Le Malheur Arabe
Jona Lendering
Ruim zeven jaar geleden, op 14 februari 2005, werd de Libanese oud-premier Rafik Hariri vermoord. Wat volgde, staat bekend als de Cederrevolutie: Syrië kreeg de schuld, de tot dan toe verdeelde politieke partijen hergroepeerden en Libanon dwong de Syrische troepen tot vertrek.
Dit wilde niet zeggen dat Syrië voortaan machteloos was en geen wraakgevoelens zou koesteren. Dat ondervond de Libanese journalist Samir Kassir, een uitgesproken criticus van Syrië: een autobom maakte op 2 juni 2005 een einde aan zijn leven. Hij was net hertrouwd en had uit een eerder huwelijk twee kinderen. Zijn standbeeld staat in Beiroet vlakbij het hoofdkantoor van zijn krant, An Nahar.
Aanleiding tot de Arabische Lente
Een jaar daarvoor had Kassir een pamflet gepubliceerd, Considérations sur le malheur arabe, dat wel is getypeerd als de aanleiding tot de Arabische Lente. Dat is misschien wat overdreven, maar de gelijktijdig verschenen Arabische versie van het pamflet heeft zeker impact gehad, waarmee in elk geval Kassirs constatering werd gelogenstraft dat de malaise van de Arabische wereld samenhing met het feit dat men de feiten niet onder ogen wil zien. Dat heeft men wél gedaan.
De mede door PEN mogelijk gemaakte Engelse vertaling, Being Arab(2006), ligt in elke Libanese boekhandel. Het is een verdraaid goed geschreven boekje met als kernpunt dat Arabieren een verkeerde visie hebben op hun verleden. Islamisten verlangen terug naar de veertig jaar na de dood van Mohammed, toen de rechtgeleide kaliefen de Arabische wereld volmaakt zouden hebben bestuurd; meer seculiere Arabieren focussen op de culturele bloeiperiode vóór de Kruistochten en de Mongoolse invallen.
Westerse Verlichtingsideeën
Kassir ziet het anders. Zo’n negentig pagina’s lang hamert hij erop dat de voor onze tijd relevantste Arabische bloeiperiode de negentiende eeuw is, toen de leiders van de Arabische wereld aansluiting zochten bij de westerse Verlichtingsideeën. Dit staat bekend als de nahba en is analoog aan de Ottomaanse tanzimat-hervormingen. In deze tijd ontstond een seculier Arabisme dat zich uitte in de politiek, in de literatuur en beeldende kunsten en dat volgens Kassir rond 1970 nog springlevend was.
Niemand die het pamflet heeft gelezen, zal nog beweren dat de Arabische wereld en de moderniteit als van nature op gespannen voet staan. Kassir geeft teveel tegenvoorbeelden om deze stelling nog zo maar te kunnen overnemen.
Geïdealiseerd verleden
Een andere vraag is of een lange lijst voorbeelden voldoende is om te beweren dat de moderniteit volledig onderdeel is van de Arabische wereld. Die is namelijk wel heel groot en je kunt in een gebied van Marokko tot Irak altijd wel voorbeelden vinden om n’importe welke stelling te onderbouwen. Kassirs betoog zou overtuigender zijn geweest als hij was ingegaan op dit punt. Nu oppert hij alleen dat de regio een taal deelt, waardoor ideeën van het ene naar het andere land kunnen springen en er homogeniteit bestaat. Ik ben er niet helemaal zeker van of dit voldoende bewijs is.
Hoe dit ook zij: de moderniteit maakt volgens Kassir óók deel uit van de Arabische wereld, en iedereen zal ermee kunnen instemmen dat het althans één stem is onder verschillende. Doordat de hedendaagse Arabieren de negentiende-eeuwse hervormingen echter vergeten en zich meten aan een geïdealiseerd, middeleeuws verleden, praten ze zichzelf een minderwaardigheidscomplex aan.
