Ionica’s favoriete boeken van 2022
Ionica Smeets
‘Lees je veel?’, vroeg Ruth Joos toen ik dit jaar te gast was bij Brommer op Zee. ‘Ja. Of… Wat is veel?’, aarzelde ik. ‘Twee boeken per week’, antwoordden Ruth Joos en Wilfried de Jong eensgezind. Dan las ik dit jaar inderdaad veel, want ik kwam gemiddeld op ongeveer 2,5 boek per week.
Het was dan ook moeilijk kiezen voor deze jaarlijst – want er zat veel moois en goeds tussen al die boeken. Om het mezelf makkelijker te maken, maak ik dit jaar een jaarlijst van zeven recente boeken met twee eervolle vermeldingen voor oudere boeken.
Eervolle vermelding 1: Vita Sackville-West – All Passion Spent
Iemand heeft me dit boek aangeraden en ik weet niet meer wie. Deze roman uit 1931 gaat over de keurige Lady Slane die op haar 88ste weduwe wordt. Terwijl haar kinderen ruzie maken over wie wanneer voor haar moet zorgen, besluit Lady Slane lekker op zichzelf te gaan wonen. Ze gaat alleen nog maar doen waar ze zelf zin in heeft – haar familie mag bijvoorbeeld alleen nog op afspraak op bezoek komen. Het is geweldig om te lezen over deze excentrieke dame en de vriendschappen die ze ontwikkelt. Hopelijk duikt degene die me dit boek aanraadde op voordat ik 88 ben, want dan kan ik diegene heel hartelijk bedanken voor de tip.
Eervolle vermelding 2: Carrie Fischer – Wishful Drinking (luisterboek)
Veel luisterboeken vind ik tergend traag en slaapverwekkend met hun brave voorlezers. Wishful Drinking, voorgelezen door Carrie Fischer zelf is eh… nogal anders dan de meeste luisterboeken. In deze autobiografie vertelt Fischer over haar jeugd tussen de beroemdheden, hoe het was om als prinses Leia aan Star Wars te werken en over haar verslavingen en mentale problemen. Dat doet ze grote delen van het boek SCHREEUWEND. Deden maar meer voorlezers dat.
En dan nu mijn favorieten van 2022!
7. Ted van Lieshout – De Beitelaar
Ik had mijn jaarlijst eigenlijk al af, toen ik vorige week De Beitelaar pakte. Dat was dom, want toen moest ik iets anders van mijn lijst afknikkeren. De 15-jarige Antonij vertelt in deze roman wat er gebeurde op het kerkhof op een warme zomerdag tussen hem en een volwassen man die aan een grafsteen beitelde. De vertelstem in dit boek is uniek, alleen van Lieshout kan een volledig geloofwaardig personage neerzetten dat aan de ene kant praat met een mix van archaïsche en moderne woorden (‘Enfin, u moet dus weten dat ik queer ben.’ Ik heb het boek niet bij de hand om een precies citaat op te zoeken, maar dit is ongeveer de toon.) Antonij observeert feilloos wat er mis is met volwassenen. Het boek gaat nog over veel meer, maar het is beter als je er verder zo min mogelijk over weet voor je het leest.
6. Annet Daanje – Het Lied van Dromedaris en Ooievaar
Ik ga niet eens proberen dit boek in een alineaatje samen te vatten. Wat een rijkdom aan ideeën, aan verhalen en aan personages. Elk hoofdstuk is een eigen novelle, met allerlei verbanden tussen die hoofdstukken. Dit boek lezen was soms hard werken en het raakte me meer in mijn hoofd dan in mijn hart. De band tussen zussen is een terugkerend thema en ik vroeg me af of ik als enig kind misschien te weinig daarin kon verplaatsen. Maar dit boek is een meesterwerk – en ik vermoed dat er nog veel meer in zat dan ik eruit heb gehaald. Dit was in elk geval mijn lievelingszin: ‘Verrast constateren ze dat ze hun vaders taal al die jaren volkomen verkeerd hebben gespeld, ‘wunderlich’ schreven ze als ‘wounderleague’, ‘die Mutter’ als ‘dee mooter’.
