Loodgieter
Joost Zwagerman
Illustratie: Eldon Dedini
Theo vond het een beproeving, een monteur over de vloer. Hij was a-technisch, de bedrading achter een stopcontact was als het innerlijk van een ufo, zoals iedereen die bij hem thuis tegen betaling prutste aan kapotte kabels of leidingen voor hem een wezen van een andere planeet was, zeker als zo iemand hem na afloop van zo’n klus in het onnavolgbaar koeterwaals van de ambachtsman begon uit te leggen wat eraan had geschort.
Sylvia had zijn doe-het-zelfanalfabetisme sinds jaar en dag geaccepteerd, maar hij voelde zich nog steeds ellendig als er bij het minste defect in huis een professionele kracht moest worden gebeld die vervolgens kwam opdraven tegen een uurloon dat tot Theo’s ergernis het zijne bijna evenaarde.
Het was beschamend om te moeten erkennen dat je op zulke momenten geheel afhankelijk was van het type man dat met de taalvaardigheid van een rinoceros dubieuze moppen tapte en wiens aanwezigheid binnen de kortste tijd een melange van oud zweet en putlucht door het huis heenjoeg. Je lekkage mocht verholpen zijn, maar twee dagen later stonk het halve huis nog steeds naar loodgieter.
En áltijd vroegen ze halverwege het karwei of ze effe van het twullet gebruik kenden maken. Stonden ze klaterend half over de rand van de pot te zeiken, als ze al niet arbeideresk een potje gingen zitten schijten.
Het ironische was natuurlijk dat dezelfden die door de week hun messiaanse werkzaamheden aan huis verrichtten, zich in het weekend klem zopen in de meest afgrondelijke kroegen, waar ze tegen twaalven uit vandaan kwamen getuimeld om jou vervolgens niet veel later een knal voor je harses te geven nadat je net uit de bioscoop was gekomen en heel beleefd had gevraagd of ze misschien tegen iets anders dan het protier van je auto wilden gaan staan pissen.
Want daaraan herkende je de laat-moderne rabauw: overal en altijd moest de blaas worden geleegd, bij voorkeur op andermans plee maar het allerliefst buiten in het openbaar. Dan kondigden ze euforisch loeiend aan dat ze effe ome Jaap een hand moesten geven – en hupsakee, daar ging de gulp open en werd er een geurvlag uitgezet tegen een blinde muur, lantaarnpaal of winkelpui. Vooruitgang was illusie; de middeleeuwen gingen nooit voorbij.
Schrijver Joost Zwagerman maakt de laatste tijd furore als criticus van Verkrampt Links, onder andere met zijn pamflet De schaamte voor links (2007). Bovenstaande is een fragment uit zijn roman De Buitenvrouw (1994).
Algemeen, 14.01.2010 @ 14:35
16 Reacties
op 14 01 2010 at 15:00 schreef Max J. Molovich:
Mooi. Ik beschouw het als een soort tromgeroffel voor het echte werk. De lezer kan een beetje warmlopen.
Overigens heb ik zelf nog nooit problemen gehad met zulk soort werkvolk. Maar ik heb het wel van horen zeggen. Zo had ik ooit een buurmeisje dat het advies kreeg om haar boiler te vervangen. Nadat de oude, waar niks mee mis was, inderdaad vervangen was, begon de ellende. Er begonnen zich vochtplekken op mijn balkon te vormen. De nieuwe boiler bleek niet goed aangesloten, zodat zich langzaam onder de gehele vloer water had verspreid. Vervolgens belde ze hetzelfde bedrijf op om de boel op te lossen. Komt er vervolgens een mannetje dat doodleuk het prutswerk van zijn collega gaat afkraken. Dat er niks van klopt, en dat elke debiel begrijpt dat dit niet kan. En dat dit nooit zo vervangen had mogen worden. Wijs je zo iemand erop dat ie het over zijn collega heeft, kijkt ie je niet begrijpend aan wat daar nu weer het probleem van is. Of hij het dan kon oplossen. Nee, dat kon ook weer niet, want hij moest naar een andere klus.
op 14 01 2010 at 15:28 schreef Gerrie S. Veters:
Joost kent de verkeerde klusjesmannen. Die van mij gaan netjes in de wasbak.
op 14 01 2010 at 16:15 schreef Tjerk:
Die van mij citeren altijd Cicero of Seneca.
op 14 01 2010 at 16:25 schreef yurp:
Bij de verbouwing van mijn huis heb ik een aantal dingen aan ‘vakmensen’ overgelaten die later toch niet zo vakkundig bleken. Ik heb er veel van geleerd, vooral over loodgieten en CV installaties. Die klussen mocht ik namelijk weer gedeeltelijk opnieuw doen. Met een stuk lichtere portomonnee that is..
op 14 01 2010 at 16:30 schreef Wampie:
Ik had vroeger een ww-buurman die bijkluste. Toen hij mijn trappenhuis van vloerbedekking voorzag en boven in de slaapkamer eindigde, zag hij daar aan de muur een door mij geschilderde k.u.t. met het opschrift ‘Zelfportret’. Argh!
Uit gegeneerde verwarring heb ik hem daarop helaas mijn prachtige verzameling Sovjet-postzegels met geschilderde dieren cadeau gedaan die ik eind jaren ’80 in – toen nog – Leningrad gescoord had.
