Hoi An (2)
Peter Breedveld
Illustratie: Vu Ha Nam
Gisteravond zaten we te smikkelen in Mango Rooms (Mick Jagger heeft er gegeten, zegt iedereen, dus dat móet wel goed zijn) toen een lief klein mooi meisje naar onze tafel kwam om ons allerlei rotzooi aan te smeren. Ze verkocht haarpinnen in de vorm van een libelle en aardewerken fluitjes in de vorm van allerlei beesten. Ze was om op te vreten zo leuk, had gitzwarte kraaloogjes, veegde met haar handje steeds heur haar voor haar ogen weg, en daarom besloot ik wat van haar te kopen.
Meteen ontpopte ze zich tot een gehaaide onderhandelaarster die alles uit de kast haalde om de transactie zoveel mogelijk in haar voordeel te doen uitvallen. “Oh, come on, lady!” zei ze met haar schattige tekenfilmstemmetje toen Hassnae probeerde iets van haar prijs af te krijgen. “Ik moet hier mijn school van betalen! Thuis hebben we het al zo moeilijk omdat mijn vader alleen voor mij en mijn broertjes moet zorgen!” Haar moeder was er namelijk niet meer, ziet u. De serveerster legde net op dat moment de rekening op tafel, die ze met grote aandacht bestudeerde. Ze zei dat ze tien was, ze zag eruit als hoogstens zeven.
In Vietnam probeert iedereen je iets te verkopen. Baby’s roepen je vanuit hun kinderwagens na: “Where you from? I give you good price!” Oude vrouwtjes nodigen je uit een foto van ze te maken in hun prauw. Daarna willen ze money van je. Niemand accepteert nee.
Vanmiddag, tijdens de lunch in Morning Glory (veruit het beste restaurant van Hoi An), wilde een dame ons armbandjes verkopen, maar ik zei nee. Later kocht ik er wel een paar van een andere dame, na keihard onderhandelen, en toen stond ook de eerste armbandjesverkoopster weer voor mijn neus: “Tegen mij zei je nee en nu heb je wel van die andere gekocht en dat is niet eerlijk, nu moet je ook van mij kopen!” Ik legde haar uit dat kapitalisme zo niet werkt, maar ik heb toch maar een paar armbandjes gekocht.
Soms wil je weleens helemaal niets kopen. Dan moet je dus niet in Vietnam zijn. Als je je blik iets te lang laat rusten op iemand die voor haar winkel zit, komt ze je achterna rennen om je te overtuigen iets te kopen. Zie je een shirt hangen dat jou wel aardig lijkt, en wil je even voelen aan het materiaal, dan klampen drie generaties vrouwen zich aan je vast.
Ik heb mijn creditcard moeten laten blokkeren omdat ik ‘m in de pinautomaat heb laten zitten. Leve Visa, dat slagvaardig én klantgericht is. Zeker geen Nederlands bedrijf…
O ja, in Hoi An moet u beslist de gebakjes van de Cargo Club proberen.
Vanavond zijn we in Hanoi gearriveerd. Tijdens de vlucht heb ik vriendschap gesloten met een schattig jongetje in de stoel voor me. Hij kwam zelfs naar me toe om me te kietelen. Ik kietelde hem terug en hij gilde het uit van plezier. In Nederland zou ik waarschijnlijk al zijn gelyncht. Op de snelweg tussen de luchthaven en de stad liepen drie koeien. De taxichauffeur weigerde pertinent zijn meter aan te zetten, ook al reed hij in een officiële Airport Taxi.
Vanuit ons hotel zijn we de stad ingewandeld, in de richting van het Hoan Kiem Lake, dat helemaal geen meer is, maar gewoon een vijver. Het verkeer is hier nog waanzinniger dan in Saigon. Ik begrijp niet waarom hier verkeerslichten staan, want daar trekt niemand zich iets van aan. Vanaf de stoep gezien trekt zich een constante stroom auto’s en scooters als een wilde rivier aan je voorbij. Daar tussendoor loop je naar de overkant. Waan-zin.