De staat Israël
Dit gevoel wordt versterkt door de wijze waarop de westerse wereld de Arabische keer op keer vernedert. Niet dat Kassir zwelgt in het zelfmedelijden waarop men in het Nabije Oosten een abonnement lijkt te hebben: hij geeft feilloos aan dat de Arabische leiders in 1947-1948, toen de staat Israël ontstond, enorme fouten hebben gemaakt. Het is echter ook een feit dat deze gebeurtenis een reeks onoplosbare problemen heeft geschapen. De Amerikaanse bezetting van Irak zit Kassir, schrijvend in 2003/2004, ook merkbaar dwars: kort en goed stelt hij dat er sprake is van herkolonisatie.
De diepste oorzaak van alle problemen, zo stelt hij, is de ligging van de Arabische wereld: naast Europa. Al eeuwenlang hebben (sommige) Arabieren gestreden tegen (sommige) Europeanen, wat heeft geleid tot (niet alleen) een negatieve beeldvorming over en weer. De woorden die ik in de vorige volzin tussen haakjes plaatste zijn vanzelfsprekend cruciaal, want er is meer dat de Arabieren en Europeanen verbindt dan scheidt, maar het is ook waar dat wie “de ander” wil stereotyperen, met wat selectief lezen vrij gemakkelijk voorbeelden kan vinden. Dat kan overigens ook andersom: zoals ik al aangaf kon ik me niet aan de indruk onttrekken dat Kassir zijn stelling over de Arabische moderniteit onderbouwt met eenzelfde vorm van cherry picking.
Burgerlijke vrijheden
Dat laat onverlet dat hij gelijk heeft als hij stelt dat de Arabische malaise samenhangt met de geografie. Voor de Engelsen was het Suezkanaal belangrijk, de Fransen wilden de olievelden in het noorden van Irak en de schepping van een joods thuisland was nuttig om het Suezkanaal te beschermen. Het ontstaan van Israël was voor de leiders van de omringende landen weer een excuus om een min of meer permanente staat van oorlog af te kondigen en de burgerlijke vrijheden in te perken. De overheidsinstellingen in de Arabische landen hebben nu minder geloofwaardigheid dan in de koloniale tijd, constateert Kassir zuur, en er is geen participerend burgerschap dat een uitweg uit de malaise zou kunnen bieden. (Een vergelijking met Turkije en Iran zou hier interessant zijn geweest.)
Tot overmaat van ramp hebben traditioneel wat achtergebleven gebieden als Saoedi-Arabië en de Golfstaten olie en dus geld, dat ze uitgeven om een vorm van islam te propageren die de dialoog niet is aangegaan met de ideeën van de negentiende eeuw. Het moslimfundamentalisme, met als meest opvallende uitingsvorm de hersluiering van de vrouw, is in laatste instantie dus een gevolg van de geografie, of beter, van de geologie.
Sociale media
Is er hoop? Kassir eindigt niet helemaal in mineur. Hij wijst er in zijn epiloog op dat het internet de potentie heeft alles te transformeren. Inderdaad speelden de sociale media een rol in de Arabische Lente. Ook wijst Kassir op de culturele contacten tussen Arabieren en Europeanen die er, ondanks alles, gewoon zijn: denk hierbij niet alleen aan uitwisselingstudenten (die hij niet noemt) maar ook aan de populariteit van wereldmuziek. Weliswaar is de Arabische muziek later populair geworden in Europa dan bijvoorbeeld de Indiase en Nigeriaanse, maar populair is ze.
Ideeën trekken zich niets aan van politieke grenzen: in de negentiende eeuw niet, in de twintigste eeuw niet en ook nu niet. Sommige van die ideeën zijn niet zo prettig, zoals de verspreiding van extreme vormen van religie, andere zijn daarentegen de moeite waard van het overwegen, zelfs als je het er niet op alle punten eens mee bent. Kassirs betoog behoort zeker in deze laatste categorie.
Eerder gepubliceerd op Lenderings blog Mainzer Beobachter. Lendering won in 2010 de Oikos Publieksprijs. Lees zijn boeken. Meld u aan voor een cursus op Lenderings onderwijsinstituut Livius. Uw leven wordt erdoor verrijkt.
