Kamakura
Peter Breedveld
Gisteren was ik voor het eerst in Kamakura, minder dan een uur vanuit Tokio met de trein en tjokvol oude tempels en natuur. Bovendien ligt de stad aan de zee, aan een fraaie baai.
Dat is het mooie van Tokio: je pakt de trein en in no time sta je midden in de natuur. En dan bedoel ik niet zo’n park als de Hoge Veluwe, waar je een kaartje voor moet betalen en dan met z’n allen over verharde paden van ijsboer zus naar pannekoekenhuis zo fietst, maar echt wilde natuur, met bossen en bergen en watervallen en alles. In Kamakura cirkelen ook nog voortdurend schreeuwende arenden over je heen, zeer indrukwekkend. Ik weet weinig van vogels, maar ik denk dat het voor vogelliefhebbers klaarkomen is, hier. Zoveel verschillende vogels heb ik nergens anders gehoord. Ja, op Mount Takao, vorig jaar.
De belangrijkste attractie is een enorm bronzen Boeddhabeeld uit de veertiende eeuw, u hebt er waarschijnlijk weleens een foto van gezien. Het is 13,5 meter hoog, alleen in Nara staat een groter. Ik besloot het beeld te bezoeken via een hiking-trail door het bos, met een aantal fraaie tempels op de route.
Echtscheidingstempel
Vol goede moed zette ik het op een lopen en kwam eerst langs de beroemde 13e-eeuwse Tokeiji, de ‘echtscheidingstempel’, een soort Blijf-van-mijn-lijf-huis avant la lettre (maar echt). Mooi, maar ik ontdekte dus wel dat de tempel in een film die ik recentelijk zag over de Tokeiji, een totaal andere was, met hoge trappen en zo, maar dat is natuurlijk vanwege het dramatische effect (een vrouw moet in het begin eerst al die treden op, voordat ze veilig is voor de gewelddadige echtgenoot die haar op de hielen zit).
Interessanter vond ik de Jochiji, 250 meter verderop. Ooit een enorm complex, nu een intieme plek met een paar opvallende beelden in de tempeltuin. Behalve boeddhabeelden staat er bijvoorbeeld een wasberenfamilie in Ghibli-stijl, dus papa wasbeer, mama wasbeer en kindje wasbeer. Wasberen heten in Japan tanuki en zijn belangrijk in de Japanse mythologie.
Sint Nicolaas
Verderop staat in een uitgehouwen grot een beeld van een goedlachse dikkerd, de god van het geluk Hotei. Ik zag Japanse bezoekers steeds over zijn bolle buik wrijven, die inderdaad helemaal is gepolijst door eeuwen wrijven, en vroeg twee vrouwen waarom ze dat deden. “O, jeetje, daar heb ik eigenlijk nooit over nagedacht”, zei één van hen. “Ik heb geen idee, het is een gewoonte.”
Ik moest denken aan een man die ik eens heb geïnterviewd, die een boekje had geschreven over de hindoegod Ganesha, waar hij door gefascineerd was. Ganesha is de god met het olifantenhoofd. Aanbidders wrijven over diens voorhoofd en hij legde een verband met de heilige Nicolaas, onze Sinterklaas, bij wie Russisch-orthodoxe gelovigen dat ook altijd doen. Ganesha heeft, net als Sinterklaas, iets met snoepgoed en kinderen en verdomd als Hotei niet ook een kindervriend is, compleet met zak van Sinterklaas.
Glibberige paadjes
Na de Jochiji begon het echte werk, een tocht door het bergachtige bos. Dat werd al gauw een klimpartij langs diepe afgronden en over smalle, glibberige paadjes waar ik niet op was voorbereid. Het erge was dat ik af en toe hoogbejaarde Japanners tegenkwam die als onbevreesde berggeiten over de rotsen en langs die afgronden liepen alsof het niks was. Niks geen valangst en scootmobielvriendelijk gedoe. Ik zag een oud vrouwtje klauteren die ik vroeg of ik haar moest helpen en ik stak mijn hand uit, maar ze bedankte vriendelijk. “Als u even aan de kant gaat, kan ik er daar langs.” Ze zei het echt!
Westerse toeristen kwam ik weinig tegen. Eén keer een jong stel dat strak voor zich uitkeek toen het mij naderde. Moet je je voorstellen: midden in de wildernis en je komt iemand tegen en je knikt zelfs niet eens?! Westerlingen in Japan doen dat altijd. Ze erkennen jouw bestaan niet, net als de gereformeerden in mijn geboorteplaats Apeldoorn.
Geld wassen
De gekste tempel die ik onderweg tegenkwam was de Zeniarai Benten, te bereiken door een lange tunnel in de rotsen, waar mensen in een grot hun geld wassen in de hoop dat het ze nog meer geld gaat opleveren.
Na nog weer veel ontberingen bereikte ik dan eindelijk de Grote Boeddha. Die is inderdaad heel groot en hol van binnen, je kunt erin voor 20 yen (16 cent).
Kijk, dit zijn z’n flip-flops.
Beeld aangespoeld
Verderop bezocht ik de Hase-dera, waar in de grote hal een enorm Kannon-beeld staat dat niet gefotografeerd mag worden. Kijk, hier heeft iemand het gefotografeerd. Volgens de overlevering is het beeld in de negende eeuw of zo aangespoeld op het strand van Kamakura en hebben ze er toen een tempel omheem gebouwd.
Er is ook een grot waar je rechts in moet, een tocht langs een aantal beelden van mij onbekende vrouwen maakt, langs ruimtes met Boeddhabeelden, sommigen niet groter dan vijf centimeter, en bukkend door een lage tunnel links weer naar buiten komt.
Eendensoba
Er is nog veel meer te zien in Kamakura, maar helaas gaat alles er om vier uur ’s middags dicht en dan is er niks meer te doen. Alle toeristen zijn dan ook in één klap verdwenen. Ik heb daarom het strand bezocht, dat vooral uit donker zand bestaat maar het is altijd fijn om even voor de zee te staan, en heb toen sashimi en soba met eend gegeten in een soba-restarant.
Voldaan nam ik daarna de trein naar huis.
Is het Vrije Woord u écht lief? Help me dan met een financiële bijdrage. Deze website wordt elke dag bedreigd door de virtuele knokploegen van Domrechts, malafide Nederlandse journalisten en zelfs door de vicepremier. Steun Frontaal Naakt. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke site van Nederland. Stort wat u missen kunt op rekeningnummer NL59 RABO 0393 4449 61 (N.P. Breedveld, Rabobank Rijswijk), SWIFT BIC RABONL2U o.v.v. ‘Frontaal Naakt’. Lees hier waarom dat niet met PayPal kan, maar steunen via Patreon kan weer wel. Nog liever heb ik dat u op Frontaal Naakt adverteert of mij inhuurt. Mail mij.
Japan, Peter Breedveld, Reizen, 27.04.2018 @ 14:27
1 Reactie
op 27 04 2018 at 14:32 schreef Peter:
Weet u het allemaal weer beter? Leesfrontaalnaakt@gmail.com.