Joris en het gigantische Christusbeeld
Johan de Vries
De pastoor van het katholieke ziekenhuis in de grote stad had het vrij druk. Er was namelijk een piek van het aantal sterfgevallen in de dodenzaal. Iets wat regelmatig voorkwam met volle maan. En de pastoor was er klaar voor. Want iedere avond oefende hij op de laatste heilige sacramenten die hij (met de stopwatch opgenomen), als het moest, binnen 5.7 seconden kon toedienen. Voorwaar een record waar de pastoor en het ziekenhuis bijzonder trots op waren.
En deze avond kwam het hoge tempo dat mijnheer pastoor aankon, bijzonder van pas, want het komt nu eenmaal voor dat juist met volle maan meerdere mensen tegelijkertijd dreigen het loodje te leggen en ondanks dat in gewijde katholieke begraafgronden tot stof willen overgaan. Die nacht had mijnheer pastoor twintig keer de laatste heilige sacramenten toegediend, waarvan een drietal gelijktijdig stervenden binnen twintig seconden. Een bijzondere prestatie.
Mijnheer pastoor van het dorp waar Joris woonde wist dat Joris de gipsverbandmeester in dat ziekenhuis kende van zijn destijds gebroken middelvinger, die de gipsverbandmeester weliswaar niet razendsnel, maar wel keurig wist in te gipsen. Een waar kunstwerk. Joris moest zijn middelvinger zes weken hoog houden; je begrijpt, een lastige klus in een dorp met zowel een katholiek als een gereformeerd deel dat je voortdurend op de vingers kijkt. En nadat het gips van zijn middelvinger verwijderd was, moest hij leren die weer te buigen zoals u en ik onze middelvinger kunnen buigen.
Artistieke ambities
Mijnheer pastoor wist dat die gipsverbandmeester ook artistieke ambities had. Hij hoopte dat Joris de gipsverbandmeester zou kunnen overhalen een artistieke klus voor hem te doen. En mijnheer pastoor zou Joris dan absolutie schenken, in ere herstellen en gerespecteerd maken. Bovendien zou Joris zich met deze deal minder snel laten overhalen om een gereformeerde held te worden. Want een gereformeerde Joris zou een ware nachtmerrie zijn.
Het dorp verderop was een katholiek dorp waar vrijwel geen gereformeerden woonden. En de gereformeerden die daar woonden, leden een marginaal bestaan, omdat ze een baan buiten het dorp moesten zoeken en naar het dorp van Joris moesten voor gereformeerde kerkgang en dito lagere scholing. De behuizing van de gereformeerden aldaar was pover, de isolatie slecht en het sanitair…
Als de pastoor van het dorp van Joris preekte over het dorp verderop, waren de verwensingen niet van de lucht: “Hedonisme, Sodom, Gomorra!” Want mijnheer pastoor was jaloers op het dorp verderop. Want het was een rijk, Rooms dorp met een rijke, Roomse middenstand en andere Roomse rijkaards die gul gaven aan de zondagse collecte van die vermaledijde kerk. Zo gul, dat de kerk geld overhield voor een groot Christusbeeld. Zo groot dat men, bij helder weer, vanaf de kerktoren niet alleen de Brandaris kon zien maar aan de andere kant van de toren ook het Christusbeeld in het dorp verderop!
Nieuwsgierige afgunst
“Ruim drie meter hoog,” zo fluisterde men in het dorp waar Joris woonde. Mijnheer pastoor wist precies hoe hoog het beeld was want hij had een WOB-verzoek ingediend bij de gemeente voor de precieze dimensies van het vervloekte gevaarte. Die gegevens hield hij geheim, net als het WOB-verzoek dat hij ingediend had, bang als hij was dat er praatjes over zijn nieuwsgierige afgunst zouden rondgaan. Mijnheer pastoor wilde een nog groter Christusbeeld dan die in het dorp verderop. Een godswonder voor een godvrezende persoon met beperkte financiële middelen. Een wonder dat Joris voor hem moest verrichten.