Jona Lendering, 28.12.2012 @ 11:11
9 Reacties
op 28 12 2012 at 16:27 schreef Yannick:
Dat klinkt als een boekje dat ik wel graag eens zou lezen. Goed verhaal.
op 28 12 2012 at 18:01 schreef Tayfun Balçik:
Interessant stuk van Jona Lendering. Hij raakt veel gevoelige snaren die ten grondslag liggen aan moslimfundamentalisme én de afzonderlijke ‘moderne’ nationalismes. Modern is tussen aanhalingstekens, omdat het geweld in de islamitische wereld twee moeilijk van elkaar te onderscheiden gezichten kent: traditioneel/reactionair en modern/seculier. Het aanbreken van ‘moderne’ tijden heb ik ik hiermee gelijk in verband gebracht met geweld. Dit kan als een beperkte definitie van ‘moderniteit’ opgevat worden, omdat een tekort wordt gedaan aan de progressieve kanten van het modernisme, die in de Verlichtingsidealen (vrijheid, gelijkheid en broederschap) zijn vertegenwoordigd. Aan de andere kant, de opkomst van het westen is zeer gewelddadig geweest (in het westen zelf met de Holocaust als climax, maar ook voor de rest van de wereld). Lendering heeft het in zijn artikel vaak over moderniteit, maar een heldere definitie ontbreekt. Hierdoor is het moeilijk om te beoordelen hoe ver de Arabische wereld nog verwijderd is van de moderne tijdperk. Verder is hij m.i. niet echt bewust van het feit dat elite-bewegingen als de Nahba en de Osmaanse Tanzimat het haastige gevolg waren van toenemende westerse druk (imperialisme) en dat deze beweging in het geval van Turkije volledig is mislukt.
De Osmaanse Tanzimat draaide om het ideaal van moslim-christelijke gelijkwaardigheid (dus in lijn met de progressieve definitie van moderniteit), maar was m.i. puur bedoeld om het separatistisch nationalisme met name onder christelijke gemeenschappen de wind uit de zeilen te nemen. Hoewel er wel islamitisch-moderne denkers waren die geloofden in de Ittihad-i Anasir, de Osmaanse ‘eenheid der elementen’, waren deze toch een kleine minderheid in een zee van conservatieve ulema en militairen waar het idee van moslim-christelijke gelijkheid nooit is geaccepteerd. Het agressieve Turkse nationalisme kent dan ook een sterk anti-westerse (moslim-reactionaire) kant. Dit was overigens ook geen specifiek islamitisch verschijnsel. De progressieve wind in Europa had namelijk plaats gemaakt voor de Romantiek, hetgeen stond voor een egoïstische verheerlijking van de eigen taal, eigen natie met alle gevolgen van dien (WOI, WOII, staat en natievorming). Dus vanuit dat opzicht is de geschiedenis van Turkije een en al moderniteit: de Grieken verjaagd naar hun ‘eigen land’, de Armeniërs gedeeltelijk uitgeroeid en de Koerden op gewelddadige wijze geassimileerd.
Ik hoop dat ‘de’ Arabieren niet zo ‘modern’ worden als ‘de’ Turken.
op 28 12 2012 at 19:02 schreef Davut:
Typisch. Arabische moderniteit… hoe haalt hij het in zijn hoofd. Als iemand stelt dat door cherry picking de kloof groter lijkt dan dat het werkelijk is dan wordt die persoon natuurlijk beschuldigd van cherry picking, geniaal!
op 28 12 2012 at 21:15 schreef MNb:
Ah, ik heb een puntje van kritiek op je, Tayfun. JL heeft het expliciet over Arabisch modernisme, niet over het Turkse. JL schrijft zelfs:
“Een vergelijking met Turkije en Iran zou hier interessant zijn geweest.”
Daar heb jij dan keurig in voorzien voor wat betreft Turkije. De conclusie waar je naar hint is bepaald rottig: grof geweld is noodzakelijk om moderniteit te bereiken. Dat vind ik niet leuk, maar bevestigt wel het hoofdpunt van A Clockwork Orange: dergelijk geweld is een substantieel onderdeel van de westerse cultuur.
op 28 12 2012 at 22:50 schreef Tayfun Balcik:
Dank MNb, juist ja, dat zinnetje ‘een vergelijking met Turkije en Iran..’ heeft me geactiveerd om dit op te schrijven. In het woord ‘moderniteit’ schuilt een waardeoordeel, alsof er helemaal geen negatieve dingen aan kleven. Daar heb ik de nadruk op gelegd, zonder al te romantisch te doen over de traditionele wereld (die fundamenteel ongelijk was). Maar toch, ‘modern geweld’ was grootschaliger en destructiever. De geschiedenis van Turkije, die juist een modern westerse natiestaat wilde worden is hier een prima voorbeeld van.
