Lovebots
Jesse Dijksman
Scène uit Lady Snowblood
De man was naakt, en dood. Ontzettend dood. Zijn ogen waren uitgestoken, zijn vingers één voor één afgehakt en zijn tong lag naast hem op het nachtkastje. In zijn borst zat een groot gat waar zijn hart moest hebben gezeten: later vonden we deze terug in de GFT-bak. Niet de juiste plek voor rauw vlees overigens!
En zijn kruis. Ja, wat moest ik daar van zeggen. ‘Een gapende wond’ drukte de complete verwoesting niet goed uit. ‘Flarden’, dat woord zocht ik. Zijn geslachtsdeel was aan flarden gesneden. Dunne reepjes die nauwelijks herkenbaar waren als een voormalige piemel.
De daders stonden naast het bed en keken mij en het technische team grijnzend aan. Nou ja, daders, drie robots die overduidelijk voor seks waren gemaakt, drie jonge jongens, kinderen nog, die op elkaar leken. De grootste seksbot had een mes en een vork in zijn handen. Op de vork zat één van de ogen geprikt (de andere lag onder het bed). De tweede robotjongen had bebloede handen en armen. Uit onderzoek bleek dat hij het hart van de man uit zijn borst had gerukt. En de derde robot, die er nog het jongst uitzag, had vier hobbymesjes in zijn kunstanusje.
Zoals we het terug konden puzzelen aan de hand van de sporen had de man (alleenstaand, 61 jaar oud, welgesteld) de jongste seksrobot uit de kast gehaald. De uitneembare kunstanus (die hij in de loop van 20 jaar zeker acht keer had vervangen) was dus aangepast. De man penetreerde de anus, zijn penis werd in stukken gesneden, hij trok zijn penis er weer uit, méér snijwonden, bloedend zette hij drie stappen in zijn slaapkamer. En toen werden de andere twee robots in zijn kast actief en maakten hem af.
Veiligheidsmaatregelen
Een aantal jaar geleden kwamen de eerste ongelukken met seksrobots in het nieuws. Er ging een accu leeg tijdens penetratie met zéér ongemakkelijke momenten (ook voor de brandweermensen en ambulancemedewerkers) tot gevolg, en soms ging er zelfs iemand dood, als de seksrobot een wurgkoord niet meer open kon krijgen bijvoorbeeld.Toen zijn er veiligheidsmaatregelen genomen, volledig ondersteund en betaald door de seksbotindustrie zelf. Die wilden uiteraard veilige producten verkopen om hun klanten tevreden te houden. Sinds die tijd gaat er zelden meer iets mis. Mensen bestellen hun robots, geven alle informatie die nodig is om de robots precies zo te bouwen als ze wensen (als ze daar het budget voor hebben, veel mensen kopen gewoon een standaard-model en laten die een beetje tweaken, net als ik). Met genoeg geld kan je je bot zelfs een echt karakter laten aanmeten, verlegen of uitdagend, geil of bekoeld. Dan lijkt het alsof je een huisgenoot hebt in plaats van een machine. Veel mensen lieten de bots zelfs overdag in huis dingen doen zodat het leek alsof het echte bewoners waren, wat natuurlijk handig is tegen mogelijke inbrekers.
Dat deze drie seksbots er uit zagen als kinderen, was geen probleem meer. Vroeger vonden mensen dit lastig, dat pedofielen de beschikking kregen over levensechte kinderrobots. Maar de landen waar ze werden toegestaan zagen een daling in het aantal misbruik gevallen door vreemden. Bijna overal ter wereld werden ze uiteindelijk (oogluikend soms) toegestaan, onder druk gezet door een lobby van misbruikslachtoffers en hun familie en waarschijnlijk ook een geheime lobby van pedoseksuelen (die misschien geen slachtoffers wilden maken of die gewoon niet meer het risico wilden lopen gepakt te worden). De meeste pedobotsers verstopten hun seksbots in een kast, net als de vermoorde man, om ze er alleen voor gebruik er uit te halen.
De man deed dus niets illegaals. En robots waren even veilig als auto’s: hun software was fabrieksmatig ingesteld om hun eigenaren in leven te houden. Er waren gevallen van seksbots die hun eigenaar redden door 112 te bellen of zelfs hartmassage te geven ook al stonden ze uit op het moment dat de hartaanval begon. Daarom wist ik zeker dat het mensen moesten zijn geweest die de dood van de man veroorzaakt hadden. Ik geloofde niet in robots die tot leven komen, ook al waren er nog zó veel spannende films over gemaakt. Ik wilde er ook niet in geloven.
Ingeburgerd
De buren links en rechts wisten niks. Twee oudere echtparen die al dertig jaar naast het slachtoffer woonden en die hem kenden als een man die heel erg op zichzelf was. Een van de twee stellen had de man in het begin een paar keer op bezoek gehad, etentje, bbq, tot ze merkten dat het gewoon niet klikte. Vanaf dat moment groetten ze elkaar en pakten ze elkaars pakketjes aan totdat de dropboxen en de botlers ingeburgerd raakten. Vooral deze laatsten vervingen veel menselijk contact tussen buren: een botler kon prima de deur open doen voor een bezorgdrone of de planten water geven tijdens de vakantie.