5. Hassnae Bouazza – Een Koffer Vol Citroenen
Hassnae Bouazza had een geweldige moeder. Dit boek is een ode aan haar – en een verslag van de rouw die volgde na haar overlijden. Mijn moeder overleed vorig jaar en ik herkende veel van de pijn en het verdriet. Tegelijk geeft Een Koffer Vol Citroenen een prachtig intiem beeld van een familie die totaal anders is dan de mijne. Eén scene herinner ik me het meest van alles dat ik dit jaar heb gelezen: de twee begrafenisondernemers die voor het oog van de rouwende familie een hoogoplopende ruzie krijgen over wie het meeste weet van de uitvaartbusiness. En wat ik ook altijd zal onthouden, is dat Hassnae beschrijft hoe haar moeder alle Amerikaanse films en acteurs in zich opnam als een spons en dol was op The Godfather en stand-up comedy. Sindsdien vraag ik me af bij de oudere dames met een hoofddoek die bij ons door de wijk lopen of zij thuis ook schaterend naar shows van Eddy Murphy of Richard Pryor keken.
4. Alex Pavesi – Eight Detectives
Zoals ik eerder dit jaar in een column schreef: ‘Wiskundige en schrijver Alex Pavesi kwam op het lumineuze idee om alle mogelijke varianten van detectiveverhalen te beschrijven met een wiskundige structuur. In het vorig jaar verschenen Eight Detectives (vertaald als Het Achtste Boek) voert hij Grant McAllister op. Een fictieve wiskundige die in de jaren dertig de detectivestructuur ontleedde én gebruikte om een verhalenbundel met zeven varianten van een detectiveverhaal te schrijven. Jaren later zoekt eindredacteur Julia Hart hem op, ze wil die bundel opnieuw uitgeven.’ Dit boek was echt iets voor mij (en is voor andere detective-nerds). Sinds ik het las, denk ik bij elke detective aan de structuur van Pavesi – wat overigens niet helpt bij het voorspellen van de ontknoping.
3. Elizabeth Strout – Lucy by the Sea
Deze herfst vroeg ik een literaire vriend om een fijne leestip. ‘Ben je al een Elizabeth Strout-lezer? De nieuwe, Lucy by the Sea, is even wennen (want een coronaroman), maar toch wel weer ijzersterk.’ Nou, ik was zeker een Elizabeth Strout-lezer en het was heel fijn om weer een flard van het leven van Lucy Barton mee te krijgen. Lucy wordt tijdens de eerste corona-golf door haar ex-man William meegenomen naar een slaperig dorpje in Maine. Er gebeurt weinig in die min of meer zelfgekozen isolatie, maar Strout weet met simpel lijkende zinnen hele levens en relaties op te roepen met alle pijn en nuances die daarbij horen.
2. Jaap Robben – Heel De Wereld Wordt Wakker
De ondertitel van deze bloemlezing is: ‘Het beste van de moderne kinderpoëzie in 333 gedichten’. Jaap Robben koos voor deze verzameling gedichten van 1990 tot nu. Voor mij is het de perfecte mix van oude favorieten en van nieuwe ontdekkingen. Door de manier waarop Robben de gedichten geordend heeft, lijken de gedichten soms naar elkaar te knipogen. Ik las onze kinderen heel veel voor uit deze bundel – en las zelf maar weer eens een troostrijk gedicht als de kinderen al sliepen. En dan zijn er ook nog de werkelijk prachtige illustraties van Sebastiaan Van Doninck. Ik gaf dit boek al aan vijf vrienden cadeau, ook als die geen kinderen hadden om aan voor te lezen.
1. Ben Orlin – Math Games With Bad Drawings
Dit is een boek dat ik zelf had willen schrijven. Of nog beter: waarvan ik had gewild dat het al bestond toen ik tien was. Orlin beschrijft een heleboel spelletjes waarbij wiskunde in enige vorm een rol speelt. En dan met heel veel grapjes en slechte tekeningen (zijn handelsmerk). Waarom leiden sommige regels tot een spel dat heel lang interessant blijft, zoals schaken? En waarom zijn sommige spellen, die op papier heel leuk lijken, in het echt stomvervelend om te spelen? Dat leer je dus allemaal in dit boek, maar je leert vooral heel veel spelletjes die je op een verloren moment met pen en papier kunt spelen. Als je tenminste iemand kent die óók van dit soort dingen houdt.
Wie wil weten wat ik in vorige jaren las: de lijsten van 2021, 2020, 2019 en 2018 zijn ook op Frontaal Naakt te vinden.
Ionica Smeets is hoogleraar wetenschapscommunicatie in Leiden
boeken, Ionica Smeets, 31.12.2022 @ 09:41