Japanse aapjes kijken in Tokidoki
Peter Breedveld
Ik las een sympathiek stuk over het VPRO-programma Tokidoki in De Groene Amsterdammer en besloot om toch maar eens te kijken. Aanvankelijk had ik me voorgenomen dit aan me voorbij te laten gaan, want ik had de trailer gezien waarin ons werd beloofd dat er “met humor” verslag zou worden gebracht van de vreemde gewoontes van de Japanners.
En dan weet je het meestal wel. Als er een westerling naar Japan gaat, moet er altijd gelachen worden om de buitenissigheden van die rare Japanners. Negen van de tien nieuwsberichten over Japan gaan ook altijd over seksuele aberraties: zadelsnuiven, oogballikken en gedragen slipjes die door middelbare kantoorslaven uit verkoopautomaten worden getrokken. Daar had ik dus geen zin in.
Tokidoki is niet zo erg als ik had verwacht, maar helaas wijkt ook dit programma niet heel erg af van de gebruikelijke kost. Een witte vrouw, Paulien Cornelisse, over wie ik overal lees dat ze zelf een beetje gek is maar in wie ik zelf een doodnormale Nederlandse witte vrouw herken die zich gedraagt zoals alle doodnormale witte Nederlandse vrouwen, spreekt in de eerste aflevering met Japanners die een beetje gek zijn: drie jonge mensen die helemaal idolaat zijn van mos, een groep Japanners die ontstresst in het bos door daar in hangmatten te gaan liggen, een groep Japanners die onder een ijskoude waterval gaan staan om de ziel te reinigen.
Eigen toiletpot meenemen
Cornelissen zet ze niet voor gek, dat pleit voor haar en voor het programma. Ze is oprecht nieuwsgierig en laat de Japanners zelf aan het woord, zonder verneukeratieve montage en zo. Wat ze wél doet, is alsof het typisch Japans is om de stad af te struinen en zowat in katzwijm te vallen bij een stukje mos tussen twee stoeptegels en een ring te dragen waar mos uit groeit, of om je eigen wc-pot (mét wc-borstel) mee te nemen naar het bos.
Ze wijst naar een briefje op een struik in het park. Het blijkt een mededeling van de politie te zijn, met bruine tape aan die struik bevestigd, dat het verboden is om in die struik te wonen. Dit, vertelt ze de kijkers, vindt zij typisch Japans.
Ze doet mee aan dat watervalritueel maar maakt er een punt van dat ze “absoluut niet spiritueel” is. En dat Japanners geloven in natuurgoden, dat vindt zij gek. In het voorjaar, als ook in de stad alle bomen in bloei staan, gaan veel Japanners picknicken in het park. “Lekker met z’n allen”, sneert Cornelissen.
En zo gaat het altijd: elke reportage van een witte man of witte vrouw in een vreemd land gaat over hoe die witte man of vrouw alles ervaart, wat hij of zij vindt van de gewoonten van de plaatselijke bevolking. Hoe alles in dat land zich verhoudt tot de witte, westerse standaard.
Naakt bowlen
Van enige zelfreflectie is daarbij zelden sprake. Het komt nooit in zo’n verslaggever in Japan op dat hij de uitzondering is en niet die 127 miljoen Japanners om hem heen, dat hij raar is, niet zij. Ik schreef daar al eens over toen een groep Nederlandse journalisten zich vreselijk misdroeg ter gelegenheid van het staatsbezoek van onze koning aan Japan.
En ik verzeker u: de meeste Japanners zijn niet zo idolaat van mos als de drie mensen in Tokidoki, en de meeste Japanners nemen hun eigen toiletpot niet mee naar het bos. Voor de meeste Japanners zijn de mensen die geportretteerd worden in Tokidoki net zo vreemd als voor ons.
Excentriekelingen heb je overal. Stel je voor dat er een Japans camerateam naar Nederland komt en het resultaat is een serie waarin je Nederlanders naakt ziet bowlen, op zoek ziet gaan naar kabouters in het bos en door de stad ziet rolschaatsen in alleen een string en bedekt met zilverkleurige bodypaint. Dat is wat Tokidoki is.
Wel zat er een hele mooie en integere reportage in van de laatst overgebleven Japanners in het radioactieve gebied bij Fukushima, waar een aardbeving en een tsunami leidden tot een kernramp. Cornelissen spreekt daar met twee bejaarde mensen die niks meer hebben en wachten tot ze doodgaan. “De sukkels gaan altijd het laatst”, zegt één van hen.