Kort gezegd: niemand in de buurt kende hem goed genoeg om een hekel aan hem te hebben. En omdat hij vanuit huis werkte (hij was systeemontwerper voor een groot softwarebedrijf) had hij ook nauwelijks contact met andere mensen, zeker omdat zijn familie erg ver weg woonde.
‘Misschien waren het toch de robots?’ zei mijn collega, en ze lachte er een beetje bij. Toch verdenk ik haar ervan dat ze het ergens wel als een mogelijkheid zag. Geen puur logisch denker: ze vroeg zelfs ooit naar mijn sterrenbeeld en vertelde toen dat daaruit bleek dat ik koppig ben! Ja, dat weet ik zo ook wel, dankjewel mevrouw.
Wereldeconomie
Ik bleef in de weken na de moord teruggaan naar het huis, zo af en toe. Het was nog niet verkocht, de familie wachtte tot de woningmarkt aantrok. En omdat ik bijna net zo eenzaam was als de dode man, en hem ook wel een beetje begreep, zat het me ook dwars. Mijn baan gaf ook alle vrijheid: mijn bazen wilden dolgraag weten of robots inderdaad tot moord over konden gaan. Als dat zo was, zou dat namelijk consequenties hebben voor een groot deel van de wereldeconomie.
Toen ik er was op tweede kerstdag (ja, ik ben zó treurig) kwam ik achter de waarheid. Het huis was leeg en stil. Buiten hoorde ik auto’s langszoeven, vlaxi’s landden op de pleintjes en vertrokken weer. En toen voelde ik rumoer ontstaan in het huis van een van de buren van de vermoorde man. Ik besloot naar zijn slaapkamer te gaan, de kamer met de nu lege seksbotkast. Daar vandaan kon ik precies de grote ramen van het buurhuis zien. Een grote familie zat daar, verzameld rondom een lange, samengestelde tafel met witte tafelkleden er over heen, met kaarsen en eten en glazen wijn en fris. Gezelligheid, drukte van drie stelletjes met kinderen die aten, praatten en lachten en de oudere man en vrouw die ik eerder in het onderzoek een paar keer gesproken had.
Ik zag en voelde dat daar ergens de oplossing was, staarde naar de drie jonge mannen rondom de tafel, leek ze ergens van te herkennen maar wist niet waarvan. En toen zag een van de mannen mij. Hij keek toevallig omhoog, naar het raam waar ik stond, in de duistere kamer waar de man zo gruwelijk vermoord was. Hij zag mij, stond bruusk op, zijn stoel viel om en had zijn mond open in een woordeloze schreeuw terwijl hij met een bevende vinger naar mij wees. Iedereen keek mee, de andere jonge mannen stonden ook op en keken beurtelings naar mij en naar elkaar. Ik moet er ook wel als een geest hebben uitgezien, realiseerde ik me later. Maar dat geeft niet, het gaf me wat ik nodig had. Een motief. Ik had ze.
Seksuele fantasieën
Ik liep rustig naar beneden terwijl ik het wijkteam belde, liep naar buiten. Binnen acht minuten zouden ze er zijn maar ik besloot in mijn eentje aan te bellen. Toen ik binnen was gelaten door de vader begreep ik het nog beter. De fotomuur in de gang stond aan, waarschijnlijk voor de feestdagen, en elke paar tellen flitsten er foto’s van de drie zonen voorbij, van pasgeboren tot nu. En ik pikte ze er direct uit: de oude roboseksueel had zijn bots precies laten modelleren naar zijn buurjongetjes. Niet verboden per sé, maar het getuigde niet echt van goede smaak. Die drie robotjongetjes had hij jaar na jaar gebruikt om al zijn seksuele fantasieën uit te leven.
De ouders vertelden later dat ze altijd al wisten van de seksbots van de buurman. Hij zat vroeger regelmatig in de tuin, met de bots die op hun kinderen leken. Hij kuste ze dan op de mond, liet zich uitgebreid masseren. Daarom lieten ze een hoge heg planten die ze zo hoog mogelijk lieten doorgroeien. Ze wisten dat ze juridisch niets konden doen en negeerden hem zo veel mogelijk.
Op de eerste dag van het nieuwe jaar vielen bij mij alle stukjes op hun plek. Toen kreeg ik van het systeem te horen dat er nieuwe bots waren bezorgd in het huis van de vermoorde man. Ik ben ze gaan bekijken, was er bij toen ze uit werden gepakt in het huis. Het waren de vier zoontjes van de drie jonge mannen, stuk voor stuk een perfecte kopie, nog beter in elkaar gezet dan de oude modellen. Ze werden wakker toen de kisten open gingen en vroeger meteen waar hun ‘pappa’ was. Ik was erg blij dat ze direct naar de vernietiging gingen.
