Joe Shishido
Peter Breedveld
Als kind was ik gek op verhalen waarin een schijnbaar alledaagse deur of een gat in de grond toegang gaf tot een wonderbaarlijke, exotische wereld. De televisieserie De Wondere Wereld van Herman van Veen, bijvoorbeeld, waarin Van Veen een deur in zijn huis opentrok en in een hete woestijn belandde, of de strip Douwe Dabbert, waarin Douwe via een gat in de grond terechtkwam in een land waar de dieren het voor het zeggen hadden.
Tokio is bezaaid met dergelijke poorten tot een compleet andere dimensie. Je schuift, terwijl het verkeer achter je voorbijraast, een deur open en voor je ontvouwt zich het decor uit een Zatoichi-film – o, jullie kennen Zatoichi, de blinde zwaardvechter niet – een samoeraifilm, met mensen op tatamimatten die worden bediend door vrouwen in kimono, terwijl op de achtergrond een kotospeler tokkelt.
Hoeren en ritselaars
Vandaag leek ik in een droom verzeild geraakt toen ik uitstapte op het Asakusa-station, uitcheckte bij de elektronische poort en een gang inliep om de straat te bereiken. Opeens leek ik in een Japanse film uit de jaren zestig terecht te zijn gekomen: een rij van armetierige eetstalletjes, een lekkende waterafvoer, een handlezeres, een ramenbar met -godbetert – een filmposter met Joe Shisido aan de muur.
Joe Shishido! Ik ben gek op zijn films, meestal misdaadfilms, die zich afspelen aan de zelfkant van de Japanse maatschappij, waar sloebers, pooiers, hoeren en ritselaars dreigen om samen met het puin van de Tweede Wereldoorlog te worden weggeruimd om plaats te maken voor het nieuwe, welvarende, moderne Japan. Shishido speelt vaak een harde crimineel, maar wel één met een erecode. Hij heeft principes en vangt desnoods een kogel op voor zijn vrienden.
Menselijke hamster
Joe Shishido. Omdat hij zichzelf te knap vond, liet hij zijn wangen operatief vergroten, zodat hij eruit kwam te zien als een menselijke hamster. Het heeft zijn carrière niet geschaad. Integendeel. Marlon Brando deed iets soortgelijks: hij liet zijn neus breken om minder knap te zijn en dus interessantere rollen te krijgen.
Hoe dan ook, dat is één van de charmes van Tokio, de rafelranden, de rotte plekjes. In al die tientallen jaren dat de stad uitgroeide van een aan gort geschoten en gebombardeerde teringbende tot één van de modernste, meest trendsettende steden ter wereld, zijn een aantal hoekjes, een paar holletjes bewaard gebleven. Londen heeft dat trouwens ook. Ik weet niet waarom dat is, misschien zijn ze beschermd gebleven door een magisch krachtenveld. Neil Gaiman noemt dat geloof ik ‘soft spots‘ (hier gaat een pedanterik me verbeteren) Maar op deze gang leek in elke geval de tijd geen grip te hebben gehad. Ik zou niet heel erg geschokt zijn geweest als Joe Shishido daar op een barkruk zou hebben gezeten.
Mollige Japanse
Ik heb er even gedraald, heb naar binnen gegluurd in de barretjes en de eethuisjes en bij de handlezeres, en ben toen tempura gaan eten in Daikokuya, in één van de straatjes rond de volkse Sensoji-tempel, waar de jaren zestig – en hier en daar zelfs de jaren 1880 – nooit voorbij zijn gegaan. Ik werd er aan tafel gezet met een mij onbekende meneer die daar totaal geen probleem mee had. In Nederland is zoiets ondenkbaar. Iedereen heeft daar last van elkaar.
Later ben ik weer teruggegaan naar die ondergrondse gang, die fascineerde me zo! Er stond een mollige Japanse in een hoek haar lippen te stiften. Ze had een kokerrokje aan en ze was zwaar opgemaakt. Zeer sexy op een Japans-volkse manier. Godverdomme net als in een Joe Shishido-film! Als ik niet zo ziekelijk verlegen was, had ik haar gevraagd of ik een foto mocht maken, naast de traditionele blauw-witte kapperspaal waar ze voor stond.
Je bent een verrader
Eerder vandaag ben ik in het Museum of Contemporary Art Tokyo (MoT) geweest, waar ik alle tentoonstellingen bekeken heb. Ik heb er uren doorgebracht, het was fantastisch. Ik begon met de tentoonstelling ‘The Marvelous Real‘, Spaanse en Latijnse kunstenaars, ter ere van de vierhonderdjarige relatie tussen Japan en Spanje. Echt een eye-opener. De tentoonstelling bewijst hoe viriel de Spaanse moderne kunst is.