Daarbij denk ik dat geweld absoluut niet noodzakelijk is om moderniteit – in progressieve zin: respect voor de mensenrechten, minderheden, vrijheid van meningsuiting – te bereiken. Die moderniteit is per definitie multicultureel, de monoculturele horror van de Holocaust of de Armeense genocide (en talloze andere vormen van etnische zuivering in bijvoorbeeld Palestina en Koerdistan) hoeft niet herhaald te worden.
op 29 12 2012 at 06:51 schreef You On A Gin:
In het woord ‘moderniteit’ schuilt een waardeoordeel, alsof er helemaal geen negatieve dingen aan kleven.
Kijk, dat is er één om in te lijsten.
op 29 12 2012 at 16:03 schreef Cactus:
“Een andere vraag is of een lange lijst voorbeelden voldoende is om te beweren dat de moderniteit volledig onderdeel is van de Arabische wereld.”
Er is geen land ter wereld dat alleen vooruit strevenden kent, in Nederland heb je de zwarte kousen kerk, enge “gebedshengst” gebieden, (Rijssen) en andere Bible Belt regios.
En dan is het niet eens nodig dat ik de VS benoem.
De vraag is: “Waar legt een land, een samenleving, het zwaartepunt, op religie of op een seculariteit die vrijheid van godsdienst omarmt”
op 29 12 2012 at 16:23 schreef MNb:
Nou en of, Gin, is die om in te lijsten.
Ik hoop van harte dat je gelijk hebt, Tayfun, dat grof geweld vermeden kan worden. Ik heb er een intense afkeer van. Als ik vechtende tienermeisjes uit elkaar moet halen op mijn school ben ik een paar uur van slag. Op mijn medewerking kun je dus rekenen.
Maar ik ben niet optimistisch.
@Cactus: de juiste vraag is: “hoe krijgen we een land zover om seculariteit die vrijheid van godsdienst omarmt op het zwaartepunt legt.” Mijn concreet uitgesproken angst dat daar eerst de negatieve ervaring van grof geweld aan vooraf moet gaan voordat de mensen in dat land bij zinnen komen.
Europa kende pas godsdienstvrede nadat protestanten en katholieken elkaar 150 jaar lang hadden geprobeerd uit te moorden.
Vrijheid, gelijkheid en broederschap begon pas enige toepassing te krijgen nadat de Fransen schoon genoeg hadden gekregen van Robespierre en zijn guillotine (die óók nog eens met de beste bedoelingen in elkaar werd gezet).
Het menselijk vermogen om goede bedoelingen te perverteren is onmogelijk te onderschatten. Maar als je die goede bedoelingen laat varen wordt het helemáál niets.
op 29 12 2012 at 23:19 schreef Tayfun Balcik:
Dank Gin. @ Mnb, met de huidige toestand in Syrië in het achterhoofd deel ik ik je pessimisme. Het is werkelijk te zot voor woorden dat zo’n genocidale regime als die van Assad ongestoord aan de macht kan blijven. Afgezien van de ‘coalition of the willing nations’ was de hele wereld tegen de Amerikaanse invasie in Irak, maar de Bush administration zette toen toch zijn zin door ‘in search for weapons of mass destruction’ die ze nooit hebben gevonden. Nu is bijna de hele wereld tegen Assad, maar gebeurt er niks. Elke dag gaan er mensen dood, vrouwen, kinderen, ouderen, het geweld is massaal. Er wordt geen onderscheid gemaakt. Ik ben geen pacifist. Als ‘grootmogendheid’ moet je je verantwoordelijkheid (responsibility to protect. R2P) nemen, zeker in een regio (het midden-oosten) waar de VS, Engeland en Frankrijk medeverantwoordelijk zijn voor de huidige ellende.