Joris heeft covid-19
Johan de Vries
Het gebeurde op een zondag in mei. Buurvrouw kwam langs om haar wekelijkse kopje suiker te halen. Toen ze aanbelde werd er niet gereageerd. Gelukkig was de voordeur niet op slot. “Joris, ben je daar?” Buurvrouw hoorde Joris zwaar ademen. “Hier,” fluisterde hij met hese stem. Buurvrouw zag op anderhalve meter afstand de zieke Joris op de bank liggen.
Buurvrouw rende, nadat ze haar lege kopje suiker inruilde voor een goed gevuld kopje suiker dat Joris voor haar had klaargezet, naar huis en belde de 112: “Joris is ziek, ik denk corona!” Toen ze te horen kreeg dat ze, omdat ze in contact was geweest met Joris, twee weken thuis in quarantaine moest blijven, rende ze naar het huis van Joris voor twee extra kopjes suiker. “Ik heb de ambulance gebeld,” riep ze nog naar Joris en haastte zich naar huis.
Met gierende banden, zwaaiende lichten en “tatuu-tatuu!”-geluid racete de ambulance naar het huis van Joris. Want Joris had misschien corona, maar misschien ook niet.
Marsiaanse lobotomie
Twee ambulancemedewerkers in vol ornaat stapten het huis van Joris binnen. Joris schrok nogal van ze en dacht dat hij met een UFO werd opgepikt zou worden om experimenten op hem te doen. Dat ze zijn zaad zouden vermengen met eitjes van Marsiaanse dames om zo een superras te maken. En natuurlijk bloedtransfusies, vingers afhakken en naalden in de hersenen. Als je zo koortsig bent als Joris toen was, denk je aan dat soort dingen en lijken ze nog echter dan wat je op de televisie en internet ziet.
Toen een van de ambulancemedewerkers een bijzonder lange wattenstaaf in de neus van Joris stak wist hij het zeker. Lobotomie op zijn Marsiaans! Voortaan zou hij een kwijlende plant zijn. Iemand die de gezondheidszorg onnodig op kosten zou jagen. Een nutteloze Joris die niet kon bijdragen aan de vierentwintiguurseconomie.
Joris wist zeker dat hij werd gekidnapt toen hij eenmaal met de brancard naar de ambulance werd gebracht. Hij wilde nog om hulp roepen, maar hij was te zwak en snakte naar adem. Toen een ambulancemedewerker hem zuurstof toediende, voelde hij zich iets beter en smeekte hij of ze niet al te veel met hem wilden experimenteren. Joris zag na de rit hoe hij in een UFO werd gerold, en aan de beademing werd gezet. Joris was op reis naar Mars en zakte weg in een kunstmatige coma.
Zaad afstaan
Joris was inmiddels op Mars aangekomen en moest zijn zaad afstaan aan een van de Marsiaanse prinsessen. De koning van Mars was, hoewel vriendelijk en onverstaanbaar, streng in dat soort dingen. Om bij zijn zaad te komen, stak een Marsiaan een lange buis in zijn keel, tot voorbij zijn maag, helemaal tot in zijn scrotum. Toen zoog hij met een rietje al zijn zaad op. Joris schreeuwde het uit, maar door die lange buis kwam er alleen maar “kazoo“-geluid uit zijn keel.
Je begrijpt, Joris had een corona-nachtmerrie waarvan je mag hopen dat hij zich die niet zou herinneren, want Marsianen doen de gruwelijkste dingen met je als je ze hun gang laat gaan, zelfs in een nachtmerrie.
Toen Joris wakker werd gemaakt en van de beademing werd gehaald, dacht hij even dat hij nog in de UFO was. Toen realiseerde hij zich dat hij was gered was en niet langer in handen van de Marsianen was. Hij moest vast en zeker revalideren en herstellen van alle gruwelijkheden die hem waren aangedaan. Toen Joris werd uitgelegd dat hij covid-19 had en was hersteld, haalde Joris opgelucht adem. “Geen Mars, geen UFO, en geen kidnapping?,” vroeg Joris opgelucht.
De volgende dag mocht Joris weer naar huis. Eén van de verpleegsters vroeg Joris of hij het goed vond dat voor hem zouden klappen als hij het hospitaal verliet. “Waarom?,” vroeg Joris. “Omdat je corona hebt verslagen,” was het antwoord. “Wat als corona mij had verslagen?,” vroeg Joris.
Het was stil toen Joris het ziekenhuis verliet. Maar hij was weer gezond.
Mondkapje
Toen Joris in de bus wilde stappen om huiswaarts te keren, maande de buschauffeur hem een mondkapje op te doen. Joris had nog een mondkapje over van het ziekenhuis en deed die op. “Dat is een medisch mondkapje,” zei de chauffeur streng, “het moet een niet-medisch mondkapje zijn.” “En als ik er een gaatje in prik?”, vroeg Joris. De chauffeur vond dat goed en Joris haalde zijn mooie rode Zwitserse zakmes uit zijn broekzak. Het zakmes had vijftig mesjes, schaartjes en prikkers van allerlei formaat, en natuurlijk schroevendraaiers, schaartjes en niet te vergeten een blikopener. Er zat zelfs een kleine ruimte in voor een cyanidepil die je in geval van nood kon inslikken als de situatie al te dol werd. Joris had daar een Tic-Tac in, voor een frissere adem en zeg nou zelf, wat kan een enkele calorie je aandoen? Joris was niet het type persoon dat in situaties terecht zou komen waar je zou wensen dat hij een cyanidepil zou kunnen slikken, hoewel, met Marsianen die je kunnen kidnappen is het misschien toch iets om over na te denken.
Toen Joris weer thuis kwam, moest hij nog twee weken in quarantaine om te voorkomen dat hij anderen zou besmetten. En toen buurvrouw, die geen corona bleek te hebben, op de zondag nadat Joris thuis was gekomen langs kwam met drie lege kopjes, stond er al een nieuw kopje suiker voor haar klaar. Natuurlijk had buurvrouw de lege kopjes keurig gewassen met desinfecterende zeep. Want je weet maar nooit wanneer de tweede golf komt. Joris had het kopje met suiker niet gedesinfecteerd. Want Joris had groepsimmuniteits-status en had andere dingen aan zijn hoofd en vroeg zich af of er misschien toch stiekem zaad van hem was afgenomen en er binnenkort kleine Jorisjes op Mars zouden wandelen.
Johan de Vries, beter bekend als De Frysk, pensionado op MAVO-niveau, komt uit Friesland, geboren in Rinsumageest, getogen in Wergea. Was ooit werkzaam in de zuivel en wist van melk yoghurt te maken, pap van gort en kent het recept van watergruwel. Woont nu in Barrie, Canada, waar hij geniet van zijn welverdiende rust.
Gastschrijver, 30.07.2020 @ 14:55