Ik zing niet voor de Rutte-monarchie
Fréderike Geerdink
Scène uit Ninagawa Mika’s Diner
Ze liggen klaar, de oordopjes. Als ik straks om tien uur ook maar één noot hoor van het Wilhelmus hier in de buurt, gespeeld of gezongen in een tuin, bij een openstaand raam of vanaf een balkon, dan prop ik die in mijn oren en duik ik onder mijn dekbed. Tot het voorbij is.
Toen ik las over de plannen van de verzamelde Oranje-comités voor Koningsdag tijdens corona, waarvoor ze ook een speciale naam hebben bedacht in een ongetwijfeld wilde online brainstorm, maakte een intense afkeer zich van mij meester. Het is niet alleen het klakkeloze, oer-truttige conformisme van die clubjes die me naar de keel grijpt maar ook de weigering het gevaar in te zien van de nationalistische dynamiek die redelijk uit de bocht aan het vliegen is en die hierdoor alleen maar wordt aangezwengeld.
Heeft u nog van de koning gehoord, na zijn toespraak vorige maand? Ik ook niet, al moet ik bekennen dat ik de man niet op de voet volg. We hebben een nieuwe koning. Hij heet Rutte. Media lopen weg met deze nieuwe vorst en de kiezer ook, als ik de laatste peilingen mag geloven: de VVD is enorm gegroeid in de peilingen.
Machtige koning
De implicaties van de opkomst van de Rutte-monarchie drongen pas echt tot me door toen ik een paar dagen geleden aan het videobellen was met een vriendin, die filosoof is. Ze had het, even kort door de bocht, over de koning als concept, en over hoe volken vaak snakken naar een machtige koning in tijden van crisis. Een machtige koning hebben we niet in ons systeem. Maar laat je daar niet door van de wijs brengen. De Rutte-monarchie heeft wél veel macht, dat lijkt me inmiddels duidelijk. Het parlement staat buiten spel, de Wet Openbaarheid van Bestuur is opgeschort, onze privacy delft het onderspit in de app-woede en de politie slingert mensen op de bon voor overtredingen waar de rechterlijke macht best eens een streep door kan gaan halen maar dan is het kwaad al geschied.
Draai dat allemaal nog maar eens terug, zeker als de onderdanen van koning Rutte dat helemaal niet willen. Sla ik nu niet een beetje door? Helemaal niet. De peilingen maken toch nu al duidelijk dat vele Nederlanders een ‘sterke man’ willen die ferm beslissingen neemt? Ze denken dat Rutte dat is trouwens, na al die jaren van VVD-heerschappij waarin we zonder enige visie het neoliberale onheil werden ingestort. Het was niet Rutte die regeerde, het waren de CEO’s van de grote bedrijven. De kapitalisten. Die willen maar één ding en dat is meer winst en daarvoor gaan ze over lijken, dat heeft de geschiedenis ruimschoots bewezen. Dát is wat we ons met koning Rutte op de hals hebben gehaald en waar we nu alleen maar nog verder in verzuipen.
Witheid
Over lijken ja, óók in Nederland. En hoe sterker het nationalisme wordt, hoe meer slachtoffers er zullen vallen. De meest gemarginaliseerden, de mensen met de minste macht, gaan het eerst, zoals de coronacrisis duidelijk maakt. Interessant in dit licht is een rapport dat het Landelijk Platform Slavernijverleden eerder deze maand presenteerde en waarin aandacht werd gevraagd voor de witheid van de manier waarop Nederland over de hele linie omgaat met de coronacrisis. Omdat de journalistiek mijn vak is, twee voorbeelden, eentje uit de Volkskrant (rond de zestig artsen en verpleegkundigen met ‘sprekende gezichten’, indrukwekkend maar honderd procent wit) en eentje uit de NRC (achttien zzp’ers in de creatieve sector over de coronacrisis, allemaal wit).
Zwarte en bruine mensen in de zorg en de kunsten zijn onzichtbaar. Hun witte medeburgers krijgen nu wel aandacht maar denk niet dat zij die het minst verdienen en het belangrijkste werk doen er na deze nachtmerrie werkelijk beter voor zullen staan, welke kleur ze ook hebben – als ze het overleven. Het kapitalisme beloont vooral onzinwerk.
Systeempje ondermijnen
Ik zing niet. Niet voor koning Willem-Alexander, niet voor de Rutte-monarchie. Wég met het koningshuis, en nee, vervang het níet door een presidentieel systeem. Voorbij zijn de tijden dat ik dacht dat je als land toch óf een koning, óf een president moest hebben. Waarom zou dat moeten? Wég met centrale macht. Laten we decentraliseren, laten we, met oog voor elkaars belangen, lekker onszelf besturen op lokaal niveau. Lekker systeempje ondermijnen. Vier, zing, speel wat je wilt, in welke taal, in welke toonsoort, in welke traditie, vanuit welke religie en op welke dag je maar wilt.
De kans dat het wat wordt zo meteen met dat volkslied van ons lijkt me overigens klein. Geen kip die de tekst kent. Maar ik zet mij schrap voor het ergste.
Fréderike Geerdink is journalist. Als Turkije-kenner en Koerdistan-correspondent leert ze veel over Nederland. Steun haar met een financiële bijdrage op Patron.
Fréderike Geerdink, 27.04.2020 @ 07:35