Gelukkig ben ik kort daarop verhuisd.
op 14 01 2010 at 18:14 schreef rena:
Onze loodgieter rookt helaas wel zware shag, maar is dol op opera!
op 14 01 2010 at 20:51 schreef Betaman:
Het zit ‘m vooral in de combinatie van zware shag en sterke zwarte koffie. Helemaal tussen ontbijt en lunch. Bied de loodgieter of tapijtlegger ’s ochtends daarom bij voorkeur slappe kruidenthee aan om te voorkomen dat ie bij je thuis de pot gaat zitten splijten.
op 14 01 2010 at 21:44 schreef leo schmit:
Is het soms misgegaan met het tegelwerk en de badkamer, Peter? Heb je dan Zwagerman nodig om het werkvolk af te zeiken?
Loodgieter? Kom je soms uit het jaar nul? Ben je wel eens bij Gamma geweest? Koperleidingen voor water en gas worden al sinds jaren met hulp van knelkoppelingen aangebracht. Zelfs jij zou dat moeten kunnen als je tenminste met beide handen een tang kan vasthouden en omdraaien.
op 14 01 2010 at 22:37 schreef Hosseyn:
Ik zweer bij Oekraïeners, ze vertellen mooie verhalen over Tjetjenië, drinken je drankvoorraad op, zodat je dat zelf niet hoeft te doen en ze kunnen alles. Noodzakelijke onderdelen vissen ze onderweg uit een container, dat bespaart weer.
op 15 01 2010 at 01:54 schreef MNb:
Ik mag blij zijn, hier aan de rand van de jungle, als ik een loodgier kan vinden.
Gerrie verwart, niet als eerste, auteur en romanpersonage. Buitenvrouw is leuk, maar een tikje oppervlakkig. De wijze waarop de Surinaamse vrouw – ik ben haar naam vergeten – wordt geportretteerd is niet geheel realistisch. Vals Licht beviel me beter.
En ja, ik zou het verwelkomen als dhr. Zwagerman regelmatig een bijdrage aan deze site leverde. Ik ben ook van 1963 en hij had als tiener al een goede stijl, zo weet ik van de schoolkrant.
op 15 01 2010 at 02:10 schreef vetklep:
Ik vind het niet sympathiek van mezelf, maar ik heb er ook een bloedhekel aan ambachtslieden in mijn huis nodig te hebben.
Om te beginnen moet je er een hele dag vrij voor plannen, want ze komen nooit op de afgesproken tijd, als ze al iets af willen spreken.
Mijn ervaring is dat ze vaak vieze eau de toilette of deodorant gebruiken, minimaal tien centimeter harige bilnaad etaleren en slecht te verstaan zijn. Ze verstaan mij trouwens ook niet, of ze luisteren niet, of ze begrijpen me niet. Ik heb ook sterk de indruk dat ze meestal meteen doen zonder te denken. En dat dat vaak niet tot een bevredigend resultaat leidt, waardoor ze weer terug moeten komen. Dat moet je natuurlijk gewoon wel nog een keer betalen.
Kortom: ze functioneren op een manier die ik me maar een keer per klant kan permitteren, de laatste keer dus.
Verder vind ik het een groot dillemma of je nou wel of geen koffie moet serveren: ik gun ze van harte een bakkie, maar ten eerste hebben ze dat vaak zelf bij zich (dus doe je ze er nou een plezier mee of voelen ze zich verplicht), ten tweede moet je dan een kwartier zien te converseren en ten derde betaal je die tijd dus ook gewoon.
Ik wou dat ik het zelf kon.
Nee, eigenlijk toch niet.
op 15 01 2010 at 03:48 schreef Snebbert:
Mooie gasten zijn het, dat werkvolk, altijd een mooi verhaal klaar. Zelf vinden ze het vaak prachtig om juist bij van die muffe types eens flink te gaan zitten kleien.
op 15 01 2010 at 08:47 schreef Mart:
Erm.
Mag ik iedereen die enthousiast aan het poneren is dat dit stukje Joost’s of Peter’s mening verkondigt over werkvolk er op wijzen dat dit fictie is?
Hadden we daar niet recent een hele discussie over?
Mart
op 15 01 2010 at 08:58 schreef Peter:
Dank je, Mart. Binnenkort een stukje non-fictie over loodgieters of klussers of hoe die mensen zich tegenwoordig ook mogen noemen.
MNb, de Surinaamse vrouw in De Buitenvrouw heet Iris Pompier. Wat vind je niet realistisch aan haar?
op 15 01 2010 at 09:40 schreef smeets:
Goede vakmensen zijn schaars. Een goede timmerman of loodgieter kan meer verdienen dan de zoveelste Human Resource Manager. Kwestie van schaarste. Dan heb je natuurlijk de Pool. Alleen de standaard ligt iets lager. Bij de betegeling van mijn douchevloer, keurig gedaan trouwens, bleek het water de verkeerde kant op te lopen. Toen ik hem hierop attendeerde pakte hij een trekker om mij te wijzen op de mogelijkheid om het water handmatig naar het putje te sturen.
op 16 01 2010 at 16:48 schreef Mart:
@Peter,
Voor de duidelijkheid, ik zeg niet dat loodgieters / electriciens / gasfitters geen ongemanierde horken kunnen zijn, en dat het stukje fictie dus niet automatisch gedisqualificeerd moet worden als tekening van de werkelijkheid.
Maar het is fictie. En het feit is dat wie fictie leest hoort te beseffen dat wat de auteur bij de lezer probeert te bewerkstelligen vaak zwaarder weegt dan de blote feiten van het geschreven woord.
Hoewel ik persoonlijk bij Zwagerman mijn vraagtekens zou zetten. Maar dat doe ik bij 90% van de Nederlandse ‘literatuur’.
Mart