Lord of the Ring
Renée O
Illustratie: Miguelanxo Prado
Halverwege mijn zeventiende lente ontmoette ik Jan-Jaap. Zoals bij iedere jongvolwassene van die leeftijd gierden de hormonen door mijn keel en elders, maar om verschillende redenen konden die lustvolle gevoelens niet zo gemakkelijk worden bevredigd, want jongens van mijn eigen leeftijd in mijn directe omgeving waren schaars.
Ten eerste omdat ik een middelbare meisjesschool frequenteerde, ten tweede omdat de vrienden van mijn tien jaar oudere broer niet in mij geïnteresseerd waren, en ten derde omdat ik – uit arrogantie, uit romantiek? – mijn neus ophaalde voor zo’n banale voorspelbare ‘verkering’ met de boy next door of met een jongen van de korfbalvereniging. Aan aanbod op die plekken geen gebrek, maar ja, deze boekenwurm verlangde naar iets bijzonders, naar iets anders. Dus droomde ik van Jane Eyres grote liefde Mr. Rochester voor mijzelf, van Cathy Earnshaws letterlijk waanzinnig gepassioneerde relatie met Heathcliff of van d’Artagnan, de onverschrokken Gascogner die zich bij de drie musketiers aansloot.
Enfin, dergelijke dromen zijn en blijven uiteraard bedrog, en moest ik genoegen nemen met wat gefriemel en gefluister van lieve Franse woordjes in mijn oor tijdens de kampeervakanties in Frankrijk met mijn ouders. Ook leuk, een kinderhand is uiteindelijk snel gevuld.
Om tussen mijn vijftiende en zeventiende mijn honger naar kusjes en een beetje meer te kunnen stillen, keek ik dan ook een schooljaar lang uit naar een beetje zomerzwoelte onder een brandende Zuid-Franse zon. Maar iedere keer weer volgde na een brief of twee een oorverdovende stilte, en moest ik ontgoocheld vaststellen dat de trouweloosheid van Franse jongens geen grenzen kende.
Dat ging zo door tot ik Jan-Jaap ontmoette op een feestje bij mij thuis. Jan-Jaap was een collega van een van mijn oudere zussen en véél ouder dan ik, dus om die reden alleen al interessant. Bovendien woonde hij niet bij ons in de straat, en had hij nog nooit gekorfbald. Kortom, Jan-Jaap was een mán die al een carrière had, al op zichzelf woonde en, zoals gezegd, veel ouder was dan ik. En… hij flirtte met me! Met mij, zo’n eind jaren zestig tiener die nog niet in de gaten had hoe absurd kniekousen onder een minirokje stonden.
Niet lang na onze ontmoeting bleek echter dat ik Jan-Jaap moest rangschikken onder de foute mannen. Die gewaarwording drong gelukkig al na een paar weken – inclusief een aantal wilde nachten met een Parijzenaar – tot mij door, en kon de schade beperkt blijven.
Nee, Jan-Jaap was niet een foute man in de zin van pervers, gewelddadig, overspelig, kinky, incestueus, smakeloos gekleed (hoewel…) en what have you… Zijn gigantische foutheid zat hem in zijn ietwat intimiderende, belerende gedrag naar mij toe en zijn zelfgenoegzaamheid:
“Je moet niet vragen of ik een condoom gebruik, dan voel ik me aangetast in mijn mannelijkheid”.
Ik kon niet anders dan dat beamen, nadat ik door die vermaning een geschrokken blik omlaag had geworpen. Verder moest ik een blad als Bres (!) van hem lezen. Dat vond hij belangrijk voor mijn algemene ontwikkeling. En als klap op de vuurpijl zijn gevoel voor humor, of liever, het gebrek eraan:
“Doe mijn bril eens af, ik heb mijn handen vol”, was een van zijn grappen tijdens een omhelzing.
Oh, lordy!
