Kleine plaatjes, grote verhalen
Peter Breedveld
Illustratie: Alexandre Bystrov
“De laatste jaren lees ik geen strips meer, maar vooral échte boeken”, zei striptekenaar/illustrator Peter van Dongen tijdens een gezellig gesprek dat ik zaterdagavond op het Winternachtenfestival had met hem en zijn collega’s Barbara Stok en Thé Tjong-Khing.
Gelach in de Grote Zaal van het Theater aan het Spui, waar ik het publiek aan de hand van het werk van deze drie tekenaars ervan probeerde te overtuigen dat strip een mooi medium is waarmee je grote thema’s kunt aansnijden, net zoals dat kan met een roman, een film of een kunstwerk. En daar trok Van Dongen op het laatst in één keer het fundament onder mijn zorgvuldig opgebouwde stellage vandaan.
Blatante schijnheiligheid
Als stripauteurs zelf al zo’n duidelijk onderscheid maken tussen strips en échte boeken, wie zal mij dan nog geloven? Van Dongen baarde eind jaren negentig veel opzien met het eerste deel van zijn tweeluik Rampokan, dat zich afspeelt aan de vooravond van de Politionele Acties in Nederlands-Indië.
Het album oogt op het eerste gezicht als een avontuur in de stijl van Kuifje, maar bevat een gecompliceerd verhaal over de waanzin van oorlog, racisme, loyaliteit en identiteit. Van Dongen, die zich uitgebreid documenteert, laat een aspect van de Nederlandse koloniale geschiedenis zien dat Nederlanders nog steeds graag onder het mottige tapijt van hun blatante schijnheiligheid vegen.
Als Nederlanders al willen erkennen dat er in Nederlands-Indië oorlogsmisdaden zijn gepleegd, betoogde Van Dongen, dan schrijven ze die op het conto van de Molukse militairen in het Nederlands-Indische leger. “Want onze eigen, blanke jongens zouden zulke verschrikkelijke dingen nooit doen”, zei hij sarcastisch.
Smaak van het publiek
Lijden voor de kunst is het thema van Barbara Stoks nieuwe boek Vincent over Vincent van Gogh. Stok heeft de periode in Van Goghs leven genomen waarin hij leed aan psychoses, culminerend in het afsnijden van een stuk van zijn eigen oor. Zeer intens in beeld gebracht, in een minimalistische tekenstijl en felle, primaire kleuren, waardoor een direct beroep wordt gedaan op de emoties van de lezer.
Vincent gaat niet alleen over Van Gogh, beaamde Stok desgevraagd, maar ook over haarzelf. Van Gogh weigerde zich aan te passen aan de smaak van het publiek in zijn tijd, en groeide daardoor uit tot één van de belangrijkste kunstenaars uit de geschiedenis. Dat kon hij dankzij de financiële steun van zijn broer Theo. “Hoeveel Van Goghs zouden er nu rondlopen, die zich niet kunnen ontplooien door de kaalslag in de kunstsubsidiëring?” vroeg Stok zich geagiteerd af.
Adriaan van Dis
Van Dongen vindt het onzin om van een kunstenaar te eisen dat hij de commercie weerstaat. “Ik maak regelmatig commercieel werk”, zei hij. “Daardoor kan ik me toeleggen op het tekenen van strips, dat nauwelijks iets opbrengt”. – “Maar waar schep je de meeste bevrediging in?” vroeg Stok. “In die strips”, gaf Van Dongen toe. Maar hij legt zich erbij neer dat hij daar maar mondjesmaat aan toekomt. Alweer jaren geleden is hij begonnen aan het verstrippen van een novelle van Adriaan van Dis, ‘Familieziek’. Daarvoor heeft hij twintig pagina’s in potlood getekend, en het zal nog zeker een jaar of drie duren voordat dat werk is voltooid, vertelde hij.
Van Thé Tjong-Khing kent iedereen, die in Nederland is opgegroeid, wel zijn tekeningen in de kinderboeken van schrijvers als Guus Kuijer en Miep Diekmann. Strips maakt hij al tientallen jaren niet meer omdat de constante herhaling, die strip eigen is, hem ging vervelen. Toch vertelde hij enthousiast aan de hand van op twee grote schermen geprojecteerde scènes uit Arman & Ilva hoe hij lichaamstaal, mise-en-scène en belichting gebruikte om bepaalde emotionele effecten te bereiken.
