Iedereen haat Sander Schimmelpenninck omdat hij écht onafhankelijk is
Peter Breedveld
Scène uit Milocrorze: A Love Story (Ishibashi Yoshimasa, 2011).
Dit is de zoveelste keer dat ik het in een stukje voor Sander Schimmelpenninck opneem. Niet dat ik denk dat Schimmelpennick zichzelf niet kan redden, of dat ik de illusie koester dat ik hem kan redden, maar er is iets dat me ongelofelijk irriteert aan elke discussie rond zijn persoon. Of eigenlijk zijn er meerdere dingen die dat doen.
Ten eerste de ad hominems. Eigenlijk gaat het nooit over wat hij zegt of schrijft, maar altijd over zijn afkomst, geslacht, etniciteit, en zelfs zijn lengte is voor ontzettend veel mensen een onoverkomelijkheid. Schimmelpenninck mag geen mening hebben over de positie van de vrouw op de arbeidsmarkt omdat hij een witte man is, hij mag helemaal nergens een mening over hebben omdat-ie van adel is en opgroeide op een landgoed en eigenlijk hadden mensen gewoon liever niet dat er een Sander Schimmelpenninck was. Inhoudelijke argumenten zie ik echt helemaal nooit.
Zie bijvoorbeeld dit draadje van superjournalist Eric Smit, oprichter van Follow the Money. Smit is boos dat Schimmelpenninck een reclamespotje heeft gemaakt voor een vermogensbelegger met een pensioenplan voor ZZP’ers of iets dergelijks. Volgens Smit verliest Schimmelpenninck daarmee zijn geloofwaardigheid als onafhankelijk journalist. Maar hij onderbouwt dat niet. In plaats daarvan speculeert hij over Schimmelpennincks motivatie: “zoveel mogelijk geld binnenharken zonder journalistieke verantwoordelijkheid te nemen”.
Maatschappelijke discussies
Intussen heeft Schimmelpenninck als journalist drie belangrijke maatschappelijke discussies aangezwengeld die totaal vastgeroest waren:
Ten eerste die over Domrechts, want de rechtse Sander legt de zere vinger op de plek, terwijl de onafhankelijke journalistiek eerst Wilders en toen Baudet in het zadel heeft geholpen en nu bezig is hetzelfde te doen met Joost Eerdmans en die reactionaire BBB-boerin.
Ten tweede over de sociaalmaatschappelijke positie van Nederlandse vrouwen, een mijnenveld van dogma’s en taboes die Schimmelpenninck, wat je er ook van vinden mag, met veel flair tot ontploffing brengt. Er moet weer worden nagedacht, argumenten moeten worden aangescherpt. Helaas blijven veel feministen hangen in verwijten van seksisme en misogynie.
En tenslotte maakt Schimmelpenninck de belasting over vermogen bespreekbaar. Economen lullen daar al jaren over, dankzij Schimmelpenninck is het nu een serieuze kwestie. Het besef dringt overal door dat het niet oké is om arbeid zwaarder te belasten dan kapitaal. Dit van een jonkheer of wat is ie, dus onafhankelijker kan niet.
Belangenverstrengeling
Beoordeel die journalistiek op haar eigen merites. Is zijn VPRO-serie Sander en de Kloof ongeloofwaardig omdat hij in een reclamespotje voor een vermogensbelegger optreedt? Mij lijkt het tegendeel waar: hij verwijt speculanten de samenleving te ontwrichten en pleit voor meer belasting op vermogen. Daarmee gaat hij tegen de belangen van vermogensbeleggers in. Er zijn mensen die betogen dat dit niet waar is, omdat het toch nog jaren zal duren voordat vermogens zwaarder belast gaan worden, maar zo kun je alles wegrelativeren. Er komt ook geen communistische revolutie en het zal nog jaren duren voordat de bioindustrie is afgeschaft, áls die ooit wordt afgeschaft. Dus why bother, nietwaar?
Maar dat Schimmelpenninck de “schijn van belangenverstrengeling wekt” met zijn reclamespotje, lijkt iedereen als een gegeven te beschouwen. Ook televisierecensent van NRC Handelsblad Arjen Fortuin beweert dat in zijn bespreking van Sander en de Kloof zonder te onderbouwen. Als Schimmelpenninck in zijn televisieserie had laten zien dat huisjesmelkers en vermogensbeleggers de maatschappij een grote dienst bewijzen, dán had ik dat verwijt begrepen. Nu is het absurd.
Intrigerende figuur
En ook Fortuin lijkt zich vooral te laten leiden door persoonlijke weerzin tegen Schimmelpenninck. Zo luidt hij zijn klacht, dat Schimmelpenninck zijn positie als onafhankelijke journalist compromitteert, in met de boertige sneer dat Schimmelpenninck een intrigerende figuur in het Nederlandse mediacircus is, “iets wat hij zelf ook lijkt te vinden.” Ik bedoel, puhleaze, zeker vanuit de NRC-hoek wil ik geen gezeur horen over zelfingenomenheid.