Maar hij spande de kroon in foutheid toen hij mij de dag dat ik van mijn Franse vakantie was thuisgekomen, opzocht. Schoorvoetend deelde ik hem mede dat ik niet verliefd op hem was, en dat het beter was dat we elkaar niet meer zagen. De blosjes waarvan ik voelde dat ze mijn wangen kleurden, waren stille getuigen van de rozige zwoelte van de Parijse nachten, niet van ons weerzien noch van mijn vervelende taak hem te moeten teleurstellen.
“Wat!” riep hij woedend.
Ik schrok me een hoedje.
“Je wilt me niet meer zien, terwijl ik zoveel om jou geef? Kijk maar! Hier is het bewijs!”
Daarop liet hij mij een gouden zegelring zien. In die ring, die hij tijdens zijn vakantie in Turkije gekocht bleek te hebben, had hij de initialen JJ en R vervlochten met elkaar laten graveren: Jan-Jaap en Renée, dus.
“Dat is toch een lief gebaar, zult u denken. (Nou ja, behalve dan de manier waarop hij het bracht.)
Dat zou het ook geweest zijn, lieve lezer, ware het niet dat hij die afzichtelijk protserige achttienkaraats gouden zegelring niet voor mij had laten maken, maar… voor zichzelf!
Liefde voor míj of zelfgenoegzame eigenliefde…? U mag het zeggen.
Woorden schieten te kort om mijn blijdschap uit te drukken over het feit dat mijn – in mijn optiek volstrekt legitieme – vraag naar anticonceptie vóór de vakantie hem had ontmand, en dat zich daarna voor dergelijke activiteiten met hem geen gelegenheid meer heeft voorgedaan. Zodoende is de completering van die ongetwijfeld teleurstellende ervaring (waarvan ik vast ook weer de schuld zou hebben gekregen) mij godzijdank bespaard gebleven.
Renée O is vertaler, Linkse Kerkganger en mede-oprichter van Nogal Irritant.
Foute Mannen, Renée O, 05.11.2011 @ 09:50
6 Reacties
op 05 11 2011 at 10:17 schreef qwerty:
Zijn we de jaren zestig nu nog niet voorbij?
op 05 11 2011 at 10:38 schreef Renee O:
LOL Verlang ik ernaar terug dan? Niet toch? ;-)
Ik kan er gewoon niets aan doen dat ik sindsdien geen ervaring meer heb gehad met een foute man. :-)
op 05 11 2011 at 12:33 schreef machiel:
Leuk verhaal. Alleen, wat is er mis met kniekousen onder een minirokje?
op 05 11 2011 at 13:03 schreef Renee O:
Tja, wat eigenlijk? Ik zag er in ieder geval niet zo sexy mee uit als deze mevrouw ;-)
http://dressanya.nl/images/SM031209%2063736.jpg ;-)
op 12 11 2011 at 18:12 schreef renzo:
mooi al die stukken over ‘ foute’ mannen op fromntaalnaakt. Opvallend is het gebrek aan zelfkritiek bij de vrouwen; en het de schuld willen geven aan die mannen… maar er wel mee neuken ondertussen. Oftewel ga zo door. dit soort verhalen zijn handig als je een vrouw wilt neuken, want ze trappen er dus in..
en ja verder herhaal ik het maar weer eens: FOUT? ach wat is de definitie van fout? het is vooral bij deze vrouwen: ‘ ik heb geen macht over deze man’.
op 13 11 2011 at 11:12 schreef Renee O:
@Renzo
Je hebt mijn verhaal niet goed gelezen, denk ik: er was van mijn kant juist géén schuldvraag en het begrip ‘macht’ was volstrekt niet aan de orde!
Zijn ‘foutheid’ zat hem in zijn merkwaardig onbeholpen ietwat arrogante reacties op de dingen die gebeurden, en ik dacht eerlijk gezegd dat dat binnen dit bestek wel de lachlust zou opwekken.
Ik heb er nadien met mijn man met wie ik intussen ruim veertig jaar samen ben, in ieder geval hartelijk om gelachen. :-)
Overigens heb ik wel degelijk zelfkritiek in dit blog, mild, toegegeven, maar dat mag als het om een gebeurtenis uit de tienertijd gaat.