Je weet het nooit zeker in Edith Whartons spookverhalen
Peter Breedveld
Scène uit A Page of Madness (Teinosuke Kinugasa, 1926)
Als het donker en koud is en die gore tyfusregen continu met bakken uit de hemel valt, dagen, weken, maanden achter elkaar, vind ik het tijd voor griezelverhalen. Griezelen is gezellig, ik krijg er een warm gevoel van, een gevoel van geborgenheid, bijna. Ik heb de afgelopen maand een hele reeks horror-films gekeken, een paar horror-manga gelezen en een bundel spookverhalen van de Amerikaanse schrijver Edith Wharton (1962 – 1937).
Wharton kent u misschien van The Age of Innocence, de roman die werd verfilmd door Martin Scorcese. Ik ben een megafan van Scorcese, maar ik ben er nog nooit in geslaagd die film uit te kijken, terwijl ik echt mijn best heb gedaan. Ik val er iedere keer bij in slaap. Ik heb dat met een paar films, 2001: A Space Odyssey is er ook één. Na een uur of zo ben ik bewusteloos. Ik weet niet waarom.
Japanse spookverhalen
Whartons spookbundel, The Ghost Stories of Edith Wharton, kocht ik een paar jaar geleden in Londen. De verhalen onderscheiden zich nogal van die van Edgar Allan Poe en H.P. Lovecraft, die ik tot mijn favoriete horrorauteurs reken, en ook van die van M.R. James, die ik ook bewonder. Misschien vreemd, maar ik zie een zekere verwantschap met Japanse spookverhalen. Whartons spoken zijn minder nadrukkelijk aanwezig, als je niet oplet, mis je ze zo. Maar net als bij Japanse spoken zit de horror vooral in de mensen die door ze worden bezocht. Het zijn hun demonen, of die van hun naasten en familie. Of het gaat om mensen (en in één geval honden) die iets verschrikkelijks is aangedaan. Dat is bij Japanse horror ook vaak zo. Denk maar aan Ringu en The Grudge (Ju-On).
Maar daar houdt de gelijkenis wel op, al wil ik toch nog even snel verwijzen naar de films van Kiyoshi Kurosawa, waar ook vaak sprake is van hooguit een schim in de tuin of een hoek van de kamer, die het monsterlijke in de hoofdpersonen tevoorschijn haalt.
Incest en misbruik
Wharton was een telg van een gegoede Amerikaanse familie, verkeerde alleen in sjieke kringen, en schreef dus ook sjieke verhalen. Prachtige zinnen, beeldende beschrijvingen, veel oog voor detail, bulkend van de sfeer. Vaak wat milde satire, heel soms misschien een klein beetje vals. Maar onder al die verfijndheid schuilen alle verschrikkingen die mensen, ook sjieke mensen, elkaar aandoen.
Wharton maakt nooit iets expliciet, maar aan het einde is vaak wel duidelijk wat er aan de hand is: de heer des huizes die een bediende heeft verkracht, een man die zijn echtgenote psychisch terroriseert, incest en misbruik in vroom-christelijke kring, een beurshandelaar die over lijken gaat, een oom die zijn aan tuberculose lijdende neef de dood injaagt om de erfenis van zijn dode broer te kunnen opstrijken.
Homo-erotiek
Whartons personages hebben veel diepgang en blijken niet altijd te zijn wat ze lijken te zijn. Een oudere man, een schrijver, die jongemannen onder zijn hoede neemt die schrijverstalent denken te hebben, in het verhaal The Eyes, zou je er op het eerste gezicht van kunnen verdenken minder eerbare bedoelingen te hebben (het verhaal heeft een sterke homo-erotische ondertoon, net als het verhaal The Triumph of Night)), maar wie goed leest, ziet dat hij oprecht is. Het zit ‘m allemaal in subtiele hints en bijzinnen en bedekte termen. The Lady’s Maid’s Bell gaat over een huisbediende die de geest van haar voorganger meent te zien, maar het zou ook een nabrander van de tyfus kunnen zijn, waarvan ze net genezen is.
Film en radio
Het kan het ene zijn, maar ook het andere. Is de vrouw met wie een getrouwde, christelijke boer afspreekt echt de geest van zijn eerste grote liefde, of is het haar zus? Wharton geeft geen uitsluitsel, ze suggereert van alles, waardoor de fantasie van de lezer allerlei kanten opgaat.
Daarnaast geeft ze ook veel commentaar op de samenleving in haar tijd. Eén van haar personages klaagt bijvoorbeeld over twee nieuwe fenomenen die de jongeren van haar tijd erg bezighouden: film en de “wireless“, de radio. Die doden volgens haar de fantasie en jongeren zijn erdoor niet meer in staat ergens hun aandacht lang bij te houden. Komt bekend voor, nietwaar?
Is het Vrije Woord u écht lief? Steun me dan met een financiële bijdrage. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke (maar echt) site van Nederland. Rekeningnummer NL24 ASNB 8832 6749 39 (N.P. Breedveld, ASBN Rijswijk), BIC ASNB NL21.
boeken, Peter Breedveld, 03.11.2023 @ 19:38