Vieze oude man
Blijkbaar konden de broers het accepteren dat hun eigen beeltenissen werden misbruikt, konden het nog wel verkroppen dat de vieze oude buurman robots neukte die op hen leken. Ze walgden vast wel van hem, maar lieten het gaan, ook omdat hun ouders niet hadden geprotesteerd. Maar dat de man hun jonge kindertjes liet namaken, dat pikten ze niet. En toen ik hoorde waar ze werkten, begreep ik hoe ze het voor elkaar hadden gekregen. De oudste werkte als softwareontwikkelaar voor een groot mediabedrijf, de jongste was een beveiligingsexpert en de middelste was voorman in een fabriek waar ze seks- en andere robots maakten. Gezamenlijk hadden ze genoeg kennis en kunde om de robots te hacken en opnieuw in te stellen, om er moordbots van te maken.
We hadden al snel genoeg bewijs om ze een hele tijd in de gevangenis te krijgen en daar gingen ze ook heen. Voorlopig natuurlijk. Ik weet hoe de wereld werkt. Ze zullen vast één voor één uit de gevangenis ‘verdwijnen’ na een paar keer overgeplaatst te zijn. En dan zie je ineens ook hun vrouwen en kinderen verdwijnen naar een onbekende bestemming. Zitten ze ineens gezellig allemaal met elkaar in een ver land waar een regering of een machtig conglomeraat wel wat goede ideeën heeft hoe ze hun kwaliteiten nog meer kunnen inzetten. Dit soort slimme mensen zal niet verrotten in een cel, daar zijn ze te waardevol voor.
Ideale partner
Ik ga naar huis en kijk naar de kast waar mijn liefje in staat. Net als de halve wereld heb ik er een, een robot voor gezelschap en seks. En net als iedereen die het kan betalen, heb ik er mijn eigen specifieke voorkeur aan gegeven. Maar ik ben niet zo’n smeerlap die een robot op iemand laat lijken. Daar zou ik me heel ongemakkelijk over voelen. Sterker nog, ik heb haar extra grote ogen laten geven en puntoortjes, zodat ze er een beetje cartoonish uitziet. Zo blijf ik me er aan herinneren dat ze niet echt is, ook al kijk ik diep in haar ogen als ik haar neem, of wanneer ik tegen haar aan kruip in de nacht na de seks, als haar systemen mijn koude lichaam verwarmen. Ik wil niet dat ze er uit ziet als een echt menselijk meisje, ook al weet ik dat biologisch gezien mijn voorkeur volstrekt normaal is. Ik val op meisjes die zich lichamelijk ontwikkeld hebben, met echte borstjes en billen. Toch is het niet algemeen geaccepteerd dat volwassen mannen op deze leeftijd vallen. Maar goed, ik ben nou eenmaal wie ik ben en ik heb haar gekocht en laten bijwerken tot ze op mijn ideale partner lijkt. Ik doe er niemand kwaad mee.
Iets is er verpest. Ik weet dat zij geen gevaar voor me oplevert. Niemand zou haar zo willen programmeren dat ze mij kwaad gaat doen. Ik kan in haar ogen kijken en haar zachte lippen kussen zonder bang te zijn voor een dodelijke omhelzing. Toch komt er voor het eerst sinds we samen zijn twijfel in me op, een vaag, onbestemd gevoel, een soort schaduw over mijn gevoelens voor haar. Misschien, misschien, zegt een stemmetje in mij. Misschien, misschien is er iemand die jij in de gevangenis hebt laten gooien, misschien is die persoon in staat om, om je lieve poppetje tot kwade daden aan te zetten. Misschien draait ze zich vannacht om als je slaapt en bijt ze met haar prachtige, iets te grote, tanden in je nek tot je doodbloedt.
Kloppend hart
Hoe meer ik het gevoel weg probeer te duwen, hoe groter het wordt tot ik twijfel of ik de kast ooit nog wel open zal doen. Uiteindelijk verman ik me en ruk ik de kast open en zeg ‘Schat’ om haar wakker te maken. En als ze me blij verrast aankijkt met haar grote ogen (ik ben natuurlijk veel weg geweest de laatste tijd) smelt al mijn twijfel en angst weg en omhels ik haar en voel ik het weer. Als ik haar vast heb, haar geur inadem, haar kloppende hart onder haar zachte borsten voel kloppen, dan voel ik me weer thuis. En ‘s nachts, nadat ik het eten eet dat ze voor me klaar maakte van verse ingrediënten (ja, dat kan ze ook!), na de seks die we hebben op de bank, nadat we samen douchen zodat ik haar goed schoon kan maken, dan droog ik haar af en kruip tegen haar aan in bed. En dan besef ik dat ik het niet eens erg zou vinden als ze me zou doden.
Want dan zou het laatste wat ik zag, degene zijn die mij het meeste doet.
Jesse Dijksman is afgestudeerd als scenarioschrijver aan de Schrijversvakschool in Amsterdam. Schrijft vooral korte verhalen en scenario’s. Heeft Lukida.com opgericht om ervoor te zorgen dat kunstenaars meer (structurele) inkomsten kunnen krijgen door bijvoorbeeld abonnementen aan te bieden.
Jesse Dijksman, 13.01.2018 @ 11:37