ik beken tijdens het lezen regelmatig geschokt geweest te zijn, want het liegt er echt niet om, wat de personages elkaar aandoen. Onder Hagio’s sierlijke tekenstijl schuilt snoeihard leed. En de grap is dat het geen soap-achtige plotdingetjes zijn, verzonnen om het spannend te houden, al die shit is afschuwelijk herkenbaar. Het zit vol triggers, noemen ze dat tegenwoordig. Ouders die hun zoon passief-agressief de dood van zijn broer verwijten, een moeder die haar dochter morfodysforie (ingebeelde lelijkheid) aanpraat en haar hele leven vergalt, een horrorverhaal over een Siamese tweeling waarbij de ene parasiteert op de ander, en er gekozen moet worden voor één van de twee.
De psychologische diepgang van al deze verhalen is verbluffend, de ingeniositeit van de plots is intimiderend. In het titelverhaal, A Drunken Dream, worden fantasy en science fiction vermengd in een meerlagige parabel over een androgyne persoon en een man die proberen zichzelf te bevrijden uit een zich steeds herhalend patroon in de ruimtetijd waarbij de één de ander doodt, een onvermijdelijkheid waaruit geen verlossing mogelijk is, zoals een waarzegster in het begin van het verhaal al aankondigt. Het zit duivels knap in elkaar en rekent tussen neus en lippen ook even af met allerlei vastgeroeste ideeën over sekse en gender zonder, benadruk ik met klem, prekerig larmoyant te zijn.
Mensenkennis
Hagio was op school dan ook niet gewoon een meisje dat heel graag tekende. Ze las boeken die ik op haar leeftijd veel te moeilijk vond, of te raar: Isaac Asimov en Robert Heinlein, wetenschap en filosofie. Ze had van jongs af aan al een enorme intellectuele bagage en, blijkt uit haar werk, een Shakespeariaanse hoeveelheid mensenkennis.
Dit is de zoveelste keer dat ik een manga lees die qua verhaal, plot, thema’s en diepgang lichtjaren boven het gros van de westerse strips uittorent. Op de Japanse faculteit in Leiden vertelden vroeger veel mensen met een mengeling van verbazing en geamuseerdheid dat je in Tokio volwassen mensen in de metro manga zag lezen (tegenwoordig zie je ze op hun telefoon lezen, vooral de mannen, vrouwen spelen games), maar dat is niet zo gek, weet ik nu. Dit is geen Suske & Wiske of The Avengers, maar meer Toni Morrison meets Francisco Goya.
Is het Vrije Woord u écht lief? Help me dan met een financiële bijdrage. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke (maar echt) site van Nederland. Rekeningnummer NL59 RABO 0393 4449 61 (N.P. Breedveld, Rabobank Rijswijk), SWIFT BIC RABONL2U. Lees hier waarom dat niet met PayPal kan, maar steunen via Patreon kan weer wel en sinds kort ook met een Tikkie. Wordt dat symbool van de Hollandse krenterigheid tenminste voor iets nuttigs ingezet. Adverteren? Mail mij.
boeken, Peter Breedveld, strips, 14.01.2022 @ 12:17