Ionica’s favoriete boeken van 2024
Ionica Smeets
In 2024 las ik zoveel boeken dat ik het soms bijna gênant vind, maar je moet toch wat met je linkse hobby’s in deze tijden. Hierbij een selectie van mijn favorieten van dit jaar, eerdere edities vind je hier.
Miranda July – All Fours
In de zomer las ik vlak na elkaar drie boeken waarin een vrouw van middelbare leeftijd het helemaal gehad heeft met haar leven en losbreekt uit de sleur (alledrie die boeken kreeg ik overigens aanbevolen, misschien waren het hints). Veruit de beste van de drie was All Fours van Miranda July, waarin de hoofdpersoon in plaats van op een roadtrip te gaan, neerstrijkt in een motel vlakbij haar huis – en die kamer episch laat herinrichten (en ze beleeft ook nog een merkwaardige affaire met een jongere man). Zoals al het werk dat ik ken van July is dit boek weird, maar op een heel goede manier. Als ik de komende tijd van huis wegloop, dan kun je me waarschijnlijk vinden bij de Van der Valk in Sassenheim.
Johan Goossens – Op Grindr blijf ik 34
‘In lichtheid zitten evenveel lagen als in zwaarmoedigheid’ zei Paulien Cornelisse dit jaar in een mooi interview over haar werk. Ik moest daarbij ook denken aan de columns van Johan Goossens. Die zijn ongelooflijk grappig, mede doordat Goossens zichzelf vaak in nogal onhandige situaties weet te manoeuvreren en daar schaamteloos over vertelt. Daarbij merk je bijna niet hoe goed en gelaagd Goossens schrijft en hoe vakkundig hij zelfs de zwaarste onderwerpen nog met lichtheid weet te brengen. ‘Ik heb soms de neiging om dingen te onderschatten’, schrijft hij droogjes als hij een getraumatiseerde asielzoeker uitnodigt om een weekend bij hem te logeren en dat loodzwaar blijkt te zijn.
Edward van de Vendel – Kom nog even naar mij kijken straks
Voor het poëziegeschenk van dit jaar schreef Edward van de Vendel tien gedichten voor volwassenen, rond het thema van de poezieweek: thuis. Ik hield al erg van Edwards gedichten voor kinderen en jongeren, maar dit zijn gedichten om in te wonen. Over het koninkrijk dat je deelde met een ex-geliefde, ouders die aftakelen, heimwee en vrienden als vuurvliegjesverschijnsel. Alle grote thema’s en vragen zitten in dit kleine boekje met mooie illustraties van Annet Schaap. Het gedicht Adem, over zijn moeder vind ik misschien wel het mooiste.
R.F. Kuang – Babel
Eerst las ik Kuangs Yellow Face, dat begin dit jaar overal in dikke stapels lag – een slimme satire over de literaire wereld. Erg goed – en ik kocht ook de eerdere boeken van Kuang. Babel is mijn favoriet – een fantasy-roman die zich afspeelt in een Oxford rond 1830. Maar in deze versie van de wereld wordt de Britse macht gedreven door magische zilveren blokken met daarop een vergelijkbaar woord in twee talen – en de magie komt van wat er verloren gaat bij de vertaling van dat woord. Kuang schrijft over grote thema’s: kolonialisme, kapitalisme en de ingewikkelde rol van de academische wereld hierbij. En dat dan met interessante personages en een spectaculair plot. Ze was 26 toen ze dit schreef. Ongelooflijk.
Ann Patchett – These precious days
Een vriend was verbouwereerd dat ik nog nooit iets van Patchett had gelezen, dus dat heb ik maar eens ingehaald. Haar romans die ik las vond ik goed, maar haar essays vond ik geweldig. Over vriendschappen, familie, boeken, relaties, de dood – en steeds met rake observaties en veel zelfkennis. Ik bedank de vriend die me op Patchetts werk wees en ga hetzelfde doen bij anderen. Want zoals zij schreef: ‘As every reader knows, the social contract between you and a book you love is not complete until you can hand that book to someone else and say, Here, you’re going to love this.’
George Saunders – Vos 8 – Een furhaal (vertaling Erik Bindervoet en Robbert-Jan Henkes)
Op twee boeken die ik achter elkaar las, stond een enthousiaste aanbeveling van George Saunders – en toen noemde Bibi Dumon Tak zijn boekje dan weer als één van haar favorieten. Op haar aanbeveling las ik de (inderdaad geniale) vertaling van Bindervoet en Henkes. Een vos heeft zichzelf ‘mens’ geleerd en vertelt over zijn leven en hoe hij naar de mensen kijkt – en dit alles is min of meer fonetisch opgeschreven, in spreektaal: ‘Ja, ja wij sein Vosse, hallo vriende, we hebben net jullie Winkul Sentrum bewondurt, gefilleseteert durmee!’ Ik las het boekje op een zomeravond en dacht er daarna nog heel vaak aan terug.
Matt Madden – 99 ways to tell a story
Al in 2006 maakte Madden deze variant op Raymond Queneau’s klassieker Exercices de style. Madden tekent 99 keer hetzelfde kleine, onbeduidende verhaaltje als een strip van één bladzijde. Een man zit te werken op zijn laptop, staat op, loopt naar de gang, vanaf de trap roept iemand ‘Hoe laat is het?’, hij geeft antwoord, loopt naar de koelkast en vraag zich terwijl hij daarin staart af ‘What the hell was I looking for anyway?’. En dit dan 99 keer, met allerlei perspectieven, hommages, referenties en (jawel) stijlen. Van dit boek kocht ik dit jaar meer dan tien exemplaren om weg te geven (waaronder één voor Peter van Frontaal Naakt, ha) – omdat het zo inspirerend is om te zien hoeveel je kunt doen met weinig. Ik kreeg er zin van om zelf nieuwe dingen te maken en ik hoop dat anderen dat ook krijgen.
Ionica Smeets is hoogleraar wetenschapscommunicatie in Leiden
boeken, Ionica Smeets, 30.12.2024 @ 12:11