Twee kunstenaars in het bijzonder vielen me op. De Cubaan Diango Hernandez had een stellage, ‘Split Living Room‘, met inderdaad een woonkamer die letterlijk in tweeën was gezaagd, behalve een typemachine zonder toetsen, met uitzondering van die de woorden ‘traido es‘ vormden. ‘Je bent een verrader’ dacht ik, want een kunstenaar is een verrader van de conventies van zijn samenleving. Een kunstenaar móet verraad plegen, zeggen wat niet gezegd mag worden. Maar iemand op Twitter corrigeerde me: ‘Het is verraden’. Nu snap ik het niet meer.
Zeer angstaanjagend
Een ander werk dat me trof, nam een hele muur in beslag en waren overgeschilderde kiekjes van familieleden van Enrique Marty, La Familia. Marty heeft zijn moeder duivelshoorns gegeven, een jongetje heeft stigmata, een ander jongetje lijkt zichzelf te wurgen met een stropdas. Zeer angstaanjagend, zeer krachtig.
Maar dat zijn slechts twee kunstenaars, ik vond elk werk daar zeer de moeite waard. Misschien ga ik nog wel een keer voordat ik naar huis moet.
Peter Pontiac
De andere tentoonstelling was Fragments, Japanse kunstenaars die iets hadden gedaan met het idee dat alles een fragment is van een geheel. Speels, onderhoudend, maar niets beklijvends. Meer plezier had ik met de keuze uit de vaste collectie van het MoT, vooral een werk van de jonge kunstenaar Tomoko Shioyasu, ‘Birth‘: een gigantisch vel papier, ik geloof wel tien meter hoog, waar Shioyasu vormen heeft uitgeknipt: vlammen, draaikolken, weet ik het. Zeer imponerend.
Een andere artiest die me zeer aanspreekt, is Ushio Shinohara, een beetje een wildebras, zo te zien, met zeer expressief werk dat een mix lijkt tussen Robert Crumb, Looney Tunes en onze eigen Peter Pontiac.
Keramische rozen
Ik zag meer mooie werken, sommige herkende ik uit mijn kunstgeschiedenisboek van de middelbare school. Soms verbaasde ik me vooral over de beschrijvingen op de bordjes bij de werken: ‘Emiko Kasahara, who deals with in stories and images about women, takes a feminine motif, flowers, while employing a high precision technique to awaken multiple meanings that defy conventional perceptions‘.
Dit bij een werk van vijf of zes keramische rozen op betegelde zuilen. Ik heb een geheugen als een zeef, maar deze bizarre zin heb ik de hele dag onthouden en ik snap eerlijk waar niet wat de fuck het betekent.
Als alle lezers van Frontaal Naakt, het enige echte dissidente geluid in Nederland, nou maandelijks twee euro zouden storten, dan zou Uw Hoofdredacteur de hotel- en restaurantrekeningen kunnen betalen in de duurste stad ter wereld. zouden de makers van deze website volkomen autonoom zijn! Stort op rekeningnummer NL59 RABO 0393 4449 61 (N.P. Breedveld, Rabobank Rijswijk), SWIFT BIC RABONL2U o.v.v. ‘Frontaal Naakt’.
Japan, Peter Breedveld, Reizen, 12.04.2014 @ 16:20
5 Reacties
op 12 04 2014 at 16:49 schreef Sean:
Soft places, Peter, niet soft spots! Hahahahaha!
op 13 04 2014 at 07:51 schreef Thomas E:
Zeer inspirerend dit. En lekker terloops geschreven.
op 13 04 2014 at 14:56 schreef Rob:
Ja, reisverslagen doe je ook al goed. Je bent vervelend goed in veel dingen, Breedveld. Misschien moet iemand je dat eens stomdronken door de telefoon toelallen.
op 14 04 2014 at 07:44 schreef Astrid:
Fascinerend en relativerend tegelijkertijd. Wanneer je het Japanse uiterlijk van de mensen en de belettering op de foto’s wegdenkt zouden ze in een willekeurige grote stad op een willekeurig continent genomen kunnen zijn. Wat lijken we toch allemaal op elkaar als je oppervlakkigheden buiten beschouwing laat.
op 19 04 2014 at 05:07 schreef Peter:
Nee Astrid, daar is niks van waar. De foto’s die ik van Tokyose straten maak, maak ik juist omdat ze typisch voor Tokyo zijn. Dit kom je niet tegen in Madrid, of in Singapore of in Amsterdam, die melkpakachtige gebouwen, de barretjes waar maar zes of zeven mensen in kunnen, de elektriciteitskabels die het straatbeeld domineren. De brandschone straten, ondanks het feit dat vuilnisbakken zeldzaam zijn.
We lijken totaal niet op elkaar.