Achteloze wreedheid
Thé’s interessantste strips zijn echter de korte verhalen die hij maakte voor andere het tijdschrift De Vrije Balloen. Met sardonisch plezier fileert hij daarin de Nederlandse samenleving, de waan van de dag, de bombastische zelfdeceptie van de mondige burger. In een briljante slotscène van één van die verhalen slaat een man zijn vrouw in elkaar, en Thé laat het eruit zien als een elegant ballet. Het tafereel is onweerstaanbaar grappig in zijn achteloze wreedheid. Niet gehinderd door enige politieke correctheid verklaarde de tachtigjarige Thé dat die vrouw het eigenlijk wel lekker vond. “Waarom tekent u zoiets?” vroeg ik. “Gewoon”, lachte hij, “dat vind ik leuk.”
Thé maakt zich geen zorgen om de nachtmerries die kinderen krijgen na het zien van zijn kinderboektekeningen waarin mensen verscheurd, uiteengereten en aan stukken gesneden worden. Reusachtige draken dreigen kleine mensjes te verslinden, een vrouw wordt het water ingesleurd, naar een wisse verdrinkingsdood. “Ach wat”, wuifde Thé mijn bezwaren weg. “In die tekeningen gebeurt tenminste wat.”
Zie hier een ander verslag van hetzelfde gesprek door cultuurjournalist Daniël Bertina.
Peter Breedveld, strips, 20.01.2013 @ 17:47
8 Reacties
op 20 01 2013 at 21:41 schreef leo schmit:
Ziet er naar uit dat het opnieuw niet gelukt is om literair Nederland en de rest van het land te overtuigen van de literaire waarde van strip Nederland.
Je tekenaars zijn nuchter, van Dongen leest alleen nog maar boeken; Thé vindt dat er wat moet gebeuren in een stripverhaal; Stok schijnt te pleiten voor kunstsubsidieering aan de hand van het geval van Gogh, die door zijn broer gesubsidieerd werd.
Maar literatuur?
op 20 01 2013 at 21:53 schreef leo schmit:
In de link naar Bertina speelt Stok de bal terug. Ze grijnst: “Ik denk eerder dat die ‘echte boeken’ niet veel meer dan abstracte tekeningen zijn.”
op 21 01 2013 at 00:33 schreef Olav:
Mise-en-scène.
Trusten ;-)
op 21 01 2013 at 10:14 schreef Peter:
Dank je, Olav. Eindredacteur worden van Frontaal Naakt? Je krijgt er niks voor, behalve een hoop gelul.
Je hebt het mis, Leo, mijn missie was geslaagd. We zaten voor een volle zaal met voornamelijk mensen die niets van strips wisten, die zich hoorbaar vermaakten en ons na het gesprek aanschoten om te vertellen hoe leuk en interessant ze het hadden gevonden.
Dat Van Dongen en Thé zo bescheiden zijn en het belang van hun eigen werk relativeren, pleit alleen maar voor hen en zegt niets over dat werk.
Dat Stok wél trots is op wat ze doet, pleit voor haar en haar engagement, en de hartstocht waarmee ze zich aan dat werk wijdt.
op 21 01 2013 at 23:46 schreef MNb:
Natuurlijk zijn strips geen literatuur. Strips zijn strips. Fotografie is toch ook geen schilderkunst?
op 21 01 2013 at 23:48 schreef Peter:
Strip is een medium. Een medium waarmee je rotzooi kunt maken, maar ook – jazeker – literatuur.
op 23 01 2013 at 02:15 schreef Marco Knol:
Leuk stuk. Heeft van Dongen (en/of zijn uitgever) wel eens nagedacht over crowd-funding? Iets als Sellaband bijvoorbeeld. Ik kan me voorstellen dat zo’n boek een stuk sneller en makkelijker uitgegeven kan worden als mensen intekenen en vooraf betalen. Al zal het probleem ‘m waarschijnlijk ook wel zitten in de oplages. Zou het überhaupt haalbaar zijn in de stripwereld?
op 02 02 2013 at 01:33 schreef You On A Gin:
Zo. Ontzettend. Gaaf. Bedankt FN.