Slavende huisvrouwen
De tweede aflevering gaat over de positie van de vrouw in Japan. Wat Cornelisse daarin laat zien is zonder meer fascinerend: slavende huisvrouwen die om vier uur al opstaan om de lunchbox voor manlief klaar te maken, jonge vrouwen die zich als Manga-poppetjes verkleden, de zogenaamde Lolita’s, ze past een kimono aan en doet mee aan een soort van etiquette-workshop en praat met een groep vrouwen die bij elkaar komen om elkaar te leren zich tegen hun man te verzetten.
Hier komt de Hollandse lompheid goed van pas, wat Cornelisse stelt directe vragen over hun seksualiteit, die ze, geamuseerd door haar directheid, openhartig beantwoorden. Met elkaar hadden ze het hier nog niet over gehad.
In de voice-over wordt het weer bloedirritant. “O wat zijn ze onvrij!” “Dit voelt niet erg vrij, hoor!” “In Nederland zijn de vrouwen veel vrijer!” en gezeur van die strekking. Nu is het zonder meer zo dat de positie van de vrouw in Japan deplorabel is, maar hou je zelf niet voor de gek over Nederland. Hier doen de vrouwen het huiswerk gewoon náást hun full-time baan en als ze kinderen krijgen, moeten ze part-time gaan werken omdat het een vanzelfsprekendheid is dat zij voor de kinderen zorgt. Nederland heeft nog steeds minder vrouwelijke hoogleraren dan een land als Iran, vrouwen verdienen nog altijd minder dan mannen voor hetzelfde werk en Cornelisse vertelt zelf dat ze als stand-up-komiek altijd werd aangekondigd als een soort moetje, en dat ze eerst iets denigrerends over zichzelf moest zeggen om de zaal gerust te stellen. Ook #Metoo is aan ons huisje niet voorbijgegaan. ’s Nachts in de trein ben je als vrouw alleen ook niet veilig in Nederland. Ook hier moet een vrouw het niet wagen haar stem te verheffen, ook hier moet ze lichaams- en figuurcorrigerende kleding aan.
Lekker hapje neuken
En er is een keerzijde aan wat Cornelisse laat zien. Die Japanse huisvrouw moet er om vier uur uit, maar haar man slaaft tot ’s avonds laat door op kantoor en er wordt van hem verwacht dat hij daarna nog gaat drinken met de baas en zijn collega’s. Is het redelijk om hem een lege lunchbox in zijn handen te douwen en hem te verstaan te geven, zoals Cornelisse het zo elegant formuleert, dat-ie zijn lunch “lekker zelf” bereidt?
De lunchrooms in Tokio zitten elke dag vol, met lange rijen wachtenden buiten, allemaal vrouwen. Man-lief werkt zich een maagzweer (als hij geluk heeft, veel Japanners werken zich letterlijk dood) en zijn vrouw neukt intussen een lekker hapje dat ze op een dating-site heeft gescoord, zonder gevaar te worden betrapt door haar echtgenoot, want vroeger thuiskomen van je werk is een rariteit in Japan. Ook in Japan komt incest voor, maar in tegenstelling tot Europa en Amerika schijnt in Japan vaak sprake te zijn van incest tussen moeders en hun zoons.
En dat is mijn probleem met Tokidoki. Het is vermakelijk en onderhoudend, maar we krijgen een ontzettend vertekend en eenzijdig beeld van Japan, en het dient uiteindelijk allemaal om ons in te peperen hoe goed we het hier in Nederland hebben. En dat is gewoon niet zo.
Is het Vrije Woord u écht lief? Help me dan met een financiële bijdrage. Deze website wordt elke dag bedreigd door de virtuele knokploegen van Domrechts, malafide Nederlandse journalisten en zelfs door de vicepremier. Steun Frontaal Naakt. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke site van Nederland. Stort wat u missen kunt op rekeningnummer NL59 RABO 0393 4449 61 (N.P. Breedveld, Rabobank Rijswijk), SWIFT BIC RABONL2U o.v.v. ‘Frontaal Naakt’. Lees hier waarom dat niet met PayPal kan, maar steunen via Patreon kan weer wel. Nog liever heb ik dat u op Frontaal Naakt adverteert of mij inhuurt. Mail mij.
Japan, Peter Breedveld, 25.09.2018 @ 07:30