Verderop schrijft Fortuin dat Schimmelpenninck, die zijn tweede huis verkocht toen hij zich realiseerde dat hij zelf een huisjesmelker was, dat hij zich afvraagt wat hij met de opbrengst gaat doen, en daarna: “plots herinnerde ik me dat ik laatst nog een reclamespotje voor een bank vol ideeën over sparen en beleggen had gezien.”
Cheap shot in een stukje dat eigenlijk een halfhartige, laffe poging tot karaktermoord is. Geef Schimmelpenninck gewoon de credit dat hij de rijken kritisch op de snijtafel legt en zichzelf daarbij niet ontziet, want die verdient hij.
Feodaal kapitalisme
En dan het andere dat me verschrikkelijk irriteert in deze discussie: de blatante hypocrisie. Ik las dat de Volkskrant met haar freelancers in gesprek gaat over “de mate waarin freelance medewerkers voor (commerciële) partijen kunnen ‘bijklussen’ zonder hun geloofwaardigheid te verliezen.” Als dat geen feodaal kapitalisme is, want je betaalt je freelancers niet genoeg om in Nederland een prettig leven te kunnen leiden én je wilt voorkomen dat ze hun schamele Volkskrant-inkomen elders kunnen bijvullen. Terwijl de redactiechefs, de hoofdredacteur en de Volkskrant-vedetten natuurlijk vette salarissen blijven verdienen en de uitgever en zijn aandeelhouders ook niks tekort komen.
Dat verraadt tevens een cynisch-romantische visie op de journalistiek, te vergelijken met die van onnozelaars op kunst: voor de journalistiek moet geleden worden. Alleen als de journalist nog net niet van de geeuwhonger sterft, is zijn werk serieus te nemen.
Onderwijl promoten zowel de Volkskrant als NRC (en aller andere kwaliteitskranten) in speciale katernen over lifestyle en dergelijke het rijke bourgondische leven in ogenschijnlijk onafhankelijke journalistieke producties, geschreven door freelancers en vaste redacteuren. Een leven dat die freelancers zelf nooit zullen kunnen betalen en dat vooral het kopen van dure produkten en verre reizen behelst. Via NRC kun je wijn kopen en reizen boeken, onder andere per ultravervuilend cruiseschip, maar hé, het redactiestatuut voorziet in onafhankelijke journalistiek, echt waar. In de kunst- en cultuurkaternen bespreken recensenten het werk van elkaar en hun vrienden, maar hoe durf je te suggereren dat hier sprake is van belangenverstrengeling.
Haveloze socialist
Ik weet wel wat iedereen, zowel die zogenaamde onafhankelijke journalisten en het publiek, écht steekt aan Sander Schimmelpenninck: hij is wérkelijk onafhankelijk. Hij trekt zich niet veel aan van de publieke opinie, schrijft zonder rugdekking, is niet afhankelijk van een krant of omroep maar bedruipt zichzelf. Hij had een mooie klus als presentator van een veelbekeken praatprogramma, maar gaf die op omdat hij de kwaliteit van het programma onder de maat vond. Daarmee moet hij heel veel vijanden hebben gemaakt. Iemand die zich niet aanpast, en niet hóeft aan te passen, omdat hij niet bang is een baantje te verliezen.
Daar houden Nederlanders helemáál niet van. Je moet hier bij een groep horen en afhankelijk zijn van die groep. Als antiracist moet je je aansluiten bij de wokies en alle dogma’s van de intersectionele kerk onderschrijven. Als feminist moet je zeggen wat alle andere feministen zeggen, en als rijkaard word je geacht een asociale klootzak te zijn en geen dingen te zeggen die een haveloze socialist had willen zeggen, als die ze zelf maar had verzonnen en niet 24/7 druk was met het cancelen van linkse ketters en met het incorporeren van Engelstalig sociologenjargon in toch al onbegrijpelijke zinnen die meer te maken hebben met ondoordringbaar struikgewas dan met taal.
Er is niks dat Nederlanders zo intens haten als een waarlijk onafhankelijke denker die hen niet nodig heeft.
Is het Vrije Woord u écht lief? Help me dan met een financiële bijdrage. Doneer aan de enige dwarsdenkende, onafhankelijke (maar echt) site van Nederland. Rekeningnummer NL59 RABO 0393 4449 61 (N.P. Breedveld, Rabobank Rijswijk), SWIFT BIC RABONL2U. Lees hier waarom dat niet met PayPal kan, maar steunen via Patreon kan weer wel en sinds kort ook met een Tikkie. Wordt dat symbool van de Hollandse krenterigheid tenminste voor iets nuttigs ingezet. Adverteren? Mail mij.
Peter Breedveld, 29.01.2022 @ 13:37