Mijnheer pastoor schrok een beetje toen hij Joris een bezoekje kwam brengen om zijn plannen met hem te bespreken. Mijnheer pastoor zag dat Joris zijn haren die ochtend nog niet had gekamd en dat Joris de afwas nog niet gedaan had. Verder was het hoog tijd om er eens te stofzuigen. De tuin kon wel een maaibeurt gebruiken en de heg was deze week nog niet gesnoeid.
Absolutie
Joris was een beetje depressief van alles dat hem aangedaan was. Mijnheer pastoor legde Joris uit dat als hij de gipsverbandmeester wist over te halen een Christusbeeld te maken voor zijn kerk, hij gerehabiliteerd zou worden en absolutie zou krijgen voor alle zonden die hij tot dusver begaan had.
Mijnheer pastoor keek door het raam naar de achtertuin van Joris en zag dat zijn grote kortegolfantenne een beetje verpieterd was, maar ook dat die uitstekend zou kunnen fungeren als frame voor het Christusbeeld. Dat de vier betonblokken, waar de antenne op stond, als een mooie sokkel zouden kunnen fungeren.
Kortom, mijnheer pastoor zag louter kansen, niet voor zomaar een beeld, maar voor een prachtbeeld! Mijnheer pastoor stuurde Joris onder de douche, zette koffie voor hem en toen hij opgefrist was, baden ze samen voor een voorspoedig herstel van het trauma dat Joris had moeten doorstaan door zijn bespottelijke berekeningen van de leeftijd van het universum.
Vergeving en boetedoening
Mijnheer pastoor preekte die zondag over de onnozelen van geest en dat die zalig zijn. Over Joris en zijn rekensommen. Dat iedereen wel eens nulletje of wat over het hoofd ziet. Vergeving en boetedoening. De balk in eigen oog en andermans splinter. Hij die zonder zonder zonden is en de eerste steen. En dat er veel te weinig geld werd opgehaald met de collecte. Net zolang tot de gehele katholieke gemeenschap in het dorp van Joris het schaamrood op de kaken had en Joris zich weer helemaal goed voelde. En er voldoende geld was gecollecteerd om de kerk overeind te houden.
Joris nam diezelfde ochtend meteen na de mis contact met de gipsverbandmeester en vroeg of hij nog ambities had in de beeldende kunst. Joris nodigde de gipsverbandmeester uit voor een etentje op vrijdag bij de vishandel en een bezoekje aan Het Vingermuseum, wat Joris om begrijpelijke redenen wel toepasselijk vond.
En zo werd alles geregeld voor de plannen om een Christusbeeld te maken waar het dorp verderop niet terug van zou hebben. En natuurlijk een prominent naamplaatje voor de gipsverbandmeester. Van duurzaam gips en met chirurgisch staal ingelegd.
Priemende blauwe ogen
Toen het beeld klaar was en onthuld werd door bisschop Möller van de Noordelijke Nederlanden, was het hele katholieke deel van het dorp apetrots en het gereformeerde deel in zak en as. Want het eerste dat je zag als je de hervormde kerk verliet, was het witte hoofd van de Here Jezus die je met priemende blauwe ogen schaamteloos aankeek. “Godslastering!” riep de gereformeerde predikant die zondag woedend tijdens zijn preek. Mijnheer pastoor was daarentegen bijzonder gelukkig met dit ‘ongelukkige’ toeval. Want Gods wegen zijn ondoorgrondelijk en katholiek, zo blijkt maar weer.
Johan de Vries, beter bekend als De Frysk, pensionado op MAVO-niveau, komt uit Friesland, geboren in Rinsumageest, getogen in Wergea. Was ooit werkzaam in de zuivel en wist van melk yoghurt te maken, pap van gort en kent het recept van watergruwel. Woont nu in Barrie, Canada, waar hij geniet van zijn welverdiende rust.
Johan de Vries, 21.04.2021 @ 11:33