Het is zaterdagavond, en dan gaan de jongeren blijkbaar met z’n honderden op de stoep tegenover een ijssalon staan (naast de ijssalon is een snackbar met het opschrift ‘Fats Food‘ op de deur) om daar hun ijsje te nuttigen. Het is bloedverziekend heet in Hanoi, dus dat ijsje smelt sneller dan het hart van een Vietnamese moeder wier peuter voor het eerst het Tiến Quân Ca zingt. Daarom houdt iedereen zijn ijsje op armlengte afstand terwijl hij er tegelijkertijd iets van probeert af te likken, want er is toch een week voor gewerkt. Hierdoor vormen die jongeren een soort van spastisch-absurdistisch dansgezelschap.
Wij hebben het dure Vietnamese restaurant in ons hotel geprobeerd, dat het beste restaurant van de stad zou zijn. Wat een aanfluiting! Voor vijftig cent eet je honderd keer zo lekker op een willekeurige straathoek in Hoi An of Saigon, en de wijn ken ik goddomme van Albert Heijn. Het is ook een beetje een triest restaurant waar, behalve wij tweeën, drie oudere vrouwen en een bejaarde nicht zaten, van die typische gebotoxte has-beens, lang vergane schoonheden, die de ober zaten te sarren. Dát gezelschap symboliseerde perfect het restaurant.
culinair, Peter Breedveld, Reizen, 16.07.2011 @ 19:10
9 Reacties
op 16 07 2011 at 21:10 schreef Rob:
Vergeet ook Truc Bach Lake niet – daar kwam de tegenwoordige senator John McCain in terecht toen de Noordvietnamese luchtverdediging besloot dat ze niet zo blij waren met de, euh, vrijheid en democratie die hij uit zijn straaljager had laten vallen.
op 16 07 2011 at 21:17 schreef Chantal:
Bloedverziekend heet? Je wilt niet weten hoe we hier worden getart met die eeuwige regen waar maar geen einde aan wil komen. Donker, grijze lucht, brrr
op 17 07 2011 at 05:28 schreef MNb:
Houd die hitte en die regen maar lekker. Wij hier zitten in de natste periode van het jaar en dat betekent dat het hooguit drie uur regent. Tussendoor schijnt de zon. Al kan het een tikkie benauwds zijn met 32 graden.
Geen muskieten in Vietnam?
op 17 07 2011 at 05:32 schreef Peter:
Nee, Vietnam is tot nog toe opvallend muggenvrij gebleken.
op 17 07 2011 at 16:24 schreef Hans Langbroek:
Wat een chaos daar in die steden! Vanochtend zag ik de vakantiefoto’s van Krakau van m’n kameradin, en de tegenstelling is maximaal wat dat betreft. Hier hebben we de natste julimaand ooit las ik net.
op 19 07 2011 at 02:24 schreef Sasha Berkman:
Vroeger was dat anders idd
Zien jullie nog Agent Orange restanten?
op 19 07 2011 at 07:25 schreef You On A Gin:
@ Sasha Berkman
Dat is inmiddels wel uitgewerkt. Alleen voormalige militaire bases in Vietnam hebben nog een hoge concentratie dioxine in de grond (volgens o.a. Canadees onderzoek). De impact die het op het ecosysteem heeft gehad is daarentegen niet te verwaarlozen, maar hoogstens direct waar te nemen door mensen die echt thuis zijn in de lokale botanie, of plantaardig leven in het algemeen.
op 22 07 2011 at 00:20 schreef Sasha Berkman:
Agent Orange is the code name for one of the herbicides and defoliants used by the U.S. military as part of its herbicidal warfare program, Operation Ranch Hand, during the Vietnam War from 1961 to 1971. Vietnam estimates 400,000 people being killed or maimed, and 500,000 children born with birth defects.
Volgens PVV-supporters in de USA valt het allemaal wel mee:
op 22 07 2011 at 15:07 schreef You On A Gin:
Ze gaan er niet echt classy mee om, ze te zien.